Rome: San Tommaso in Formis

San Tommaso in Formis (foto: Lalupa).

De San Tommasso in Formis is een piepkleine kerk uit de dertiende eeuw op de Caeliusheuvel. Tussen de zestiende en de achttiende eeuw is de kerk vele malen gerestaureerd. De kerk zelf is niet zo interessant. Op slechts een steenworp afstand staan veel interessantere godshuizen met een veel rijkere geschiedenis, zoals de Santa Maria in Domnica, de Santo Stefano Rotondo en de Santi Giovanni e Paolo. Het pronkstuk van de San Tommaso bevindt zich niet eens ín de kerk en het maakt er ook geen deel van uit. Toch is het precies dit artefact – een mozaïek uit de dertiende eeuw – dat een bespreking van de kerk rechtvaardigt.

Kerk, klooster en hospitaal

In de vroege dertiende eeuw stond op deze plek een Benedictijner klooster. De Benedictijnen waren rond deze tijd echter zo corrupt geworden dat de pauselijke autoriteiten hun kerken en kloosters in beslag namen en deze aan andere Ordes toekenden. Paus Innocentius III (1198-1216) gaf het klooster op de Caelius aan ene Johannes van Matha, een Fransman die de Orde van de Allerheiligste Drie-eenheid en van de Gevangenen stichtte, kortweg de Trinitariërs genoemd. Het belangrijkste doel van de Trinitariërs was het vrijkopen van christenen die in moslimgebieden werden vastgehouden. Dit was de tijd van de Kruistochten, grote delen van het Iberisch schiereiland waren nog in handen van de Moren en piraten schuimden de kunstgebieden van Middellandse Zee af op zoek naar mensen die ze als slaaf konden verkopen.

De Paus gaf het voormalige Benedictijnse complex dus aan de Trinitariërs, die de kerk en het klooster lieten herbouwen en er een hospitaal aan toevoegden. Johannes van Matha stierf in 1213 en zijn stoffelijk overschot werd aanvankelijk in de San Tomasso begraven. Later werd het naar Madrid overgebracht (sommige bronnen noemen in dit verband het jaar 1380, andere het jaar 1655). De volgende paus, Honorius III, gaf de Trinitariërs het recht om tol te heffen van reizigers die door de zogenaamde Boog van Dolabella trokken. Dat is geen triomfboog, maar een poort die in 10 BCE door de consuls Publius Cornelius Dolabella en Gaius Junius Silanus werd gebouwd (of eigenlijk herbouwd). Het is aannemelijk dat ze in feite een bestaande poort in de originele Muur van Servius Tullius uit de vierde eeuw BCE herbouwden. Keizer Nero (54-68) gebruikte de boog later voor een uitbreiding van de Aqua Claudia, een belangrijk aquaduct gebouwd in opdracht van Caligula en voltooid onder Nero’s voorganger Claudius.

Het complex van San Tommaso met de Boog van Dolabella; delen van het aquaduct van Nero zijn er overheen gebouwd.

De ingang van de kerk bevindt zich rechts van de Boog van Dolabella, in de Via di San Paolo della Croce. De Via Claudia en de Via della Navicella bevinden zich aan de andere kant. Zoals hierboven reeds vermeld, is de kerk zelf klein en bepaald niet spectaculair. Er is nauwelijks kunst om te bewonderen. De Trinitariërs verlieten het complex in 1380. Ze keerden in 1571 terug, maar verdwenen korte tijd later weer en keerden uiteindelijk pas in 1898 terug. Het hospitaal raakte al snel na het vertrek van de Trinitariërs in 1380 in verval en werd kennelijk niet herbouwd. Alles wat er over is van dit grote gebouw is het befaamde mozaïek boven de poort naar de binnenplaats van het hospitaal. We wisten aanvankelijk niet waar we het mozaïek konden vinden (de kaart die we gebruikten was zwaar onder de maat), met als gevolg dat we tevergeefs het terrein van de kerk en het kerkgebouw zelf afzochten. Een behulpzame toezichthouder nam ons gelukkig mee door de Boog van Dolabella, de Via della Navicella in. En daar was het mozaïek dan, in volle glorie.

13e-eeuw mozaïek van de familie Cosmati.

Het Trinitarische mozaïek en de obelisk

Het ronde mozaïek bevat de tekst SIGNVM ORDINIS SANCTAE TRINITATIS ET CAPTIVORVM. Het gedeelte over het ‘signum’ slaat waarschijnlijk op het teken van de Trinitariërs boven het mozaïek, een verticale rode balk doorkruist door een horizontale blauwe balk. Interessant genoeg noemden de Trinitariërs hun orde destijds kennelijk “van de Heilige Drie-eenheid” (sanctae trinitatis) en niet “van de Allerheiligste Drie-eenheid” (sanctissimae trinitatis), wat tegenwoordig de correcte naam is. Het mozaïek dateert van 1218 en verkeert in uitstekende staat. Op de voorstelling zien we Christus in het midden terwijl hij twee bevrijde slaven bij de arm vasthoudt. Een van de bevrijde slaven is wit, de ander zwart. De witte man houdt een staf vast met het kruis van de Trinitariërs. Het mozaïek is nu onderdeel van een kantoor van het Centro di Ricerca per lo Studio delle relazioni tra pianta e suolo (CRA-RPS), een agrarisch onderzoeksinstituut.

Egyptische obelisk van Villa Celimontana.

Als u langs de Santa Maria in Domnica loopt en het openbare park binnengaat dat bekendstaat als de tuinen van Villa Celimontana, dan kunt u zowel de achterkant van de San Tommaso zien als de kleinste obelisk van Rome. Deze is slechts 2,68 meter hoog en dateert van de regering van farao Ramses II (1279-1213 BCE). De obelisk kwam oorspronkelijk uit Heliopolis in Egypte en werd naar Rome overgebracht als versiering voor de Tempel van Isis, die in de directe omgeving van de huidige kerk van Santa Maria sopra Minerva stond. De obelisk werd in de jaren 1580 aan de familie Mattei geschonken. De Villa die deze familie liet bouwen huisvest thans de Società Geografica Italiana.

Bronnen

  • Capitool Reisgidsen Rome, 2009, p.190-193;
  • Luc Verhuyck, SPQR. Anekdotische reisgids voor Rome, p. 48;
  • San Tommaso in Formis op Churches of Rome Wiki.

2 Comments:

  1. Pingback:Rome: San Francesco a Ripa – – Corvinus –

  2. Pingback:Rome: San Crisogono – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.