Veneto: Asolo

Via Roma in het centrum van Asolo.

Ah, Asolo! Dit lieflijke stadje in de uitlopers van de Dolomieten stond hoog op ons lijstje van te bezoeken plaatsen. Toch bleven we ons bezoek aan Asolo maar uitstellen en uiteindelijk bezochten we het op de laatste dag van onze vakantie. Het stadje stelde ons zeker niet teleur. We kunnen Asolo gerust rekenen tot de meest charmante en pittoreske stadjes van de Veneto. Het stadje ligt zo’n 20 kilometer ten oosten van Bassano del Grappa en zo’n 40 kilometer ten noordwesten van Treviso. Het centrum van Asolo is een verkeersluwe zone, dus u kunt uw auto het beste niet hier parkeren. Wij parkeerden de onze in de overdekte parkeergarage in de Via Cipressina, een zijstraat van de Via Forestuzzo, de weg die naar het centrum leidt. Deze parkeergarage was zowel goed als betaalbaar. Vervolgens wandelden we verder de heuvel op en onderweg leerden we wat meer over de geschiedenis van Asolo. Op het trottoir zijn namelijk metalen plaatjes aangebracht die de hoogtepunten van de geschiedenis van het stadje opsommen.

Catherina Cornaro

Asolo is al een oud stadje. Net als het stadje Este verder naar het zuiden bestond het al in de Romeinse tijd, toen het de naam Acelum had. Acelum was een stad van de inheemse Veneti, die geleidelijk aan assimileerden en uiteindelijk volledig geromaniseerd werden. Pas in de late vijftiende en vroege zestiende eeuw kwam het stadje – nu met de naam Asolo – definitief op de kaart te staan, te weten toen Catherina Cornaro (1454-1510), een adellijke Venetiaanse dame en de laatste Koningin van Cyprus, zich hier vestigde. Ze had het stadje in leen gekregen van de Republiek Venetië. Het verhaal van Catherina is nogal deprimerend. In 1468, toen ze slechts veertien jaar oud was, trouwde ze met de handschoen met Jacobus (of Jacques) II de Lusignan. Jacobus was een buitenechtelijke zoon van Koning Jan II van Cyprus (1432-1458). Jan was na zijn dood opgevolgd door zijn dochter Charlotte, die weer werd verdreven door haar bastaardhalfbroer. Jacobus had een sterke bondgenoot nodig en meende die te hebben gevonden in La Serenissima; Venetië was op haar beurt naarstig op zoek naar manieren om het strategisch belangrijke eiland Cyprus in haar macht te krijgen. Een huwelijk tussen Jacobus en een Dochter van Sint Marcus – de officiële titel die Catherina na haar huwelijk kreeg – was de perfecte manier om dit doel te bereiken.

Castello della Regina Cornaro.

Pas eind november 1472 voer Catherina naar Cyprus toe. Enkele maanden later was zij zwanger, maar was Jacobus dood. Sommige reisgidsen herhalen in dit verband de beschuldiging dat Catherina of haar ooms haar echtgenoot vergiftigden zodat Cyprus onderdeel kon worden van het Venetiaanse maritieme rijk. Die beschuldiging slaat vrijwel zeker nergens op; er is geen enkel bewijs dat de bewering ondersteunt. Catherina werd regentes voor haar zoon, de zuigeling Jacobus III. Deze stierf echter al in augustus 1474. De Dochter van Sint Marcus werd nu formeel de Koningin van Cyprus, maar in feite werd het eiland bestuurd door Raadslieden die door de Senaat in Venetië gestuurd waren. Cyprus was daarnaast al sinds 1426 een vazal van de Egyptische Mammelukken. In 1487 waarschuwde de Egyptische sultan Qaitbay de Cyprioten dat zijn vijand, de Ottomaanse sultan Bayezid II, voorbereidingen trof om het eiland te annexeren. Dit bood de Venetianen een kans om een bondgenootschap met de Mammelukken te smeden tegen hun gezamenlijke vijand, de Turken. Toen een plan werd ontdekt dat Catherina zou hertrouwen met een zoon van de Koning van Napels, besloten de Venetianen in te grijpen: Cyprus moest onderdeel worden van het Venetiaanse rijk.

Metalen plaatje met de titels van Catherina Cornaro.

Begin 1489 werd de Koningin van Cyprus gedwongen troonsafstand te doen en werd het eiland formeel overgedragen aan Venetië. Het zou tot aan de Turkse verovering in 1570-1571 in Venetiaanse handen blijven. Catherina keerde naar Venetië terug; in oktober 1489 kwam ze in Asolo aan, waar ze de volgende twintig jaren door zou brengen “at the centre of a cultivated if distinctly vapid court”.[1] De schilder Gentile Bellini en de kardinaal en dichter Pietro Bembo waren leden van haar hof. De laatstgenoemde bedacht het werkwoord asolare om het bitterzoete leven te beschrijven dat Catherina moest leiden, zonder levendigheid of elan. Feitelijk zat ze immers gevangen in een gouden kooi. Anders gezegd, asolare is precies is het tegendeel van het beroemdere dolce far niente. Er was helemaal niets dolce aan haar verblijf in Asolo. In 1509 werd Catherina uit Asolo verdreven door de Oostenrijkers en moest ze naar Venetië vluchten. Daar stierf ze het volgende jaar. Haar graftombe in de kerk van San Salvador heeft een inscriptie die al haar grandioze titels noemt: Koningin van Cyprus, Jeruzalem en Armenië. In werkelijk was ze voornamelijk een Koningin van Lucht geweest.

Het kasteel waar Koningin Catherina woonde, staat er nog steeds (zie de afbeelding hierboven). Het Castello della Regina Cornaro is een groot en stevig gebouw waarvan de geschiedenis wellicht tot de tiende eeuw teruggaat. In de dertiende eeuw woonde de beruchte Ezzelino III da Romano (1194-1259) hier. Hij was een belangrijke luitenant van keizer Frederik II van Hohenstaufen (zie Veneto: Monselice). Ezzelino had het stadje afgepakt van de Bisschop van Treviso, de vorige eigenaar van Asolo. Later, toen Asolo Venetiaans gebied was geworden, diende het kasteel als de residentie van de podestà van Venetië. Het gebouw huisvest tegenwoordig het Teatro Duse, genoemd naar een zeer belangrijke actrice die nauwe banden met Asolo had (zie hieronder). Bezoekers kunnen de Torre Reata beklimmen, van waaraf men een mooi uitzicht heeft over de valleien en heuvels.

De Duomo van Asolo.

Asolo verkennen

Tenhemelopneming – Lorenzo Lotto.

Onze verkenningstocht door Asolo begon bij een geweldig restaurant genaamd Antica Osteria Al Bacaro. Men vindt het in de Via Browning, net ten zuiden van de Duomo. In deze Osteria eet u uitstekend tegen zeer schappelijke prijzen. De porties zijn groot en het terras buiten is de perfecte plek om ’s zomers te lunchen of te dineren. De eerdergenoemde Via Browning is vernoemd naar de Engelse dichter Robert Browning (1812-1889), die tijdens zijn verblijf in het stadje verliefd werd op Asolo en een van zijn dichtbundels – zijn laatste om precies te zijn – Asolando noemde.

Na de lunch brachten we een bezoek aan de Duomo. Deze kerk werd in 1747 gebouwd ter vervanging van een ouder gebouw. Het was een erg hete dag, maar binnen was het lekker koel. Het interieur van de Duomo is zeer eenvoudig. Boven het hoogaltaar kunnen we een achttiende-eeuwse kopie van Titiaans Tenhemelopneming van de Maagd bewonderen. Het origineel bevindt zich in de kerk van de Frari in Venetië. Vergeet niet het ware artistieke hoogtepunt van de Duomo op te zoeken, dat zich in de linker zijbeuk bevindt. Hier treffen we een interessant schilderij aan van de schilder Lorenzo Lotto (1480-1556 of 1557). Lotto’s uitvoering van de Tenhemelopneming van de Maagd werd in 1506 geschilderd, een jaar dat op het schilderij zelf genoemd wordt. Het schilderij laat zien hoe de Maagd door vier engelen naar de Hemel meegevoerd wordt. Getuige van dit wonder zijn Sint Antonius-Abt en Sint Lodewijk van Toulouse. De maagd heeft het gezicht van een oudere vrouw, en er wordt wel beweerd dat Lotto haar het gezicht van Catherina Cornaro gaf. Dat zou best wel eens kunnen kloppen, want in 1506 was Catherina ongeveer 52 jaar oud. Het is zelfs niet onmogelijk dat de Signora di Asolo het schilderij in hoogsteigen persoon bij Lotto bestelde.

Als u de Via Canova uitloopt, komt u bij de kerk van Santa Caterina d’Alessandria. Lange tijd was dit de plek waar Lotto’s Tenhemelopneming hing, maar het schilderij werd in 1826 naar de Duomo verplaatst. De kleine kerk werd in 1346 gebouwd door de lekenbroederschap van de Battuti (de ‘Geslagenen’, aangezien de broeders aan zelfkastijding deden). Het gebouw werd later uitgebreid, en de kerk die we vandaag de dag zien dateert van 1573. Het enige hoogtepunt is een frescocyclus uit de veertiende eeuw over het leven van Sint Catherina en het Lijdensverhaal van Christus. De fresco’s werden in de achttiende eeuw met een laag pleisterwerk bedekt en pas een eeuw later herontdekt. Ze zijn dan ook niet bepaald in perfecte staat. Kwalitatief kunnen ze zeker niet vergeleken worden met, bijvoorbeeld, de fresco’s in de Cappella degli Scrovegni in Padova. En toch, het enkele feit dat ze er na al die eeuwen nog steeds zijn, maakt ze enigszins bijzonder. In deze bijdrage is een afbeelding van de Geseling van Christus opgenomen, een onderwerp dat de Battuti moet hebben aangesproken.

Fresco’s in de kerk van Santa Caterina.

De groene heuvels van Asolo.

Als u wilt, dan kunt u de Via Santa Caterina aflopen en vervolgens de Via Santa Anna. Na ongeveer tien minuten komt u aan bij de begraafplaats van Sant’ Anna. Hier bevinden zich de graven van twee beroemde vrouwen, Eleonora Duse (1858-1924) en Freya Stark (1893-1993). Duse was een bekende Italiaanse actrice uit het tijdperk van de stomme film. Ze stierf in Pittsburgh in de Verenigde Staten, maar haar lichaam werd gerepatrieerd naar Italië en begraven in Asolo, het stadje waar ze enige jaren had gewoond. Freya Stark was een ontdekkingsreizigster en schrijfster van reisboeken. Hoewel ze in Parijs was geboren, bracht ze een groot deel van haar kindertijd in Asolo door. Daar stierf ze ook, op de gezegende leeftijd van 100 jaar.

Als u nog tijd en energie over hebt, dan kunt u nog een trap met tientallen treden beklimmen om een bezoek te brengen aan de middeleeuwse Rocca di Asolo, de burcht van het stadje die hoog op een heuvel ligt. Wees echter gewaarschuwd: toen wij het stadje in de zomer van 2017 bezochten, was de burcht net wegens herstelwerkzaamheden gesloten. We hadden graag vanaf de muur van het kasteel van het uitzicht genoten, maar helaas was dat niet mogelijk. We besloten daarom maar van het uitzicht te genieten vanaf de trap en het looppad, waarbij we een Scandinavische toerist negeerden die beweerde dat er niets te zien was. Dat was complete onzin. Het uitzicht werd weliswaar enigszins geblokkeerd door bomen en andere vegetatie, maar het werd ons niettemin goed duidelijk waarom Asolo ‘la Città dai cento orizzonti’ wordt genoemd, ‘de stad met de 100 horizons’ (de term is afkomstig van de dichter Giosuè Carducci). We komen zeker nog eens terug in Asolo.

Noot

[1] John Julius Norwich, ‘A history of Venice’, p. 367.

2 Comments:

  1. Pingback:Veneto: Bassano del Grappa – – Corvinus –

  2. Pingback:Venetië: San Giobbe – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.