Gubbio: Umbriërs en Romeinen

Romeins theater van Gubbio.

De Italiaanse regio Umbrië is een moderne creatie. Historisch bezien was de streek waar de oude Umbriërs leefden, ‘het oudste volk van Italië’[1], zowel veel kleiner als veel groter. De streek was kleiner omdat het westelijke deel van Umbrië in handen van de Etrusken was, die er woonden in steden als Perugia en Orvieto. Tevens was de streek echter veel groter, vanwege het simpele feit dat er ook Umbriërs leefden in gebieden die nu tot de Marche en de Emilia-Romagna behoren. De Umbriërs waren niet één verenigd volk, maar een verzameling stammen en clans die voornamelijk in kleine nederzettingen woonden. Het waren boeren en schaapsherders, mensen die de aarde bewerkten en hun kuddes schapen hoedden. Er waren maar weinig echte steden, en de steden die er waren, kwamen pas in de vijfde of vierde eeuw BCE tot ontwikkeling. Gubbio of Ikuvium was er daar één van (het eerder besproken, en veel oudere, Amelia is een tweede voorbeeld).

Het oude Ikuvium was gebouwd tegen de helling van de Monte Ingino. Door deze plek kon de stad beter verdedigd worden tegen aanvallen. Gevaar lag overal op de loer, en de gevaarlijkste vijand was waarschijnlijk wel een groeiende macht verder naar het zuiden: Rome. Omstreeks de late vierde of vroege derde eeuw BCE hadden de Romeinen de Umbriërs onderworpen. Na de Slag bij Sentinum van 295 BCE, waaraan de Umbriërs niet meededen ook al waren ze lid van een anti-Romeinse coalitie van Etrusken, Kelten en Samnieten, was de Romeinse hegemonie definitief gevestigd. Gubbio stond voortaan bekend als Iguvium. Koning Genthios, de onfortuinlijke koning van de Illyriërs, werd hier in 167 BCE, na de Derde Macedonische Oorlog, gevangengezet. Genthios stierf ook in Iguvium en werd er volgens sommigen ook begraven in het grote mausoleum dat zo’n 375 meter ten zuiden van het Romeinse theater van Gubbio staat. Volgens anderen gaat het bij het mausoleum echter om de laatste rustplaats van een man genaamd Pomponius Graecinus. De waarheid is dat we gewoon niet weten voor wie het mausoleum werd gebouwd.

Het Romeinse theater van Gubbio, met daarachter het middeleeuwse Gubbio en op de berg de kerk van Sant’Ubaldo.

Het eerdergenoemde theater dateert van de eerste eeuw BCE. Uit de locatie van het theater blijkt dat het leven in de Romeinse tijd relatief veilig was, en dat mensen van de berg afkwamen en zich in de vallei vestigden. Pas tijdens de vroege Middeleeuwen keerden de burgers terug naar de hoger gelegen delen en vond feitelijk een herstichting van de stad plaats. Tegenwoordig staat Gubbio bekend als een van de best bewaard gebleven middeleeuwse stadjes in heel Italië. De ruïne van het theater is het meest tastbare overblijfsel uit de Romeinse periode (zie de afbeeldingen hierboven). Ooit was dit een groot theater. Het had zitplaatsen voor ongeveer 6.000 toeschouwers, waaruit we mogen afleiden dat Iguvium een belangrijke nederzetting was. Een aantal decoraties van het theater wordt bewaard in het Museo Civico, dat onderdak heeft gekregen in het Palazzo dei Consoli. Daar vinden we ook de restanten van een inscriptie ter herinnering aan de restauratie van het theater door een lokale magistraat genaamd Gnaeus Satrius Rufus. Naast het theater staat een klein museum (of antiquarium). Het is gehuisvest in een gebouw dat over een Romeinse domus heen is gebouwd. In het museum kunnen bezoekers enkele mozaïeken bewonderen, maar het museum bleek gesloten te zijn toen wij in september 2018 Gubbio bezochten.

De Iguvinische Tafelen.

Beeldje van Mars.

We brachten wel een bezoek aan het Palazzo dei Consoli en het Museo Civico. Hier kunnen we veel te weten komen over de samenleving, de cultuur en de godsdienst van de oude Umbriërs. De beroemdste voorwerpen die in het museum worden tentoongesteld zijn de Iguvinische Tafelen, een verzameling van zeven bronzen platen met daarop zo’n 4.300 woorden in het Oud-Umbrisch (zie de afbeelding hierboven). Deze platen werden in 1444 ontdekt en in 1456 aan de lokale autoriteiten verkocht. Vanaf de zestiende eeuw hebben geleerden zich over de Tafelen gebogen. Ze gebruiken twee verschillende soorten schrift. Het schrift op de Tafelen 1 tot en met 5 is een enigszins aangepaste versie van het Etruskische alfabet.[2] Deze Tafelen moeten van rechts naar links worden gelezen. Een deel van Tafel 5 gebruikt het Latijnse schrift van de Romeinen[3] en dat geldt ook voor de Tafelen 6 en 7. Die moeten dus van links naar rechts worden gelezen. “The language of the Ancient Umbrians (…) is the best documented of the languages of Ancient Italy”[4], dankzij Iguvinische Tafelen en afgezien van het Latijn natuurlijk. De Tafelen hebben “the longest ritual text we have from Antiquity”.[5]

De teksten op de Tafelen hebben betrekking op religieuze rites, ceremoniën en formules. Voor bezoekers die geen Oud-Umbrisch kunnen lezen (i.e. praktisch alle bezoekers) heeft het museum een korte lijst gemaakt van woorden die op de Tafelen worden gebruikt. Sommige woorden, zoals okri (heilige berg), hebben geen enkele relatie met het Latijn. In andere woorden herkennen we wel een Latijnse connectie, bijvoorbeeld in trifu (een district; tribus in het Latijn), poplo (‘de verzamelde gewapende patriciërs’; cf. het Latijnse populus) en uinu (wijn; vinum in het Latijn).

Deksel van een askist.

Een ander interessant voorwerp in het museum is het deksel van een askist uit Bevagna. Dit deksel dateert van de tweede eeuw BCE en de kist bevatte ooit de as van een lokale magistraat. De decoraties op het voorwerp – een wiel en twee griffioenen – zijn niet erg indrukwekkend, maar de tekst op het deksel is belangrijk. Het gebruikte schrift is wederom een aangepaste versie van het Etruskische alfabet. In het Latijnse alfabet staat er:

PE * PE * VFEŘIER * VHTVR

De overledene heette dus Pettius, zoon van Pettius. Hij behoorde tot de gens Ofedia en bekleedde het ambt van Uhtur, waarschijnlijk het Umbrische equivalent van het consulaat.

Noten

[1] ‘Gens antiquissima Italiae’, volgens Plinius de Oudere (Naturalis Historia, Boek 3.112).

[2] Wat weer gebaseerd is op het Griekse alfabet, wat zelf weer gebaseerd is op het Fenicische alfabet.

[3] Dat zelf weer op het Etruskische alfabet is gebaseerd.

[4] Volgens een informatiebordje in het Museo Civico.

[5] Idem.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.