Padova: Il Santo

Il Santo.

De kerk van Sant’Antonio di Padova, lokaal bekend als Il Santo, is niet zomaar een kerk. Het gaat hier om de op één na belangrijkste kerk van de Orde der Franciscanen, na de Pauselijke Basiliek van San Francesco in Assisi. De Santo is enorm, maar niet zo groot als de Santa Croce in Florence, de grootste Franciscaanse kerk ter wereld. Uiteraard is de Sant’Antonio gewijd aan Sint Antonius van Padova (1195-1231), wiens relikwieën in deze kerk bewaard worden. Ieder jaar bezoeken duizenden pelgrims de basiliek om bij de graftombe van de heilige te bidden en om zijn zegen te vragen. Dit is waarschijnlijk ook de reden waarom het streng verboden is om foto’s te nemen in de kerk. Toeristen met camera’s zouden de kerkgangers kunnen hinderen. Die hebben natuurlijk ook weinig zin om zichzelf op de Facebookpagina van iemand anders terug te vinden. Fotograferen met een smartphone wordt ondertussen wel min of meer gedoogd. Aangezien iedere kerkganger tegenwoordig over zo’n apparaat beschikt, is handhaving van de regels waarschijnlijk ook onbegonnen werk.

Geschiedenis

Het meest intrigerende weetje over Sint Antonius van Padova is dat hij geen Antonius heette en ook niet uit Padova kwam. Zijn echte naam was Fernando Martins en hij werd geboren in de Portugese stad Lissabon. Om die reden wordt hij soms ook wel Antonius van Lissabon genoemd, bijvoorbeeld in de kerk van Santa Maria in Aracoeli in Rome. Die kerk heeft een fresco van de heilige van Benozzo Gozzoli (ca. 1421-1497) met daarop de Latijnse tekst SANCTVS A(N)TO(NIVS) VLIXBONENSIS. Nadat hij zich bij de Franciscanen had aangesloten nam Fernando de naam Antonius aan, naar de vierde-eeuwse heilige Antonius de Grote, ook bekend als Antonius-Abt, de zogenaamde “Vader van Alle Monniken”. In Italië maakte Antonius kennis met Franciscus van Assisi, de stichter van de Orde, en al snel werd hij niet alleen diens volgeling, maar ook diens vriend en vertrouweling. Rond 1226 vestigde Antonius zich in Padova. Slechts vijf jaar later stierf hij, nog maar halverwege de dertig. In overeenstemming met zijn eigen wensen werd hij begraven in het kleine kerkje van Santa Maria Mater Domini aan de rand van Padova.

Zijaanzicht van de Santo.

Paus Gregorius IX (1227-1241) zorgde ervoor dat de populaire Antonius minder dan een jaar na zijn dood al heilig werd verklaard. Op 30 mei 1232 veranderde Fernando Martins uit Lissabon in Sint Antonius van Padova, beschermheilige van de verloren voorwerpen. Vrijwel direct daarop viel het besluit dat een eenvoudige graftombe in de eenvoudige kerk van Santa Maria toch niet toereikend was voor een heilige. Nog in 1232 werd begonnen met de bouw van een veel grotere basiliek. Het kleine kerkje werd in het nieuwe gebouw opgenomen als kapel, de zogenaamde Cappella della Madonna Mora. De nieuwe kerk van Sant’Antonio di Padova werd omstreeks het jaar 1310 voltooid, maar gedurende de rest van de veertiende en de vijftiende eeuw werd het gebouw vele malen vergroot en verfraaid. Extreem belangrijk voor een pelgrimskerk als de Santo was de toevoeging van een wandelgang rondom het presbyterium. Deze stelt pelgrims in staat om in een plechtige processie rondom dit gedeelte van de kerk te lopen. Deze website geeft wat meer informatie over de Percorso Giubilare in de basiliek, het ‘Jubelpad’.

Kapel met de graftombe van Sint Antonius.

Pelgrims dienen de kerk via de Porta della Misericordia aan de linkerzijde van het gebouw binnen te gaan. De graftombe van Sint Antonius (Tomba di Sant’Antonio) en de hierboven genoemde Cappella della Madonna Mora bevinden zich eveneens aan deze zijde van de kerk. Achter in de kerk vinden we de zeventiende-eeuwse Cappella delle Reliquie (ook wel de Tesoro genoemd), waar de relikwieën van de heilige bewaard worden. Kennelijk bezit de kerk het kaakbeen van Sint Antonius, zijn stembanden en zijn tong, alsook een aantal andere voorwerpen die gelovige mensen waarschijnlijk fascinerend zullen vinden.

Net als de San Marco in Venetië is de Santo een curieuze mengelmoes van stijlen. We zien Romaanse, Byzantijnse en Gotische elementen, en daarnaast wat Barokke toevoegingen uit de zeventiende eeuw zoals de voornoemde Kapel van de Relikwieën. De gevel buiten heeft Romaanse trekken, maar de puntbogen zijn weer Gotisch en dat geldt ook voor de vier torens (twee kleine en twee grote), hoewel die ook wel wat lijken op minaretten. Van de acht koepels van de Santo zijn er zeven duidelijk Byzantijns en het is vrij evident dat dat de San Marco in Venetië hier de inspiratiebron was. De achtste koepel, die kegelvormig is, is wederom Gotisch. Ook het interieur van de kerk is overwegend Gotisch. De Santo werd van kunstwerken voorzien door kunstenaars als Stefano da Ferrara (veertiende eeuw), Altichiero da Zevio (ca. 1330-1390), Andriolo de Santi (gestorven ca. 1375), Giusto de’ Menabuoi (ca. 1320/30-1390), Donatello (1386-1466) en Tullio Lombardo (ca. 1455-1532). Het fresco in de lunette boven de hoofdingang is een werk van Andrea Mantegna (1431-1506). Ik zal enkele van de door deze kunstenaars gemaakte werken in chronologische volgorde bespreken.

Fresco van Andrea Mantegna met Sint Antonius en Sint Bernardinus van Siena.

Kunst

De grote Cappella San Giacomo aan de rechterzijde van de kerk werd door Andriolo de Santi gebouwd in opdracht van een zekere Bonifacio Lupi (1316-1390), die ook in de kapel begraven ligt. De bouw begon in 1372. In de periode 1376-1379 werden de wanden van de kapel gedecoreerd met prachtige fresco’s van de hand van Altichiero. De grote Kruisiging op de lange achterwand wordt geheel aan hem toegeschreven. Bij de overige fresco’s, die over het leven van de apostel Jakobus de Meerdere gaan, zou ook de schilder Jacopo Avanzi (gestorven 1416) betrokken zijn geweest. De precieze relatie tussen de twee mannen is onduidelijk. In 1999 werden de fresco’s gerestaureerd. Ze verkeren thans in redelijke staat. Dat sommige details verloren zijn gegaan, ligt ook aan de door de schilders zelf gebruikte techniek. Schilderen a secco (op opgedroogde pleisterkalk) is eenvoudiger, maar minder duurzaam dan buon fresco (op natte kalk).

Kruisiging – Altichiero.

Ondanks een beschadigde lucht is Altichiero’s uitvoering van de Kruisiging nog altijd zeer indrukwekkend. Door de grote omvang van het werk was het voor de schilder mogelijk een kolkende mensenmassa rondom het kruis te schilderen. Terwijl de gekruisigde Christus een serene rust uitstraalt, is het rondom hem juist rumoerig en gebeurt er van alles. Een zeer knappe prestatie van Altichiero is dat iedere aanwezige op het fresco een individu is, met eigen gelaatstrekken en kledij. Een prachtig detail is verder het groepje soldaten in de rechter benedenhoek. De mannen zitten te dobbelen om de mantel van de Heiland.

Detail van de Kruisiging.

Ook de fresco’s op de linkerwand, die dus deels aan Jacopo Avanzi worden toegeschreven, zijn erg mooi. In de lunette zien we hoe Jakobus de Meerdere discussieert met Filetus, een leerling van de magiër Hermogenes. Uiteraard wint Jakobus het debat en bekeert Filetus zich tot het christendom. Rechts roept Hermogenes in al zijn slechtheid nog wat duivels op. In het grote fresco onder de lunette verschijnt Jakobus postuum in een droom aan koning Ramiro I van Asturië (842-850). Deze roept vervolgens zijn kroonraad bijeen (midden) en verslaat daarna de Moren in de beroemde slag bij Clavijo (rechts), die overigens nooit heeft plaatsgevonden. De slag is weergegeven als de belegering van een stad. Jakobus verschijnt zelf boven de muren en het is duidelijk dat de christelijke overwinning aan hem te danken is.

Verhalen uit het leven van Sint Jakobus de Meerdere – Altichiero en Jacopo Avanzi.

Cappella del beato Luca Belludi.

Aan de linkerzijde van de kerk vinden we een grote kapel met mooie fresco’s van Giusto de’ Menabuoi. De kapel is gewijd aan de apostelen Jakobus de Mindere en Filippus, maar wordt in de praktijk de Cappella del beato Luca Belludi genoemd. Luca Belludi (ca. 1200-1286) was een vriend en vertrouweling van Antonius van Padova. In 1927 werd hij zalig verklaard en sinds 1971 rusten zijn overblijfselen in deze kapel. De kapel werd in 1382 gebouwd in opdracht van de broers Naimerio en Manfredino Conti uit Padova. De wanden en gewelven werden vervolgens van fresco’s voorzien door Giusto en zijn medewerkers.

Giusto de’ Menabuoi is natuurlijk vooral bekend van zijn fresco’s in het Baptisterium van Padova. Ook in de Cappella del beato Luca Belludi leverde hij prachtig werk af. Het centrale fresco in de apsis stelt de Madonna met het Kind voor, geflankeerd door vier Franciscanen: Lodewijk van Toulouse, Franciscus van Assisi, Antonius van Padova en Luca Belludi. De knielende figuren zijn de gebroeders Conti. Links van het centrale fresco is Jakobus de Mindere afgebeeld met de vrouw en kinderen van Naimerio, terwijl we rechts Filippus met twee zonen van Manfredino zien. De twee apostelen keren terug op het gewelf van de kapel, waar ze in een tondo Christus flankeren.

Antonius verschijnt aan Luca Belludi. Op de achtergrond de stad Padova.

Het interessantste fresco is dat op de linker muur van de apsis. Hier zien we hoe Antonius aan Luca Belludi verschijnt. Achter Luca is de Santo goed te zien, terwijl Antonius naar het ommuurde Padova wijst. Dat is heel realistisch weergegeven: onder andere het Palazzo della Ragione is duidelijk herkenbaar, evenals (uiterst links) het Castello Carrarese. Het fresco ziet op een gebeurtenis uit 1256, namelijk de bevrijding van Padova van de tirannie van Ezzelino III da Romano (zie Veneto: Monselice). De overige fresco’s in de kapel hebben vooral betrekking op verhalen uit de levens van Jakobus de Mindere en Filippus. Zo zien we links bijvoorbeeld de kruisiging van Filippus en rechts hoe Jakobus een koopman (mercator) uit een toren bevrijdt.

Het hoogaltaar dateert in zijn huidige vorm van het einde van de negentiende eeuw. Het werd ontworpen door Camillo Boito (1836-1914). Die probeerde een eerder altaar uit de vijftiende eeuw van Donatello te herstellen dat in 1591 uit elkaar was gehaald. De beelden die hij daarvoor kon (her)gebruiken, waren een grote bronzen kruisiging en beelden van verschillende heiligen. Of alle beelden op de historisch juiste plaats staan, is natuurlijk de vraag. We zien van links naar rechts achtereenvolgens Lodewijk van Toulouse, Justina van Padova, Franciscus van Assisi, de Madonna met het Kind, Antonius van Padova, Daniël van Padova (een diaken) en Prosdocimus, de eerste bisschop van de stad. Ook de reliëfs van het altaar zijn van de hand van Donatello en diens medewerkers.

Altaar van Boito met beelden en reliëfs van Donatello.

De graftombe van Sint Antonius bevindt zich in de zogenaamde Cappella dell’Arca aan de linkerzijde van de kerk. De kapel heeft een eigen gevel waarop een Latijnse tekst te lezen is:

DIVO ANTONIO
CONFESSORI
SACRUM
RP PA PO

Wat kan worden vertaald als ‘de republiek Padova plaatste dit heiligdom voor de goddelijke (!) Antonius de Belijder’. De kapel dateert van de zestiende eeuw en er hebben zeer veel kunstenaars (vooral beeldhouwers) aan meegewerkt. De bekendste zijn Tullio Lombardo en zijn broer Antonio Lombardo (1458-1516), en Jacopo Sansovino (1486-1570). De opvallendste decoraties zijn de negen wandreliëfs waarop de wonderen van Sint Antonius zijn afgebeeld. Via de Cappella dell’Arca komt men in de Cappella della Madonna Mora, die als gezegd een overblijfsel is van het kleine kerkje van Santa Maria Mater Domini. De kapel heeft een aantal fresco’s, een grafmonument aan de muur en een altaar. Via deze kapel komt men ook in de Cappella del beato Luca Belludi.

Chiostro della Magnolia.

De beroemdste kunstenaar die een bijdrage aan de basiliek leverde, was waarschijnlijk Giotto (ca. 1266-1337). Deze Florentijnse kunstenaar en vernieuwer was eveneens actief in de Cappella degli Scrovegni en het Palazzo della Ragione in Padova, maar hij leverde naar alle waarschijnlijkheid zijn eerste werk in deze stad af in de Santo, en wel tussen 1302 en 1303. Tijdens zijn werkzaamheden in de basiliek zal hij in contact gekomen zijn met Enrico Scrovegni, de bankier die de Cappella degli Scrovegni liet bouwen en die Giotto in zou huren om daar tussen 1303 en 1305 zijn beroemde frescocyclus op de muren en het plafond te schilderen. Men vindt de fresco’s in de Santo die aan Giotto worden toegeschreven in de Cappella delle Benedizioni. Toevallig werd deze kapel gehuurd door de familie Scrovegni, dus mogelijk vormt de kapel de link tussen Giotto’s werk in de basiliek en zijn activiteiten in de Cappella degli Scrovegni. Bezoekers aan de Cappella delle Benedizioni moeten overigens geen enorme fresco’s verwachten; van alles wat Giotto geschilderd heeft, zijn alleen acht bustes van heiligen overgebleven, en de meeste zijn nog flink overgeschilderd ook. Giotto en zijn collega’s schilderden tevens in de kapittelzaal van de Santo. De eerste fragmenten van de door hen gemaakte fresco’s werden in 1842 herontdekt achter de laag pleisterwerk die op de muren was aangebracht. Wat er nog van de fresco’s over is, kan hier bekeken worden. Men vindt de kapittelzaal in het Chiostro della Magnolia, een van de vier kloostergangen naast de basiliek.

Een van de belangrijkste kunstwerken van de Santo staat buiten op de Piazza del Santo. Het betreft een ruiterstandbeeld van de condottiero Erasmo da Narni (1370-1443) van de hand van de Florentijnse kunstenaar Donatello (1386-1466). Erasmo had de bijnaam Gattamelata, wat zoiets als ‘de lapjeskat’ betekent. Hoe hij aan die bijnaam kwam, is niet precies bekend. Misschien was de naam afgeleid van die van zijn moeder, Melania Gattelli. Een andere mogelijkheid is dat hij in de strijd een helm droeg met een veelkleurige pluim in de vorm en met de kleur van een lapjeskat. Gattamelata diende Venetië trouw en na zijn dood in 1443 werd hij begraven in een van de kapellen van de Santo. In 1453 voltooide Donatello zijn prachtige ruiterstandbeeld van de condottiero. Het lijkt erop dat de weduwe van Gattamelata het leeuwendeel van de kosten voor haar rekening nam, al is het mogelijk dat ook de Republiek Venetië iets heeft bijgedragen. U kunt Gattamelata’s standbeeld vergelijken met dat van Bartolomeo Colleoni in Venetië, gemaakt door Andrea del Verrocchio. Welk beeld heeft uw voorkeur?

Gattamelata – Donatello.

Update 25 augustus 2022: tekst en afbeeldingen zijn bijgewerkt.

12 Comments:

  1. Pingback:Padova: Cappella degli Scrovegni – – Corvinus –

  2. Pingback:Padova: Palazzo della Ragione – – Corvinus –

  3. Pingback:Padova: Il Santo – – Corvinus –

  4. Pingback:Piacenza: Palazzo Gotico en Piazza dei Cavalli – – Corvinus –

  5. Pingback:Rome: Sant’Antonio dei Portoghesi – – Corvinus –

  6. Pingback:Padova: Scuola del Santo – – Corvinus –

  7. Pingback:Padova: Oratorium van San Michele – – Corvinus –

  8. Pingback:Padova: Oratorium van San Giorgio – – Corvinus –

  9. Pingback:Padova: De Duomo – – Corvinus –

  10. Pingback:Padova: Santa Giustina – – Corvinus –

  11. Pingback:Florence: Giotto in de Uffizi – – Corvinus –

  12. Pingback:Florence: San Felice in Piazza – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.