Brescia: Santa Maria delle Grazie

De Santa Maria delle Grazie.

De kerk van Santa Maria delle Grazie en het naastgelegen heiligdom (santuario) met dezelfde naam zijn voor inwoners van Brescia van groot belang. Het was namelijk in het genoemde heiligdom dat een zekere Giovanni Battista Montini, nog maar 22 jaar oud en net tot priester gewijd, in 1920 zijn eerste mis hield. In 1963 werd hij tot Paus Paulus VI gekozen. Aangezien hij afkomstig was uit Concesio, een plaatsje net ten noorden van Brescia, beschouwen de Brescianen hem als een van hen. In de Santa Maria delle Grazie vinden we dan ook in een van de kapellen een reliëf van deze paus en een gebed dat te zijner ere kan worden uitgesproken.

De kerk werd begin zestiende eeuw gebouwd door leden van de Orde van de Heilige Hiëronymus. Deze Hiëronymieten hadden oorspronkelijk een kerk gehad die een flink stuk buiten de stadsmuren van Brescia stond. Nadat de Fransen onder Gaston de Foix, Hertog van Nemours (1489-1512), in 1512 de stad hadden geplunderd, werd besloten dat kerken buiten de stadsmuren dienden te verdwijnen. In 1517 gaven de Hiëronymieten gehoor aan de oproep hun oude kerk af te breken en kregen ze in de stad de dertiende-eeuwse kerk van Santa Maria di Palazzolo toegewezen. Deze kerk en het aangrenzende klooster behoorden toe aan leden van de Orde van de Humiliati, de Nederigen (zie Florence: Ognissanti). Die orde verkeerde echter in haar nadagen; in 1571 zou ze ontbonden worden door Paus Pius V (1566-1572). Het feit dat ze haar kerk en klooster kwijtraakte aan de Hiëronymieten was een teken van haar afnemende prestige.

Interieur van de kerk.

Kroning van de Maagd – Paolo da Caylina de Jongere.

De Hiëronymieten lieten de Santa Maria di Palazzolo staan en bouwden aan de andere kant van de kloostergang een nieuwe kerk, die de naam Santa Maria delle Grazie kreeg, Onze-Lieve-Vrouwe van de Genade. De bouw begon in 1522 onder leiding van broeder Lodovico Barcella, zelf lid van de Orde. In 1539 werd het inmiddels voltooide gebouw gewijd. Tot 1668 konden de Hiëronymieten van hun nieuwe onderkomen genieten. In dat jaar werden ze ontbonden door Paus Clemens IX (1667-1669). Kerk en klooster werden vervolgens toegewezen aan de Jezuïeten, die het complex tot 1797 zouden beheren.

De buitenkant van de Santa Maria delle Grazie is zeer eenvoudig. De tamelijk saaie gevel wordt gelukkig opgesierd door een portaal dat afkomstig is uit de oude kerk. Vooral het vijftiende-eeuwse timpaan boven de ingang is schitterend. Een moderne versiering buiten de kerk is de Ionische zuil met een beeld van de Madonna van de Vrede van de hand van de beeldhouwer Emilio Magoni (1867-1922).

De kerk heeft een schitterend Barokinterieur dat hoofdzakelijk van de zeventiende eeuw dateert. Het behoort tot de mooiste en zeker de weelderigste in heel Brescia (zie de tweede afbeelding in deze bijdrage). Wie omhoog kijkt, ziet direct het vergulde stucwerk. En wie naar beneden kijkt, zal zich direct vergapen aan de prachtige vloer met trompe-l’oeil decoraties. Ooit bezat de kerk drie werken van de grote schilder Il Moretto (Alessandro Bonvicino; ca. 1498-1554/64). Twee daarvan zijn echter helaas vervangen door kopieën, te weten een paneel van Sint Antonius van Padova te midden van andere heiligen (gemaakt omstreeks 1530) en een Geboorte van Christus boven het hoofdaltaar. De originele werken hangen nu in de Pinacoteca Tosio Martinengo. De enige echte Moretto is in de rechter zijbeuk te vinden, een paneel van de Madonna met het Kind in Glorie en de Heiligen Rochus, Maarten en Sebastiaan. Het werd omstreeks 1525 gemaakt.

Klooster.

Santuario della Santa Maria delle Grazie.

Zelf stond ik even stil bij de kapel met het reliëf van en het gebed voor Paus Paulus VI. Niet omdat ik nu zo’n fan ben van deze paus (inmiddels heilig verklaard), maar vanwege het mooie altaarstuk van Paolo Caylina de Jongere (ca. 1485-1545). Het stelt de Kroning van de Maagd in de hemel voor, een gebeurtenis waarvan vier heiligen op de grond getuige zijn (zie de afbeelding hierboven). De belangrijkste is Sint Hiëronymus (ca. 347-420), slechts gekleed in een lendendoek. Zoals de naam van de orde wel aangeeft, was hij de grote inspirator van de Hiëronymieten. De andere door Caylina geschilderde heiligen zijn leerlingen van Hiëronymus; de man links is Eusebius van Cremona, de vrouwen rechts zijn Paula en Eustochium, moeder en dochter. De achtergrond van het schilderij is zeer fraai. Zo zien we Christus nog aan het kruis hangen.

Via een uitgang aan de linkerkant van de kerk bereiken we een kleine, maar mooie kloostergang met een fontein. Op de fontein staat een beeld van de Madonna van de hand van Santo Calegari il Vecchio (1662-1717). Via de kloostergang kunnen we het heiligdom (santuario) van Santa Maria delle Grazie betreden. Als gezegd stond hier oorspronkelijk de kerk van Santa Maria di Palazzolo. Deze werd na vele renovaties uiteindelijk vervangen door het huidige neogotische heiligdom. Dit gebeurde in het laatste kwart van de negentiende eeuw onder leiding van de architect Antonio Tagliaferri (1835-1909). Het neogotische schilderwerk werd verzorgd door Modesto Faustini (1839-1891) en diens opvolger Cesare Bertolotti (1854-1932). Het enige echt oude schilderstuk in het heiligdom is een Geboorte van Christus boven het altaar. Het dateert van de vijftiende eeuw en wordt toegeschreven aan een schilder uit de school van Vincenzo Foppa (ca. 1427-1515).

Bronnen

2 Comments:

  1. Pingback:Brescia: Stad van pleinen – – Corvinus –

  2. Pingback:Brescia: De Duomo Nuovo – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.