Als kind speelde ik vaak het spelletje ‘Botticelli’. Dat werkt zo: iemand bedenkt een beroemd persoon en de andere deelnemers moeten dan raden wie het is door vragen te stellen. Die vragen mogen alleen met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoord worden. Het spelletje is vernoemd naar de beroemde Florentijnse schilder Sandro Botticelli (ca. 1445-1510). Destijds had ik geen idee wie Botticelli was, totdat ik tijdens mijn eerste jaar op de middelbare school een schilderij zag van zijn meesterwerk de Geboorte van Venus. Vele jaren later bewonderde ik het origineel in de Uffizi in Florence. Botticelli’s elegant geschilderde figuren en briljante kleurgebruik hebben mij altijd gefascineerd. Deze bijdrage gaat over drie van zijn werken die in de Uffizi hangen. Naast de Geboorte van Venus (ca. 1485) zijn dat de Primavera (ca. 1482) en de Madonna del Magnificat (ca. 1480-1481). Voor ander werk van Botticelli verwijs ik naar mijn bijdragen over het Museo Poldi Pezzoli en de Pinacoteca Ambrosiana, beide in Milaan.
Primavera
Laten we eerst de Primavera eens nader bekijken. Het schilderij wordt vaak samen met de Geboorte van Venus besproken en het is het oudste van de twee werken. Botticelli schilderde het waarschijnlijk kort na zijn terugkeer uit Rome in 1482. Daar had hij drie fresco’s gemaakt voor de Sixtijnse Kapel. Lang werd gedacht dat Botticelli de Primavera schilderde voor Lorenzo de’ Medici, bijgenaamd ‘Il Magnifico’, de man die de facto over Florence heerste van 1469 tot aan zijn dood in 1492. Deze theorie kan nu echter als weerlegd worden beschouwd. Het is veel aannemelijker dat het schilderij werd gemaakt in opdracht van Lorenzo di Pierfrancesco (1463-1503), een van Lorenzo Il Magnifico’s neven. Volgens een inventaris die in de jaren 1970 werd gepubliceerd hing het schilderij in 1499 in het stadspaleis van Lorenzo di Pierfrancesco. Om precies te zijn hing het aan de muur van de vestibule van de slaapkamer van Lorenzo. Aan de tegenoverliggende muur hing een Madonna met Kind van een onbekende schilder en boven de ingang hing een tweede werk van Botticelli, Pallas en de Centaur (eveneens in de Uffizi). Mogelijk huurde Lorenzo di Pierfrancesco Botticelli in om de Primavera te schilderen ter gelegenheid van zijn huwelijk in juli 1482. Later werd het schilderij verplaatst naar de Villa di Castello, het landgoed van de familie de’ Medici buiten Florence.
Het thema van de Primavera is de komst van de Lente en de viering daarvan. De voorstelling speelt zich af in een nogal donker bos met sinaasappelbomen. Botticelli overtrof zichzelf bij het schilderen van de details, want hij vereeuwigde bijna 500 verschillende soorten planten, waaronder 190 soorten bloemen. Het sinaasappelbos is een rustige en vreedzame plek, maar aan de rechterkant veroorzaakt een indringer een opstootje. Zijn naam is Zephyrus, een windgod, en Botticelli beeldde hem af met wangen vol lucht. Zephyrus probeert Chloris te ontvoeren, een schaars geklede nimf bij wie bloemen uit haar mond komen. Chloris verandert vervolgens in de vrouw die naast haar staat, Flora, de godin van de bloemen. In het midden van het schilderij zien we Venus, de godin van de liefde. Haar zoon Amor of Cupido zweeft boven haar. Hij lijkt met zijn pijl en boog te mikken op het groepje van drie beeldschone vrouwen die een rondedans doen. Zij zijn de drie Gratiën of Chariten en we vinden ze vaak terug in Renaissancekunst (zie Rome: Villa Farnesina voor de Gratiën van Rafaël). Uiterst links staat Mercurius, de boodschapper van de goden. Hij probeert wat wolken te verdrijven met zijn caduceus, een staf omwonden met twee slangen. Mercurius draagt verder de bekende gevleugelde laarzen en heeft een zwaard op de heup.
De Primavera heeft tot veel academische discussies geleid en deze discussies zullen ongetwijfeld nog wel even voortduren. De precieze betekenis van het schilderij zal waarschijnlijk altijd wel onbekend blijven. Het staat echter vast dat Botticelli inspiratie ontleende aan de Romeinse dichter Ovidius (ca. 43 BCE-18 CE). Ovidius schreef een gedicht in zes boeken over de Romeinse kalender en religieuze festivals. In zijn vijfde boek beschreef hij de ontvoering van Chloris door Zephyrus. Een tweede inspiratiebron was waarschijnlijk het gedicht “De Rerum Natura” van de dichter en filosoof Lucretius (ca. 99-55 BCE). Er is ook wel betoogd dat het schilderij mogelijk een Neoplatoonse boodschap bevat. Het Neoplatonisme was inderdaad populair in het Florence van de Renaissance en een van de voornaamste aanjagers ervan was Marsilio Ficino (1433-1499), de hoffilosoof van de de’ Medici’s. Al met al is er genoeg stof tot nadenken, maar ik zal het aan beter onderlegde schrijvers overlaten om hun oordeel te geven over een mogelijke Neoplatoonse betekenis van de Primavera.
De Geboorte van Venus
Meestal wordt aangenomen dat de Geboorte van Venus omstreeks 1485 werd geschilderd. Het werk is daarmee zo’n drie jaar jonger dan de Primavera. Een opmerkelijk verschil met het eerdere werk is dat het op doek in plaats van op hout werd geschilderd. Schilderijen op doek waren goedkoper dan paneelschilderingen. De laatstgenoemde werden vooral gebruikt voor het decoreren van palazzo’s en openbare gebouwen. Doekschilderingen werden daarentegen meestal meegenomen naar landgoederen buiten de stad, waar ze in de beslotenheid van de familie bewonderd konden worden. Het is daarom ook niet verrassend dat de Geboorte van Venus aan het begin van de zestiende eeuw in de Villa di Castello hing. Aangezien rond die tijd ook de Primavera hier hing, is vaak aangenomen dat de twee werken als tegenhangers werden geschilderd. Maar ook al zijn er enkele thematische gelijkenissen tussen de twee mythologische schilderijen, deze aanname kan niet kloppen. Zoals we hierboven al gezien hebben, bevond de Primavera zich in 1499 in het palazzo van Lorenzo di Pierfrancesco. De Geboorte van Venus wordt niet genoemd op de inventarislijst van dat stadspaleis. We moeten daarom wel concluderen dat de schilderijen pas later verenigd werden. Die conclusie wordt alleen maar versterkt door het verschil in het gebruikte materiaal, doek versus hout. We weten niet wie de opdracht gaf voor het schilderij, maar aangezien het uiteindelijk zijn weg vond naar het landgoed van de de’ Medici’s mogen we toch wel aannemen dat het een lid van deze uitgebreide familie was.
Venus staat wederom centraal op het schilderij, maar ditmaal is ze naakt afgebeeld. Ze probeert haar borsten te bedekken met haar rechterarm en haar schaamstreek met haar golvende rossige haar. Deze houding was duidelijk gebaseerd op klassieke beeldhouwwerken van de Venus Pudica, de kuise Venus (voorbeelden hier en hier). Sterker nog, Botticelli schilderde zijn Venus in wezen als een standbeeld. De kleur van haar huid is die van koel marmer, de houding die ze aanneemt is fysiek onmogelijk en haar nek is iets te lang om realistisch te zijn. En toch is deze Venus werkelijk beeldschoon.
Hoewel het schilderij de Geboorte van Venus genoemd wordt, gaat het eigenlijk niet over haar geboorte (zie voor die gebeurtenis bijvoorbeeld deze bijdrage). De godin is afgebeeld terwijl ze op een grote schelp staat. Ze wordt richting de kust geblazen door twee figuren die links in de lucht zweven. De mannelijke figuur is wederom de windgod Zephyrus (zie hierboven), maar wie de naakte vrouw is, is minder duidelijk. Als we uitgaan van een parallel tussen de Geboorte van Venus en de Primavera, dan zou ze Chloris kunnen zijn, maar vaker wordt aangenomen dat ze Aura voorstelt, eveneens een windgod (haar naam betekent feitelijk “briesje”). Aan de kust staat een vrouw in een wit gewaad met bloemmotieven, klaar om de naaktheid van Venus te bedekken met een grote mantel. Deze vrouw is geïdentificeerd als een van de Horae, de godinnen van de seizoenen.
Net als de Primavera puilt de Geboorte van Venus uit van het symbolisme en dit heeft logischerwijs tot veel academische discussies en speculatie geleid. De laurierbomen (Laurus nobilis in het Latijn) zouden verwijzen naar de naam Lorenzo (Laurentius in het Latijn, “de gelauwerde”), met wie wellicht Lorenzo Il Magnifico of zijn neef Lorenzo di Pierfrancesco bedoeld is. Maar misschien is deze interpretatie wel erg vergezocht en gaat het gewoon om bomen. De bloemen (florae in het Latijn) in de lucht zouden kunnen verwijzen naar de stad Florence (Florentia in het Latijn). Maar wellicht zijn het slechts bloemen. Misschien stond de beeldschone Simonetta Vespucci (1453-1476) wel model voor deze Venus. Zij was een adellijke dame uit Genua die was getrouwd met een man uit de Florentijnse familie Vespucci (zie deze bijdrage). We zullen het nooit weten. Wat we wel weten is dat de Geboorte van Venus een van de mooiste Renaissanceschilderijen aller tijden blijft.
Madonna del Magnificat
Botticelli schilderde zijn Madonna del Magnificat waarschijnlijk in 1480 of 1481, dus vlak voordat hij naar Rome vertrok om de muren van de Sixtijnse Kapel van fresco’s te voorzien. De (niet-officiële) naam van het schilderij is afgeleid van het eerste woord – “MAGNIFICAT” – op de rechter pagina van het boek dat wordt vastgehouden door de twee engelen links. De tekst komt uit het Evangelie volgens Lucas en verwijst naar de lofprijzingen die Maria uitspreekt tegenover haar bloedverwant Elisabet, die op dat moment zwanger is van Johannes de Doper (“magnificat anima mea Dominum etc”; Lucas 1:46-55).
De Madonna del Magnificat is een tondo, een rond schilderij dat doorgaans werd gebruikt voor het decoreren van een palazzo of een gildehuis. Botticelli heeft de Maagd afgebeeld terwijl ze de laatste regels van haar lofprijzing op papier zet. Haar hand wordt geleid door het Christuskind op haar schoot. Twee engelen houden het boek vast en een derde leunt over hen heen om te zien wat er opgeschreven wordt. Een vierde engel, voor wie er eigenlijk te weinig ruimte lijkt te zijn aan de linkerkant, houdt een kroon boven het hoofd van Maria, daarbij geholpen door een vijfde engel aan de rechterkant. Maria en het Christuskind houden met hun linkerhand een granaatappel vast. Op de achtergrond zien we een landschap met een rivier en een bouwwerk dat op een kasteel lijkt.
De persoon die opdracht gaf voor het maken van de Madonna del Magnificat is onbekend, maar hij moet schatrijk zijn geweest. In geen enkele andere tondo heeft Botticelli zo veel goudverf gebruikt. Volgens kunsthistorica Barbara Deimling gebruikte hij die verf “for the ornamentation of the robes, for the divine rays, and for Mary’s crown, and even utilizing it to heighten the hair colour of Mary and the angels”. Het resultaat is een prachtig schilderij dat, hoewel heel anders dan de Primavera en de Geboorte van Venus, zeker niet uit de toon valt in dezelfde zaal in de Uffizi.
‘Botticelli’ van Barbara Deimling was een belangrijke bron voor deze bijdrage.
Bijgewerkt 6 mei 2023.
Pingback:Florence: Titiaan in de Uffizi – – Corvinus –
Pingback:Florence: Ognissanti – – Corvinus –
Pingback:Florence: Badia Fiorentina – – Corvinus –
Pingback:De 8 hoogtepunten van… het Museo Nazionale Romano (Palazzo Altemps) – – Corvinus –
Pingback:Florence: Santa Maria Novella – – Corvinus –
Pingback:Spoleto: De Duomo – – Corvinus –