Rome: San Vitale

De Romeinse San Vitale.

Jawel, Rome heeft haar eigen kerk van San Vitale. Deze is bij lange na niet zo beroemd en fascinerend als haar naamgenoot in Ravenna, maar als u toevallig in de buurt bent, raad ik u een bezoek zeker aan. De kerk staat aan de drukke Via Nazionale en valt direct op: een groot gedeelte van de kerk bevindt zich onder straatniveau. De San Vitale verrees in de Late Oudheid en kan worden gerekend tot de oudste kerken van Rome. Helaas is er niet veel meer over van haar oorspronkelijke uiterlijk. Delen van de buitenkant zouden min of meer hetzelfde kunnen zijn als in de vijfde eeuw, maar het Barokke interieur is tamelijk modern.

Geschiedenis

De kerk is gewijd aan de martelaren Sint Vitalis, zijn vrouw Valeria en zijn zonen Gervasius en Protasius. Dit zijn allemaal tamelijk obscure heiligen. Vitalis – die misschien in de eerste of tweede eeuw de marteldood is gestorven – slaagde er echter in een populaire heilige in Ravenna te worden, terwijl zijn zoons het tot schutspatronen van Milaan schopten. Sint Ambrosius van Milaan beweerde in 386 (of iets eerder) dat hij hun overblijfselen had gevonden, en de oorspronkelijke kerk op deze plek in Rome, die vermoedelijk iets kleiner was dan het huidige gebouw, lijkt aan de twee broers te zijn gewijd. Het is niet onmogelijk dat deze eerste kerk werd gebruikt door burgers van Milaan die in Rome woonden (toevallig heet de straat om de hoek ook de Via Milano). In het jaar 400 werd een nieuwe en grotere kerk gebouwd en deze werd in 402 ingezegend door Paus Innocentius I (401-417). Zij stond bekend als de titulus Vestinae en was vernoemd naar een Romeinse dame die de kerk sponsorde.

Interieur van de kerk.

We weten niet wanneer de kerk (mede) werd gewijd aan Sint Vitalis. Deze wijding moet op haar laatst in 595 hebben plaatsgevonden, want in dat jaar verschijnt de naam voor het eerst in de boeken. De San Vitale van Ravenna werd voltooid en gewijd in 547. De San Vitale in Rome is dus een veel oudere kerk, ook al weten we niet welke kerk als eerste aan Sint Vitalis werd gewijd en evenmin of er een verband is tussen de twee wijdingen. We weten wel dat er vanaf de vijfde eeuw een heiligdom of kapel (sacellum) voor Sint Vitalis in Ravenna stond, dus het is zeker mogelijk dat de kerk in Rome eveneens in de vijfde eeuw aan deze heilige werd gewijd. Het probleem met de oudheidkunde is helaas dat we zelden over alle informatie beschikken die we nodig hebben om harde conclusies te kunnen trekken.

Het meest in het oog springende element van de kerk is haar portiek. Deze is min of meer origineel en staat zo’n vijf meter onder straatniveau. In de Middeleeuwen lag de San Vitale in een dal op het platteland. Toen in de jaren 1880 de Via Nazionale werd aangelegd, bleef de kerk op haar oorspronkelijke locatie. Dientengevolge kan ze alleen bereikt worden door een trap af te dalen. De kerk staat verder ingeklemd tussen modernere gebouwen, zoals het Palazzo delle Esposizioni uit 1883 dat ten zuiden van de San Vitale staat. Hoewel de portiek gelijkenissen vertoont met de oorspronkelijke portiek uit de vijfde eeuw, werden er wel bij heel wat gelegenheden wijzigingen aan aangebracht. De Jezuïeten die de San Vitale in 1595 toegewezen kregen, voerden de meest drastische veranderingen door. Ze maakten vier van de vijf bogen van de portiek dicht; alleen die in het midden bleef open. Deze wijziging werd in 1937-1938 ongedaan gemaakt. De portiek dat we tegenwoordig zien, is volledig zonder versieringen. De oorspronkelijke uitvoering uit de vijfde eeuw zou op z’n minst van pleisterwerk zijn voorzien.

Interieur

Valeria, Vitalis en hun twee zonen (modern plafondfresco).

Paus Sixtus IV (1471-1484), de paus die de Sixtijnse Kapel liet bouwen, was rond het jaar 1475 verantwoordelijk voor belangrijke wijzigingen in het interieur van de San Vitale. Tot dan toe was de kerk een typische basilica geweest, met een middenschip en twee zijbeuken. Sixtus liet de zijbeuken afbreken en de arcades in het schip dichtmetselen. Als gevolg hiervan heeft de kerk nu alleen nog maar een erg diep en smal schip. Zijkapellen zult u in de San Vitale niet aantreffen.

De Jezuïeten brachten eveneens belangrijke wijzigingen in het kerkinterieur aan. Ze lieten de wanden met fresco’s beschilderen door de relatief onbekende schilder Tarquinio Ligustri (ca. 1564-1621). Ligustri schilderde prachtige landschappen, die vreedzaam en sereen lijken totdat men ze nader bekijkt en ontdekt dat er verschillende martelaarschappen zijn afgebeeld. De fresco’s, voltooid in 1603, zijn niet van uitzonderlijke kwaliteit, maar ze zijn niettemin interessant. Ze zijn in elk geval minder gruwelijk dan de fresco’s over martelaarschappen die we in andere kerken in Rome aantreffen, bijvoorbeeld in de Santo Stefano Rotondo.

Apsis van de San Vitale.

Andrea Commodi (1560-1638) verzorgde voor de kerk het apsisfresco, dat de Beklimming van de Calvarieberg toont. Hij was tevens verantwoordelijk voor het altaarstuk en de wandschilderingen aan weerszijden van het hoogaltaar. Op het altaarstuk staan de Heiligen Vitalis, Valeria, Gervasius en Protasius, en de wandschilderingen hebben als voornaamste thema de martelaarschappen van de broers Gervasius en Protasius. Het werk van Commodi is, net als dat van Ligustri, van degelijke, maar zeker niet van buitengewone kwaliteit.

Ik denk dat we redelijkerwijs mogen concluderen dat de San Vitale een kerk zonder hoogtepunten is. Als u echter in de buurt bent en de kerk geopend aantreft, glip dan even naar binnen, bekijk de portiek en bewonder de fresco’s. Als u naar Ravenna bent geweest en de beroemdere San Vitale van die stad bezocht hebt, dan zou een bezoek aan haar oudere nichtje best een interessante ervaring kunnen zijn.

Churches of Rome Wiki was de voornaamste bron voor deze bijdrage. Mijn reisgidsen noemen de San Vitale niet eens. Foei toch!

One Comment:

  1. Pingback:Rome: San Pancrazio – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.