Ik zou ons bezoek aan Bassano del Grappa in de zomer van 2017 als volgt kunnen samenvatten:
- De Duomo: gesloten;
- De kerk van San Giovanni Battista op de Piazza Libertà: gesloten wegens onderhoud;
- De beroemde Ponte Vecchio of Ponte degli Alpini: slechts gedeeltelijk toegankelijk vanwege dringend noodzakelijke herstelwerkzaamheden;
- De kerk van San Francesco op de Piazza Giuseppe Garibaldi: gesloten.
En toch hebben we zeer genoten van het historische centrum in dit prachtige stadje. Bassano del Grappa heeft ongeveer 40.000 inwoners. Het is wellicht het meest bekend vanwege de productie van grappa, een alcoholisch drankje gemaakt van de restanten van druiven. De grappa komt echter niet exclusief uit Bassano; het drankje wordt ook elders in Italië geproduceerd. Sterker nog, het grootste gedeelte van zijn bestaan heette het stadje simpelweg Bassano, of Bassano Veneto. De woorden ‘del Grappa’ werden pas in 1928 toegevoegd en hebben niets te maken met het drankje. Ze verwijzen naar de Monte Grappa in de Venetiaanse Vooralpen, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog duizenden Italiaanse soldaten om het leven kwamen. Het is vandaag de dag moeilijk voor te stellen, maar in 1917 was Bassano een oorlogsgebied dat zeer dicht bij het front lag.
We parkeerden onze auto bij de Parcheggio Prato net ten noorden van het historische centrum. Het was een warme zondag en in het stadje zelf bleek het bijzonder rustig te zijn. We wilden allereerst de Duomo bezoeken. Deze is gebouwd in de late tiende eeuw, maar in 1417 herbouwd en daarna nog verschillende malen gerestaureerd. De officiële naam van het gebouw is de Santa Maria in Colle. We hadden gelezen dat in de Duomo werken van Leandro Bassano (1557-1622) hangen. Hij was een telg uit een beroemde schildersfamilie. Leandro was een zoon van Jacopo Bassano (ca. 1510-1592), de bekendste schilder uit Bassano del Grappa. Het lokale Museo Civico zou de grootste verzameling schilderijen van Jacopo in heel Italië hebben, maar dit museum hebben we overgeslagen (als u er heen wilt gaan, het adres is Piazza Garibaldi 34, direct naast de kerk van San Francesco). Ook de Duomo hebben we niet van binnen gezien. Het gebouw bleek die dag gesloten te zijn.
Vanaf de Duomo liepen we terug naar de stevige toren van het Castello degli Ezzelini, genoemd naar de familie Ezzelino die in de dertiende eeuw over de stad heerste. De beroemdste en tegelijkertijd beruchtste telg van deze familie, Ezzelino III da Romano (1194-1259), is al eerder op deze website ter sprake gekomen (hier en hier). Na de dood van Ezzelino kwam het stadje in handen van achtereenvolgens Vicenza, Padova, Verona en Milaan, voordat het uiteindelijk in 1404 werd opgenomen in de Terra Firma van Venetië, de bezittingen van de Serenissima op het vasteland. Vanaf het Castello liepen we door de Via Giacomo Matteotti (zie de afbeelding hierboven) naar de Piazza Libertà. Daar konden we de enorme kerk van San Giovanni Battista bewonderen, die overigens helaas wegens onderhoudswerkzaamheden gesloten was. Deze kerk is wat de Duitsers een Querkirche noemen. Dit begrip laat zich lastig vertalen; de beste poging daartoe is waarschijnlijk een ‘transept-kerk’. Bij de meeste kerken is het dwarsschip korter dan het schip, maar bij een Querkirche is het precies andersom. De kerk die we vandaag de dag zien, dateert van de vroege achttiende eeuw en werd in de stijl van de Late Barok gebouwd.
Vanaf de Piazza Libertà zetten we onze wandeling voort en via de Via Roma liepen we naar de indrukwekkende Porta Dieda, een voormalige stadspoort. Deze was oorspronkelijk onderdeel van een tweede kasteel, het Castello Inferiore, dat in 1315 door Padova was gebouwd om de dorpjes die buiten de stadsmuren van Bassano waren ontstaan te beschermen. Onder Milanees bestuur, zo’n 75 jaar later, werden er nieuwe stadsmuren gebouwd. Het kasteel werd daarop verwaarloosd en er kwamen huizen voor in de plaats. De Porta Dieda is echter bewaard gebleven. De fresco’s op het bouwwerk dateren van de zestiende eeuw, toen Bassano onder Venetiaans bestuur viel. Dat moge ook wel blijken uit de enorme Leeuw van Sint Marcus en de knielende Doge. Boven de leeuw en de Doge zien we ook de Reichsadler, een symbool van het Heilige Roomse Rijk. Deze verwijst ongetwijfeld naar de keizers uit de dynastie van de Hohenstaufen uit de twaalfde en dertiende eeuw; de eerdergenoemde Ezzelino III da Romano was de luitenant van een van hen, Frederik II (1194-1250). Onder de leeuw zien we vier wapenschilden. Het schild uiterst rechts toont het wapen van Bassano del Grappa. Net boven de poort kunnen we nog net de restanten ontwaren van een fresco van de legendarische Romeinse held Marcus Curtius op zijn paard. Er is niet veel van het fresco over, maar het wordt aan Jacopo Bassano toegeschreven en is daarom belangrijk.
We vervolgden onze weg en kwamen uit bij het hoogtepunt van ieder bezoek aan Bassano: de houten brug over de rivier de Brenta, die bekendstaat als de Ponte Vecchio of Ponte degli Alpini. Delen van de brug waren niet toegankelijk vanwege dringende herstelwerkzaamheden. De brug zag er ook een beetje gammel uit, maar gelukkig konden we nog veilig de rivier oversteken en vanaf de brug een blik op de Vooralpen werpen. De overdekte houten brug werd ontworpen door de beroemde architect Andrea Palladio (1508-1580) uit Vicenza. Hij verving in 1569 een oudere brug uit de vroege dertiende eeuw. Palladio’s brug is nog altijd de beroemdste bezienswaardigheid van Bassano, en het feit dat het originele bouwwerk in 1748 werd verwoest bij een overstroming doet daar niets aan af. Omdat de brug zo belangrijk was, werd hij binnen korte tijd herbouwd en vervolgens nogmaals verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog, kennelijk door Italiaanse partizanen. De Ponte degli Alpini die we tegenwoordig zien, werd in 1947 gebouwd, wederom naar het ontwerp van Palladio. De naam van de brug is afgeleid van de Alpini, het Italiaanse elitekorps van bergsoldaten.
We staken de brug nogmaals over en liepen naar de kerk van San Francesco op de Piazza Giuseppe Garibaldi (zie de afbeelding hierboven). Deze bleek echter gesloten te zijn. We besloten geen bezoek te brengen aan het Museo Civico en zochten weer onze auto op. Ook al hadden we die dag veel bezienswaardigheden noodgedwongen moeten overslaan, we hadden niettemin erg genoten van ons korte verblijf in Bassano del Grappa. Een van de redenen om nog eens terug te komen is de witte asperge. Het stadje is hier beroemd om.
Pingback:Veneto: Asolo – – Corvinus –