Vicenza: De Duomo

De Duomo of Santa Maria Annunciata.

De stad Vicenza heette in de Romeinse tijd Vicetia. Vicetia lijkt niet bijzonder belangrijk te zijn geweest, maar haar kathedraal is al erg oud. De stad had al in de derde eeuw een christelijke gemeenschap die gebruik maakte van een Romeins gebouw uit de eerste eeuw. De eerste echte kerk op deze plek verrees nadat het Edict van Milaan van 313 het christendom een officiële status binnen het Romeinse Rijk had gegeven. Wellicht dat dit gebouw als de eerste Duomo van Vicenza kan worden beschouwd. In de daaropvolgende eeuwen werd het gebouw veelvuldig gerestaureerd, uitgebreid, beschadigd, herbouwd en hersteld.

Exterieur

Het huidige uiterlijk van de kathedraal, gewijd aan Santa Maria Annunciata, gaat terug tot de vijftiende eeuw. Haar in Gotische stijl uitgevoerde gevel werd tussen 1444 en 1467 gebouwd. De kathedraal heeft een koepel die in de jaren 1550 en 1560 werd ontworpen en verwezenlijkt door de beroemde architect Andrea Palladio (1508-1580). Helaas raakte de Duomo in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd door Geallieerde bombardementen. De koepel van Palladio werd verwoest en van het schip van de kathedraal was weinig meer over. Eigenlijk stond alleen de gevel van het gebouw nog overeind. Direct na het einde van de oorlog werd begonnen met de herbouw van de Duomo en dit project werd tot in de eenentwintigste eeuw voortgezet: de renovatie werd pas in 2002 afgerond.

Zijaanzicht van de Duomo.

Apsis en koepel.

Het moet gezegd worden dat het zwaar gerestaureerde gebouw dat we vandaag de dag kunnen bezoeken qua exterieur niet erg fraai is. De Gotische gevel, uitgevoerd in wit en roze, is echter best mooi en wel een paar minuten van uw tijd waard. De gevel is opgebouwd uit vier lagen. De onderste laag is tevens de grootste. Deze bestaat uit vijf grote puntbogen, waarbij de middelste de enige ingang aan de voorkant overspant. De tweede laag heeft een groot roosvenster en zes zuilen, terwijl de derde en de vierde laag voorzien zijn van vijf beelden en twee kleine torens of pinakels. En over torens gesproken: de Duomo van Vicenza heeft een vrijstaande klokkentoren rechts van de apsis. De basis van dit bouwwerk dateert van de tiende eeuw, de bouwlaag daarboven van de twaalfde. Kennelijk heeft deze klokkentoren de oorlog overleefd.

We konden Andrea Palladio’s enorme koepel al van verre zien, maar hadden toen nog geen idee wat we eigenlijk zagen. We gingen er aanvankelijk vanuit dat de koepel een apart gebouw was, en dat komt omdat het bouwwerk qua kleur en vormgeving niet erg goed bij de rest van de kathedraal past. Natuurlijk moeten we hierbij in ogenschouw nemen dat het niet om een oorspronkelijke koepel gaat. Die ging immers tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren. Palladio bouwde het origineel in twee fasen. In 1558 en 1559 begon hij met de bouw van de lijst boven de ramen van de apsis en voegde hij de trommel toe. Na een pauze van vijf jaar zette Palladio het werk voort en bouwde hij de koepel zelf, tussen 1564 en 1566.

Interieur

Interieur van de Duomo.

Het interieur van de Duomo kan worden beschreven als een enorme open ruimte. De kathedraal is eenbeukig en heeft verschillende zijkapellen. De muren, bogen, zuilen en het plafond zijn wederom een interessante combinatie van wit en zacht roze. De kleuren zijn echt een feest voor het oog. Via een trap komen we bij het koor en het hoofdaltaar in de apsis. Deze apsis wordt verfraaid door een frame van marmer en stucwerk waarin ongeveer een dozijn schilderijen zijn bevestigd. Op de schilderijen links staan voorstellingen uit het Oude Testament; die aan de rechterkant hebben Constantijn en het Ware Kruis als thema. Op het frame staan dan nog verschillende beelden van engelen. Het ingenieuze bouwwerk werd gemaakt in opdracht van Giuseppe Civran, bisschop van Vicenza van 1660 tot aan zijn dood in 1679, en wordt naar hem de Paramento Civran genoemd. De Paramento is een werk van Bernardino Belladonna en de schilderijen zijn van de hand van verschillende schilders uit de Veneto, van wie de namen echter kennelijk vergeten zijn.

Paramento Civran.

In de aan de heiligen Jakobus en Antonius-Abt gewijde kapel aan de rechterzijde vinden we het beroemdste kunstwerk in de Duomo. Het betreft een veelluik van de veertiende-eeuwse schilder Lorenzo Veneziano, van wie we al eerder werk hebben gezien. Het veelluik bestaat uit 29 afzonderlijke panelen. Het werd gemaakt in opdracht van Tommaso de Proti en in 1366 voltooid. Tommaso is zelf ook afgebeeld. Hij is een van de twee knielende figuurtjes links en rechts van het centrale paneel. Het andere knielende figuurtje is Giampietro de Proti (ca. 1345-1412), een lokale politicus en vermoedelijk de zoon van Tommaso. In de kapel vinden we ook de graftombe van Giampietro.

Drieluik van Lorenzo Veneziano.

Lorenzo Veneziano’s veelluik is erg groot, namelijk 254 bij 245 centimeter. Het werk kan omschreven worden als een Dormitio Virginis – Ontslapenis van de Maagd – met heiligen, heel veel heiligen. Op het centrale paneel is de Maagd afgebeeld, liggend op haar doodsbed en omringd door de apostelen. Aan weerszijden van dit paneel zien we drie panelen met portretten van heiligen die ten voeten uit geschilderd zijn. Uiterst links en rechts staan twee soldatenheiligen met rode kruizen op hun tunieken en schilden. Zij zijn geïdentificeerd als Felix en Fortunatus. Met die namen schieten we niet direct veel op, want er zijn vele heiligen die Felix of Fortunatus heten. De twee die hier zijn afgebeeld waren kennelijk broers en soldaten uit Vicenza die tijdens de christenvervolgingen van Diocletianus in 303 en 304 in Aquileia de marteldood stierven. Een zeer interessante kerk in Vicenza is aan hen gewijd.

Op het veelluik zijn nog veel meer heiligen te zien, maar ik zal me beperken tot de belangrijkste. Rechts van Sint Felix zien we Sint Nicolaas en Sint Jakobus, en links van Sint Fortunatus staan Johannes de Doper (met een boekrol) en Sint Joris. Boven het centrale paneel zien we dan nog een kruisigingsscène met links Sint Catharina en rechts Sint Helena. Iets lager vinden we nog eens zes panelen met heiligen, afgebeeld vanaf hun middel. Zij zijn, van links naar rechts, Leontius, Lucia en Antonius-Abt, en Christoforus, Dorothea en Carpoforus. Het heiligenfestival wordt voorgezet op de predella, waarop nog eens twaalf heiligen te zien zijn. Een volledige lijst met alle afgebeelde heiligen vindt u hier. Het veelluik werd grondig gerestaureerd en vervolgens in 2015 teruggeplaatst in de kapel. Naar mijn bescheiden mening is het het hoogtepunt van de kerk.

2 Comments:

  1. Pingback:Vicenza: Santa Corona – – Corvinus –

  2. Pingback:Vicenza: Santi Felice e Fortunato – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.