Cyprus: Paphos en de geschiedenis van Cyprus

Kerk van Agios Kendeas (1930) in Paphos.

In Paphos en omgeving kunnen we meer leren over de complexe geschiedenis van Cyprus. Hier vinden we namelijk monumenten van de meeste beschavingen die zich in het verleden op het eiland hebben gevestigd. Of het nu gaat om de cultus van de godin Aphrodite of de dynastie van de Lusignans, om de Ottomaanse Turken of de Britse overheersing van Cyprus, Paphos en het gebied eromheen zijn een schatkamer voor iedereen die in geschiedenis geïnteresseerd is.

Palaepaphos

Het oude Paphos – ook bekend als Palaepaphos – bevindt zich zo’n vijftien kilometer ten oosten van het moderne Paphos. Hier werd al in de twaalfde eeuw BCE een cultus gewijd aan de godin Aphrodite ingesteld. Daarbij kan worden opgemerkt dat Aphrodite van oorsprong geen Griekse godin is. Haar cultus kwam uit het Oosten, en in Fenicië (het huidige Libanon) werd ze vereerd als Astarte. Aangezien zowel de Feniciërs als de Grieken kolonies op het eiland stichtten is het niet moeilijk om te raden hoe Aphrodite vervolgens ook in de Griekse wereld werd geïntegreerd.

Aphrodite was de godin van de liefde, de schoonheid en de vruchtbaarheid. Haar heiligdom in het oude Paphos was beroemd in de hele Klassieke Wereld. Mensen uit Europa, Azië en Afrika kwamen in drommen naar haar tempel, waar de godin werd vereerd in de vorm van een kegelvormige steen. Het heiligdom wordt door Homerus genoemd in het achtste boek van de Odyssee (uit de achtste eeuw BCE):

“[Ares] ging naar Thracië, maar de liefelijk lachende Aphrodite naar Paphos, waar haar heiligdom is en haar wierookaltaar. Daar wasten de Gratiën haar en zalfden haar met goddelijke olie, zoals glanst op de huid der eeuwig levende goden en zij kleedden haar in bekoorlijke kleren, een wonder voor het oog.”[1]

Restanten van de tempel van Aphrodite (foto:
Carole Raddato, CC BY-SA 2.0 license).

De priesteressen van Aphrodite waren jonge Cypriotische meisjes die hun maagdelijkheid aan de godin offerden. Rituele gemeenschap tussen de priesteressen en de bedevaartgangers kwam zeker voor, maar uiteraard vonden op deze plekken ook niet-seksuele riten plaats: ceremonies, plengoffers, andere offers, gezang etc. En dat honderden jaren lang.

In de vroege vijfde eeuw BCE deed het oude Paphos, net als het stadkoninkrijkje Marion, mee aan de opstand tegen de Perzen. De stad werd echter al snel weer verslagen en onder het gezag van de Achaemeniden gebracht. In 325 BCE werd het oude Paphos grotendeels verwoest door een aardbeving, waarop de toenmalige koning besloot de stad naar een andere plek verder naar het westen te verplaatsen. Dit werd Nea Paphos, het nieuwe Paphos. Het heiligdom van Aphrodite bleef echter in gebruik. Toen een nieuwe aardbeving in de eerste eeuw van onze jaartelling het complex opnieuw beschadigde, was het de Romeinse keizer Vespasianus die voor herstelwerkzaamheden zorgde. De cultus van Aphrodite bleef populair totdat deze als gevolg van de opkomst van het christendom werd afgeschaft.

Petra tou Romiou

Volgens de Grieks-Cypriotische mythologie werd Aphrodite geboren uit de zee en kwam ze aan land bij de plek die bekendstaat als de Rots van Aphrodite of Petra tou Romiou. Vervolgens trok ze naar haar dichtbijgelegen heiligdom bij Palaepaphos. De Rots van Aphrodite bestaat in feite uit drie kalksteenrotsen. Deze plek aan de zuidkust van Cyprus is werkelijk prachtig. Het kiezelstrand, de helder blauwe zee, de indrukwekkende rotsen: men begrijpt waarom de Cyprioten ook echt willen dat dit de geboorteplaats van Aphrodite is.

Petra tou Romiou.

Toch staat de plek in het Grieks bekend als Petra tou Romiou. ‘Petra’ betekent ‘rots’, dus Petra tou Romiou betekent ‘Rots van Romios’ of ‘Rots van de Romein’. De naam verwijst naar een legende uit het Byzantijnse hoofdstuk in de geschiedenis van Cyprus. Overigens is de term ‘Byzantijns’ niet erg gelukkig gekozen, aangezien de inwoners van het oostelijke gedeelte van het Romeinse Rijk zich gewoon ‘Romeinen’ bleven noemen, zelfs na de val van Rome in 476 en ondanks het feit dat ze Grieks spraken in plaats van Latijn. Het is in dat licht niet heel verrassend dat op deze locatie van de Rots van de Romein wordt gesproken. Deze Romein was de held Basileios, die de bijnaam Digenes Akritas had. Deze bijnaam suggereert dat hij gemengd bloed had (di-genes) en de grenzen van het Rijk bewaakte. Toen het eiland door Arabische plunderaars werd aangevallen, gooide Digenes Akritas enorme stenen naar de Arabische schepen om te voorkomen dat ze zouden landen.

Nea Paphos

Het nieuwe Paphos was de hoofdstad van Cyprus tijdens de Ptolemeïsche en Romeinse periodes. De stad was de standplaats van de Romeinse gouverneur, en de apostel Paulus bezocht Paphos tijdens zijn eerste zendingsreis. De belangrijkste bezienswaardigheden in de stad zijn prachtige mozaïeken uit de Romeinse tijd. Ik heb deze mozaïeken en het archeologisch park langs de zee al eerder besproken.

Op tenminste twee plekken in Paphos wordt stilgestaan bij de genoemde zendingsreis van Paulus. In de eerste plaats vinden we aan de rand van de haven een nogal lelijke plaquette. Daarop staat in zowel het Grieks als het Engels dat Paulus de stad tijdens zijn eerste zendingsreis bezocht, waarna de tekst van Galaten 3:28 wordt geciteerd, die in de Nieuwe Bijbelvertaling als volgt luidt:

“Er zijn geen Joden of Grieken meer,
slaven of vrijen, mannen of vrouwen –
u bent allen één in Christus Jezus.”

Archeologisch gebied van Chrysopolitissa (foto: Nikodem Nijaki, CC BY-SA 3.0 license).

We vinden het tweede monument bij de dertiende-eeuwse kerk van Agia Kyriaki Chrysopolitissa. Daar staat een zuil die de ‘Zuil van Paulus’ wordt genoemd. Paulus zou hieraan zijn vastgebonden en vervolgens gegeseld, maar daarna wist hij de Romeinse gouverneur Sergius Paulus tot bedaren te brengen en hem tot het christendom te bekeren.

Net ten noorden van het archeologisch park bevindt zich een tweede archeologisch gebied waar men de Graftomben van de Koningen (Τάφοι των Βασιλέων) aantreft. In feite gaat het om een necropolis uit de Ptolemeïsche en Romeinse periodes. Koningen werden hier niet begraven, wel leden van de lokale aristocratie van Paphos. De plek dankt haar naam vooral aan de grandeur van de graftombes, die zo voor die van koningen konden doorgaan. De tombes werden in de zachte zandsteen uitgehouwen en vele ervan verraden Egyptische invloeden. Van grandeur is echter nauwelijks nog sprake: door de eeuwen heen zijn ze systematisch geplunderd, waarbij vrijwel alles van waarde is meegenomen.

Een van de Graftomben van de Koningen.

Tijdens de Byzantijnse tijd (5e-12e eeuw) was Paphos – net als bijvoorbeeld Kourion – kwetsbaar voor Arabische aanvallen. De burgers trokken daarom het binnenland in en stichtten op een heuvel Ktima. Tegenwoordig ligt hier de voornaamste woonwijk van Paphos. Ktima is tevens het bestuurlijke, culturele en commerciële centrum van de regio.

Middeleeuws en Venetiaans Paphos

In 1191 werd Cyprus veroverd door de Engelse koning Richard Leeuwenhart, en eigenlijk gebeurde dat per ongeluk. Richard nam deel aan de Derde Kruistocht en was op weg naar het Heilige Land toen enkele van zijn schepen tijdens een storm richting Limassol afdreven. De Byzantijnse heerser over Cyprus nam de schepen in beslag en gijzelde zowel de zuster van de koning, Johanna, als diens verloofde, Berengaria. Koning Richard was hier natuurlijk woedend over. Hij landde met zijn leger bij Limassol, vermorzelde zijn tegenstander en bezette het eiland. Aangezien de koning helemaal niet geïnteresseerd was in Cyprus besloot hij het eiland aan de Tempeliers te verkopen, die het op hun beurt verkochten aan de titulaire koning van Jeruzalem, Guy de Lusignan. Koning Guy stichtte vervolgens het Koninkrijk Cyprus en de dynastie van de Lusignans. Deze dynastie zou tot 1489 over het eiland heersen.

De Lusignans waren katholiek en gaven de Katholieke Kerk op het eiland een voorkeursbehandeling. Van tijd tot tijd werd de inheemse Cypriotisch-Orthodoxe Kerk met vervolging bedreigd. Latijn en Frans vervingen het Grieks als officiële taal en het feodalisme deed zijn intrede op het eiland. In Paphos kan men vandaag de dag nog enkele monumenten uit de tijd van de Lusignans zien. Het eerste is niet meer dan een hoop puin in het archeologisch park. Voorheen was dit een vroegmiddeleeuws Byzantijns kasteel dat later door de Lusignans werd verbouwd. Tegenwoordig staat het kasteel bekend als Saranta Kolones, hetgeen ‘veertig zuilen’ betekent in het Grieks. Het kasteel moest de haven van Paphos bewaken, maar werd in 1222 door een aardbeving verwoest. De naam is ontleend aan de vele granieten zuilen die tussen de puinhopen werden gevonden.

Kasteel van Paphos.

Saranta Kolones werd niet herbouwd. In plaats daarvan gebruikten de Lusignans een ander kasteel dichter bij het water. Het Kasteel van Paphos staat er nog steeds en kan bezocht worden. In 1489 werd Catherina Cornaro, de weduwe van Koning Jacobus (of Jacques) II de Lusignan, gedwongen het eiland aan de Venetianen te verkopen. De Venetiaanse overheersing duurde minder dan een eeuw, want in 1570-1571 werd Cyprus veroverd door de legers van de Ottomaanse sultan Selim II. De Venetianen hadden het Kasteel van Paphos ontmanteld, maar de Ottomanen besloten het te herbouwen. Boven de ingang van het kasteel vinden we dan ook een Turkse tekst in het Arabische schrift.

Ottomaans Cyprus

Met de Ottomaanse Turken kwam ook de islam naar Cyprus. Turkse kolonisten vestigden zich op het eiland. Het feodalisme werd afgeschaft en het land werd verdeeld onder de boeren, maar tegelijkertijd werden vele kerken tot moskeeën omgevormd. Een goed voorbeeld van deze praktijk is de Grote Moskee (Cami Kebir) in Paphos, voorheen een orthodoxe kerk gewijd aan Agia Sophia. De Turken behielden de oorspronkelijke vorm van de kerk en voegden gewoon een minaret en mihrab toe. De moskee is helaas gesloten voor het publiek en ziet er wat verwaarloosd uit. Niet ver van de moskee vindt men een ander souvenir uit de Ottomaanse tijd: de Loutra of Turkse baden.

Grote Moskee.

Toen Griekenland zich in 1821 onafhankelijk verklaarde van het Ottomaanse Rijk verlieten vele Griekse Cyprioten het eiland om in de onafhankelijkheidsoorlog aan de kant van hun Griekse broeders te vechten. Uit wraak liet de Turkse gouverneur van Cyprus, Küçük Mehmet, verschillende prominente Cyprioten arresteren en terechtstellen. Een van hen was Chrysanthos, de bisschop van Paphos. Een zuil in de buurt van de negentiende-eeuwse kathedraal van Agios Theodoros staat stil bij zijn tragische dood en die van andere geestelijken.

Britse overheersing en onafhankelijkheid

In 1878 kwam er een einde aan het Ottomaanse gezag over het eiland. In dat jaar namen de Britten het bestuur over Cyprus over. De Britse aanwezigheid op het eiland is meteen de voornaamste reden waarom het verkeer hier aan de linkerkant van de weg rijdt. In 1960 werd Cyprus onafhankelijk. Echter, animositeit tussen Griekse en Turkse Cyprioten leidde in 1974 tot een pro-Griekse staatsgreep, die weer werd gevolgd door een Turkse militaire interventie. De Turken bezetten ongeveer 40% van het land en in 1983 werd de Turkse Republiek Noord-Cyprus uitgeroepen. Deze wordt alleen door Turkije erkend. In 2004 werd Cyprus lid van de Europese Unie. Helaas is het eiland nog steeds verdeeld en lijkt het er niet op dat dit ‘frozen conflict’ snel opgelost zal worden.

Noot

[1] Vertaling: M.A. Schwartz.

One Comment:

  1. Pingback:Florence: Botticelli in de Uffizi – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.