Het mooie achthoekige Baptisterium van Cremona staat naast de kathedraal aan de zuidzijde van de Piazza del Comune. De bouw ervan begon in het jaar 1167 onder leiding van een onbekende architect. Het ontwerp wordt soms aan een zekere Teodosio Orlandino toegeschreven, maar het is niet zeker dat hij daadwerkelijk het Baptisterium ontworpen heeft en los daarvan weten we vrijwel niets over hem. Ten slotte is ook onbekend wanneer het Baptisterium is voltooid. Aannemelijk is echter dat dit nog in de twaalfde eeuw was. Er zijn in elk geval geen verhalen bekend over problemen bij de bouw, zoals bij het Baptisterium in Pisa. Qua vorm volgt het Baptisterium in Cremona die van het Baptisterium van San Giovanni in Florence. Uiteraard is het ook aan Johannes de Doper gewijd.
Hoewel we het over een gebouw uit de twaalfde eeuw hebben, is het Baptisterium in de zestiende en zeventiende eeuw flink verbouwd. De bekleding met marmer vond plaats in de periode 1553-1558. Slechts twee van de acht zijden zijn van marmer voorzien, de andere zes bestaan uit louter baksteen, al werd daar in de negentiende eeuw nog wel een marmeren onderrand aan toegevoegd. De loggia’s van het bovenste gedeelte van iedere zijde en de oculi daarboven dateren ook van de zestiende eeuw. Iedere loggia bestaat uit zes bogen. Omstreeks 1588 werd de ingang aan de noordzijde voorzien van een verticale loggia (pròtiro) gedragen door leeuwen, duidelijk gebaseerd op de loggia van de kathedraal. De ingangen aan de zuid- en oostzijde van het Baptisterium werden rond deze tijd gesloten. Onderzoek heeft uitgewezen dat er tevens een ingang aan de noordoostzijde was, die eveneens verdween. In 1655 werd de koepel van het Baptisterium herbouwd.
Met een hoogte van 34 meter is het Baptisterium van Cremona niet bijzonder hoog; dat in Pisa is bijvoorbeeld bijna 55 meter hoog. De diameter van de doopkapel bedraagt 20,5 meter. Binnen zijn weinig decoraties te vinden: het gebouw wordt gedomineerd door de bakstenen wanden met hier en daar een zuil. Er zijn drie altaren, die niet erg bijzonder zijn. Wel interessant is het grote marmeren doopvont uit de periode 1520-1531, gemaakt van rood Veronamarmer door Lorenzo Trotti uit Lugano in het huidige Zwitserland. Bovenop het doopvont staat een houten beeld van Christus.
Verder vinden we in het Baptisterium een gipsen kopie van de ceremoniële eerste steen van de kathedraal. Het origineel wordt toegeschreven aan ene Wiligelmus en dateert van 1107, het jaar waarin de bouw van de kathedraal begon. Op de steen wordt verwezen naar het pontificaat van Paus Paschalis II (1099-1118). De twee figuren die de tekst op de steen vasthouden, zijn Henoch en Elia. Volgens Genesis 5:23-24 werd Henoch op 365-jarige leeftijd door God weggenomen, terwijl 2 Koningen 2:11 stelt dat Elia in een stormwind werd meegevoerd naar de hemel. Beiden kunnen als voorlopers van Christus worden gezien, die immers ten hemel is gevaren.
Een ander interessant voorwerp in het Baptisterium is het originele beeld van de aartsengel Gabriel dat in 1370 op de lantaarn van het Baptisterium werd geplaatst. Tegenwoordig staat er nog steeds een beeld van Gabriel op de lantaarn, maar dat is een replica. Ten slotte vinden we in het Baptisterium nog het nodige middeleeuwse beeldhouwwerk, waaronder een aan Wiligelmus toegeschreven stier en een prachtig gedecoreerd doopvont.
Bronnen
- Evert de Rooij, Lombardije Oost, p. 91;
- Italiaanse Wikipedia;
- Lombardia Beni Culturali;
- Website van de Duomo.
Pingback:Cremona: De Duomo – – Corvinus –
Pingback:Cremona: The Baptistery – – Corvinus –