Cyprus: de mozaïeken van Paphos

De satyr Marsyas.

Paphos, gelegen in het zuidwesten van Cyprus, kan bogen op een flink aantal historische schatten. De stad werd tijdens de Ptolemaeïsche tijd (ca. 323-58 BCE), toen het eiland werd geregeerd door de afstammelingen van Ptolemaios, generaal van Alexander de Grote, de hoofdstad van Cyprus. Daarvóór was Salamis de hoofdstad geweest, maar de Ptolemiden gaven de voorkeur aan Paphos, waarschijnlijk omdat de stad dichter bij hun eigen hoofdstad Alexandrië in Egypte lag.

In 58 BCE werd Cyprus een Romeinse provincie. In dat jaar werd Marcus Porcius Cato naar het eiland gestuurd om te regelen dat het onderdeel werd van het Romeinse Rijk. Onder keizer Augustus (27 BCE-14 CE) werd de provincie aan de Senaat overdragen. Senaatsprovincies waren doorgaans de rustigste en stabielste provincies. De aanwezigheid van Romeinse legioenen was er niet vereist, en Cyprus vormde geen uitzondering op deze regel. Tijdens de Romeinse tijd heerste op het eiland over het algemeen vrede. Honderden jaren lang was Cyprus welvarend. De door de Senaat aangestelde gouverneur – een proconsul – vestigde zich in Paphos en koos vermoedelijk het zogenaamde Huis van Theseus als zijn residentie.

Paphos en Paulus

Het Archeologisch Park van Paphos bevindt zich op een vlakte nabij de zee. Het park is beroemd om zijn schitterende mozaïeken, die dateren van de tweede tot en met de vijfde eeuw. Bezoekers kunnen deze bewonderen in verschillende ‘huizen’ op het terrein: het Huis van Theseus, het Huis van Aion, het Huis van Dionysos, het Huis van Orpheus en het Huis van de Vier Seizoenen. Het terrein zelf is voornamelijk gevuld met puin en een enkele verdwaalde zuil. De noemenswaardige uitzondering hierop vormt het Odeon, het theater uit de tweede eeuw. Het valt echter moeilijk te ontkennen dat bezoekers hier in de eerste plaats voor de mozaïeken komen. Laten we die daarom eens nader bekijken.

Restanten van het Huis van Theseus.

Het Huis van Theseus was de residentie van de Romeinse proconsul, de gouverneur van Cyprus. Mogelijk was dit de plek waar de apostel Paulus de Romeinse proconsul Sergius Paulus overreedde om zich tot het christendom te bekeren. Paulus was naar Cyprus gereisd met zijn metgezel Barnabas. Die was zelf afkomstig van Cyprus (Handelingen 4:36) en was op dat moment waarschijnlijk van de twee apostelen degene met het grootste gezag. Barnabas en Paulus waren vertrokken vanuit Seleucia, de haven van Antiochië in Syrië. Eerst hadden ze gepreekt in Salamis. Dat was als gezegd de voormalige hoofdstad van Cyprus. Daar verkondigden de twee apostelen “Gods boodschap in de synagogen van de Joden” (Handelingen 13:5 NBV).

Hierna bezochten Barnabas en Paulus andere steden op het eiland en uiteindelijk kwamen ze in Paphos terecht, waar de Romeinse gouverneur resideerde. Sergius wilde weleens weten wat de twee vreemdelingen te zeggen had en nodigde hen bij hem in de residentie uit. Tot het gevolg van de gouverneur behoorde ook “een Joodse magiër (…), een valse profeet die Barjesus heette” (Handelingen 13:6 NBV). Hij was waarschijnlijk een waarzegger of astroloog. Romeinse gouverneurs hadden wel vaker dat soort mensen om zich heen. Het beviel deze Barjesus niet wat Barnabas en Paulus te vertellen hadden en hij probeerde zijn meester ervan te overtuigen dat hij niet naar hen moest luisteren. Paulus zorgde er vervolgens voor dat de magiër door blindheid getroffen werd. Sergius Paulus was hier zo van onder de indruk dat hij zelf een christen werd. Daarmee was hij de eerste Romeinse magistraat die zich tot het christendom bekeerde (Handelingen 13:7-12). Het is mogelijk dat Paulus, die eerder nog Saulus heette, zijn Romeinse naam ‘Paulus’ aan deze Sergius ontleende (cf. Handelingen 13:9).

Het Huis van Theseus

Als de verhalen over Paulus en Sergius op waarheid berusten, dan moeten deze gebeurtenissen in het jaar 44 of 45 hebben plaatsgevonden. Het is mogelijk dat Sergius Paulus en Barnabus uitnodigde om naar de ontvangstruimte te komen van het gebouw dat tegenwoordig bekendstaat als het Huis van Theseus. Dit ‘huis’ was in feite een paleis in Hellenistische stijl met vier vleugels en een centrale binnenplaats. Paulus had echter niet de mozaïeken in het paleis kunnen zien, want die zijn van (veel) latere datum, namelijk de tweede of derde eeuw. Het Huis van Theseus ontleent zijn naam aan het mozaïek waarop de Atheense held Theseus is afgebeeld terwijl  hij in gevecht is met de minotaurus. Hoewel het mozaïek hier en daar beschadigd is, is het niet moeilijk te interpreteren. In het midden zien we Theseus zelf, zwaaiend met een knots. Rechts is de minotaurus weergegeven als een groot stierenhoofd. Boven de stier zien we de personificatie van Kreta, het eiland waar Theseus in het labyrint onder het paleis van Koning Minos met de minotaurus strijd leverde. In de linker bovenhoek zien we Minos’ dochter Ariadne, die Theseus hielp het monster te verslaan. Onder haar is dan nog een personificatie van het labyrint afgebeeld. Sterker nog, het geometrische mozaïek rondom de centrale scène is in feite een knappe weergave van het labyrint zelf.

Theseus in gevecht met de minotaurus. Rechtsboven de personificatie van Kreta.

Het Theseusmozaïek is ouder dan het andere belangrijke mozaïek uit het Huis van Theseus. Dit mozaïek uit de vroege vijfde eeuw stelt het eerste bad van Achilles voor, de beroemde Griekse held uit de Trojaanse oorlog. In het midden van het mozaïek ligt Thetis, de moeder van Achilles, aan op een divan. Zijn vader Peleus zit in een stoel, gekleed als een Romeinse magistraat en met een staf die zijn autoriteit aangeeft in zijn linkerhand. Naast hem staan Klotho, Lachesis en Atropos, de drie schikgodinnen of Moirai. Klotho is degene die de levensdraad spint; op het mozaïek houdt ze ook een spoel vast. Lachesis meet de lengte van de draad af en Atropos knipt deze door met haar schaar. Het meetinstrument en de schaar zijn echter niet afgebeeld; Lachesis en Atropis houden respectievelijk een schrijftafeltje en een boekrol vast. Het kindje Achilles is links te zien, in de armen van een blonde voedster genaamd “Anatrophe”, wat Grieks is voor ‘opvoeding’. Een dienstmeisje links van haar houdt een kruik met water voor het bad vast. Haar naam is Ambrosia, al luidt de tekst op het mozaïek eigenlijk Anbrosia. In de Griekse mythologie wordt Achilles als baby door zijn moeder in de rivier de Styx ondergedompeld om hem onkwetsbaar te maken. Ze houdt hem daarbij echter bij zijn hiel vast, waardoor er één plek ontstaat waar de held geraakt kan worden, zijn Achilleshiel. In een andere versie van het verhaal zalft Thetis haar zoon met ambrozijn, het voedsel van de goden, om hem onkwetsbaar te maken. De naam “Ambrosia” zou naar deze versie van de mythe kunnen verwijzen.

Het Bad van Achilles.

Het Huis van Aion

Het immense mozaïek in het Huis van Aion.

De mozaïeken in het Huis van Aion dateren van het midden van de vierde eeuw. Het gaat in wezen om één enorm mozaïek in de ontvangstruimte dat weer bestaat uit vijf mythologische voorstellingen. Het mozaïek in de linker benedenhoek is helaas hier en daar zwaar beschadigd, maar het stelt de “triomfantelijke processie van Dionysos” voor. Rechts ervan zien we hoe de satyr Marsyas wordt weggeleid om bestraft te worden nadat hij een muziekwedstrijd van Apollo heeft verloren. Om begrijpelijke redenen is de bestraffing zelf niet afgebeeld: deze was beestachtig. Apollo vilde zijn verslagen tegenstander levend en nagelde diens huid aan een boom. Deze boom is zichtbaar op het mozaïek en Marsyas wordt er door Scythiërs heen geleid. Eveneens onderdeel van de voorstelling is Planē, de personificatie van de fout. Zij zou kunnen verwijzen naar de fout die Marsyas maakte door een Olympische godheid tot een duel uit te dagen, een goed voorbeeld van wat de Grieks “hubris” noemden. Aan de voeten van Apollo smeekt een leerling van Marsyas, een zekere Olympos, om het leven van zijn meester te sparen.

Het grote rechthoekige mozaïek in het midden stelt “de schoonheidswedstrijd tussen Kassiopeia en de Nereïden voor”. Gedeelten van het mozaïek zijn verloren gegaan. De Nereïden waren de 50 dochters van Nereus en Doris. Doris is ook op het mozaïek te zien; ze is de eerste vrouw op het rechter gedeelte van het centrale mozaïek. Ze is in dit geval echter zelf een Nereïde en neemt deel aan de wedstrijd met haar dochters of zusters Thetis (de moeder van Achilles, zie hierboven) en Galatea. Zeus en Pallas Athene slaan de wedstrijd vanuit de lucht gade. Eveneens onderdeel van de voorstelling zijn engelachtige figuren genaamd erotes, en de rode figuren zijn zeewezens. Als mijn ogen me niet bedriegen staan op het mozaïek ook de woorden “bythos” en “pontos”, die respectievelijk als “diepte van de zee” en “zee” vertaald kunnen worden.

De schoonheidswedstrijd tussen Kassiopeia en de Nereïden.

Aion.

Het linker gedeelte van het mozaïek is beschadigd en veel lastiger te interpreteren. In de rechter bovenhoek zien we Aion, de god van de eeuwigheid en het jurylid van de schoonheidswedstrijd. Omdat hij zich in het midden van het hele mozaïek bevindt, is het huis naar hem vernoemd. Rondom zijn hoofd heeft hij een aureool. Verder draagt hij een kroon en heeft hij een scepter in zijn linkerhand. Zijn gedeeltelijk bewaard gebleven rechterhand wijst naar Kassiopeia als de winnares van de wedstrijd. Het grootste gedeelte van zijn lichaam is verdwenen, maar net onder het beschadigde gedeelte valt nog zijn Griekse naam ΑΙΩΝ te lezen. De godin Krisis (“oordeel”) biedt Kassiopeia een kroon aan, terwijl de zonnegod Helios zijn handen vanuit de hemel lijkt uit te strekken om haar te feliciteren. Een naakt jongetje (“Kairos”, i.e. “geluk”) geeft Kassiopeia een munt. Achter Kassiopeia staat dan nog een dienstmeisje, van wie niet veel meer over is.

Het mozaïek in de linker bovenhoek stelt het verhaal van Leda en de zwaan voor. Leda was de vrouw van Koning Tyndareus van Sparta. De oppergod Zeus veranderde zichzelf in een prachtige zwaan om haar te verleiden. Volgens de Griekse mythologie sprong de zwaan vervolgens in Leda’s armen en verkrachtte haar. Helaas is het mozaïek beschadigd. Het best geconserveerde mozaïek zien we in de rechter bovenhoek. Het stelt het Bad van Dionysos voor. Nimfen uit Nysa maken een bad klaar voor de pasgeboren baby Dionysos. Deze zit op schoot bij Hermes. De satyr Tropheus strekt zijn armen uit om het kind van Hermes, die een gevleugelde kroon draagt, aan te nemen. Eveneens onderdeel van de voorstelling zijn Anatrophe (“opvoeding”, zie hierboven), Ambrosia en Nektar (eten en drinken van de goden). Achter Hermes staat Theogonia, vermoedelijk de personificatie van de “geboorte van de goden”(dat is namelijk wat haar naam betekent).

Het Bad van Dionysos.

Andere Huizen

Het Huis van de Vier Seizoenen.

Er zijn nog meer huizen in het Archeologisch Park van Paphos, maar helaas heb ik geen foto’s van de mozaïeken in de Huizen van Dionysos en Orpheus. Elders op het Internet zijn die ongetwijfeld alsnog te vinden. Ik heb nog wel het Huis van de Vier Seizoenen kunnen bezoeken, genoemd naar het hier gevonden vloermozaïek uit de tweede eeuw. In de vier hoeken van dit mozaïek ziet men de personificaties van zomer, lente, herfst en winter.

Ver boven de afbeeldingen van de seizoenen staat een Griekse tekst. Die luidt: ΧΑΙΡΕΙ, oftewel “Welkom”. Ik voelde me inderdaad zeer welkom op deze prachtige locatie.

2 Comments:

  1. Pingback:Kreta: De Minoïsche beschaving en haar opvolgers – – Corvinus –

  2. Pingback:Cyprus: Polis en omgeving – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.