Rome: Santa Croce in Gerusalemme

De Santa Croce in Gerusalemme.

De Santa Croce in Gerusalemme is een oude Rooms-Katholieke kerk die nog net binnen de Aureliaanse Muren van de stad uit de derde eeuw staat. Op architectonisch en cultureel vlak is de kerk niet echt indrukwekkend, maar vanuit religieus perspectief is ze buitengewoon belangrijk. Op deze plaats wordt sinds de vroege vierde eeuw de christelijke eredienst gepraktiseerd, en de huidige basiliek bezit veel belangrijke christelijke relikwieën. De Santa Croce is een van de zeven traditionele pelgrimskerken van Rome.

Geschiedenis

De plek waar we nu de Santa Croce vinden was ooit de locatie van een paleis dat bekendstond als het Sessorium of het Palatium Sessorianum. De oorsprong van deze naam is nogal duister, maar het paleis is waarschijnlijk in de vroege derde eeuw gebouwd onder een van de keizers uit de Severijnse dynastie. Het Sessorium was een goed alternatief voor het keizerlijk paleis op de Palatijn. Het bevond zich aan de rand van de stad en was daardoor gemakkelijker te verdedigen. Ook was het wellicht gemakkelijker om van hieruit Rome te ontvluchten als de grond een zittende keizer te heet onder de voeten werd. Onderdeel van het paleiscomplex was een arena, het Amphitheatrum Castrense. Een aanzienlijk deel van dit grote bouwwerk staat er nog steeds: men kan het zien ten zuiden van de Santa Croce. De arena werd opgenomen in de Aureliaanse Muren toen deze na 271 werden gebouwd. Het bouwwerk werd daarmee onderdeel van de verdedigingswerken van de stad. Helaas is het Amphitheatrum Castrense niet voor publiek toegankelijk. Een circus dat bekendstond als het Circus Varianus was eveneens onderdeel van het complex.

Sint Helena op de balustrade van de gevel.

Het Sessorium was de residentie van Helena, moeder van Constantijn de Grote. Constantijn had zijn rivaal Maxentius op 28 oktober 312 verslagen in de Slag bij de Milvische Brug en was kort daarna met zijn troepen Rome binnengetrokken. Direct begon hij de christenen in de stad te begunstigen. Constantijn schonk het terrein met daarop de kazerne van de equites singulares Augusti (de bereden keizerlijke lijfwacht die voor Maxentius had gevochten) aan Paus Melchiades (of Miltiades). De kazerne ging tegen de vlakte om ruimte te maken voor een schitterende nieuwe christelijke basilica, de latere San Giovanni in Laterano of Sint Jan van Lateranen, die rond het jaar 324 werd gewijd. Het is mogelijk, en zelfs erg waarschijnlijk, dat reeds rond 320 voor Helena een kapel of paleiskerk in het Sessorium was gebouwd. Dat zou echter ook kunnen zijn gebeurd na Helena’s bezoek aan Jeruzalem, dat volgens de overlevering in 326/327 plaatsvond. Helena zou hier het Ware Kruis hebben gevonden, waarvan ze fragmenten terugstuurde naar Rome. Ook verzamelde ze vele andere relikwieën en zond die naar Italië om in het Sessorium tentoon te stellen.

We weten niet wanneer de kapel of paleiskerk tot een echte, dat wil zeggen een voor gewone gelovigen toegankelijke basiliek is omgevormd, maar dit moet zijn gebeurd enkele jaren na Helena’s dood tussen 327 en 330. In documenten uit 501 staat deze basiliek vermeld als de Hierusalem basilica Sessoriani palatii, de basilica van het Sessoriaanse paleis die Jeruzalem wordt genoemd. De kerk werd herbouwd tijdens het pontificaat van Paus Lucius II (1144-1145), geboren te Bologna als Gherardo Caccianemici dal Orso. Hij was sinds 1123 of 1124 kardinaal-priester van de kerk. Pas na de renovatie van Lucius verwierf de basilica haar huidige naam ‘Santa Croce’ (Heilig Kruis). Tijdens deze renovatie werd ook een charmante klokkentoren aan de kerk toegevoegd, die tegenwoordig voorzien is van een nogal vreemde klok met één wijzer. De toren is versierd met gekleurde keramiekschalen, maar ze is grotendeels onzichtbaar achter de gevel van de kerk.

Interieur van de kerk.

Deze gevel is natuurlijk niet middeleeuws: ze dateert duidelijk uit de tijd van de Late Barok. De opdracht voor de bouw ervan kwam van Paus Benedictus XIV (1740-1758) en de Latijnse tekst erop geeft aan dat ze werd voltooid in het vierde jaar van zijn pontificaat. De reden dat de gevel enigszins gebogen is in plaats van recht, is dat het atrium erachter een elliptische vorm heeft. Dit kan men het beste zien door op Google Maps de satellietmodus aan te zetten. Met Google Maps kan men eveneens de restanten van het Amphitheatrum Castrense nader bekijken. Cisterciënzer monniken gebruikten de voormalige arena als tuin om fruit, groente en kruiden in te verbouwen totdat hun orde in 2011 werd ontbonden (de sappige details van deze affaire zijn hier na te lezen).

Cultuur en religie

Op de balustrade van de gevel staan de standbeelden van zes mensen. Van links naar rechts zijn dit:

  • Sint Helena (zie boven);
  • Lucas de Evangelist (met een stier);
  • Mattheus de Evangelist (met een mens of engel);
  • Johannes de Evangelist (met een adelaar);
  • Marcus de Evangelist (met een leeuw) en ten slotte
  • Constantijn de Grote.

Het apsisfresco nader bekeken. De graftombe van kardinaal Francisco de Quiñones is zichtbaar in het midden.

De bezoeker zal, eenmaal binnen in de basiliek, niet bepaald overdonderd worden door het interieur. Dit is een heel simpele kerk. Het middenschip is tamelijk kort en eindigt in een apsis met interessante fresco’s uit de vijftiende eeuw. Deze werden ooit toegeschreven aan ofwel Pinturicchio (1454-1513) ofwel Perugino (ca. 1446-1523), maar tegenwoordig denkt men dat ze werden geschilderd door Antoniazzo Romano (1430-1508) en zijn assistenten.

Centraal op het apsisfresco staat Christus de Verlosser. Hij houdt een boek vast met de tekst EGO SVM VIA VERITAS ET VI(TA), wat kan worden vertaald als “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”. Deze woorden komen uit Johannes 14:6 (“Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij.'” – Nieuwe Bijbelvertaling). Christus is afgebeeld in een mandorla, die bij nadere beschouwing uit kleine engeltjes (cherubijntjes) blijkt te bestaan.

Onder Christus en nog een rij engelen zien we een reeks gebeurtenissen die betrekking hebben op het Ware Kruis. Links is Helena in gesprek met inwoners van Jeruzalem om uit te vinden waar het Ware Kruis is begraven. Vervolgens zien we mannen die op de berg Golgotha drie kruizen opgraven. Een daarvan is het Ware Kruis, maar welke is het? In de volgende scène wordt het Ware Kruis geïdentificeerd op het moment dat een stervende man erop wordt gelegd en er een miraculeuze genezing plaatsvindt. Men kan Helena en deze man zien bidden. In het midden is het Ware Kruis opgericht. Het wordt vastgehouden door Helena. Naast het Kruis knielt een man in kardinaalstenue. Hij is kardinaal Mendoza, kardinaal-priester van de Santa Croce van 1478 tot 1495.

Christus de Verlosser.

Alle hiervoor genoemde scènes hebben betrekking op het bezoek van Helena aan Jeruzalem in 326/327. De volgende scènes gaan over de inname van Jeruzalem in 614 door de Perzische koning Khusro II uit de dynastie van de Sassaniden, en over de gebeurtenissen die daarop volgden. Khusro nam het Ware Kruis mee en belegerde vervolgens Constantinopel, maar de Oost-Romeinen lanceerden een tegenaanval onder hun keizer Heraclius. Deze versloeg de Perzen in 628 en Khusro stierf kort daarna. De Oost-Romeinse keizer wist toen het Ware Kruis weer in handen te krijgen en in 629 of 630 terug naar Jeruzalem te brengen. In de laatste scènes van het fresco zien we Heraclius te paard, terwijl hij het Ware Kruis triomfantelijk op zijn schouder draagt. Een engel dwingt hem vervolgens af te stijgen, want gewone stervelingen mogen Jeruzalem niet te paard binnentrekken met het Ware Kruis bij zich. Immers, Jezus Christus zelf trok Jeruzalem binnen op de rug van een muilezel. Heraclius gaat de stad dus te voet binnen, als een nederige man.

In de apsis, net onder het fresco, bevindt zich de tombe van kardinaal Francisco de Quiñones (ca. 1482-1540). Hij was niet alleen de kardinaal-priester van de Santa Croce (1527-1540), maar tevens de biechtvader van keizer Karel V, wiens roofzuchtige troepen in 1527 Rome plunderden (de zogenaamde Sacco di Roma). Als biechtvader van de keizer zag Quiñones Karels vele liefdesaffaires door de vingers (zijn buitenechtelijke dochter Margaretha diende als landvoogdes van de Nederlanden tussen 1559 en 1567). De elegante graftombe van de kardinaal, net onder dat deel van het apsisfresco dat kardinaal Mendoza, Helena en het Ware Kruis toont, is het werk van Jacopo Sansovino (1486-1570).

Sint Helena houdt het Ware Kruis vast (midden) terwijl kardinaal Mendoza knielt.

Heraclius brengt het Ware Kruis terug naar Jeruzalem.

De Santa Croce in Gerusalemme bezit veel belangrijke christelijke relikwieën. Deze werden in 1930 allemaal naar de Kapel van de Relikwieën van de Passie overgebracht. Hier kan men doornen uit de doornenkroon vinden, een spijker van de kruisiging, de vinger van de Heilige Thomas, de hierboven reeds genoemde splinters van het Ware Kruis en een heleboel andere relikwieën. Er is natuurlijk geen overtuigend bewijs dat ook maar iets van dit alles echt is. Dat doet er ook niet toe, want het gaat hier niet om wetenschap. De Santa Croce gaat over religie, over wat je verkiest te geloven.

Bronnen

  • Henk Singor, Constantijn, p. 280-282 en p. 383;
  • Luc Verhuyck, SPQR. Anekdotische reisgids voor Rome, p. 196-198;
  • Santa Croce in Gerusalemme op Churches of Rome Wiki.

Update 18 maart 2022: afbeeldingen zijn bijgewerkt.

4 Comments:

  1. Pingback:Ravenna: Mausoleum van Galla Placidia – – Corvinus –

  2. Pingback:Arezzo: San Francesco – – Corvinus –

  3. Pingback:Rome: Santa Costanza – – Corvinus –

  4. Pingback:Rome: Santa Croce in Gerusalemme – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.