Een typische conversatie over het dorpje Fodele zou ongeveer als volgt kunnen gaan:
“Ah, Fodele, de geboorteplaats van de beroemde Kretenzische schilder El Greco!”
“Dat had je gedroomd Nikos, zijn geboorteplaats was Candia, het huidige Heraklion!”
“Nonsens, het was Fodele, en dat kan ik bewijzen ook! Het huis van zijn familie is nu een museum!”
“Onzin, het was Candia!”
“Nee, Fodele!”
“Nee, Candia!”
etc.
Eerlijk gezegd kan het me niet zoveel schelen waar El Greco geboren is, want ik ben niet echt fan van zijn werk (al geef ik direct toe dat het wel interessant en enigmatisch is). De inwoners van Fodele kan het echter wel wat schelen en zij geloven vast dat Domenikos Theotokopoulos (1541-1614), bijgenaamd El Greco, in hun dorp ter aarde kwam. Nou ja, niet echt in hun dorp, want het oude Fodele lag ongeveer een kilometer ten westen van het huidige Fodele. Maar het was wel echt Fodele en niet dat stomme stinkhol Candia.
Fodele verkennen
Toeristen vernemen doorgaans van het bestaan van een El Greco-museum in Fodele op het moment dat ze over de kustweg E75/90 van Heraklion naar Rethymnon en Chania rijden. Een bruin bord met gele letters wijst de weg naar de juiste afrit. In feite bestaat Fodele uit twee delen. In Fodele Paralia (het Griekse woord voor ‘strand’) vindt u vakantiecomplexen, strandclubs, bars en massatoerisme. Als daar niets van uw gading tussen zit, kunt u dit deel van Fodele overslaan. Fodele Dorp, zo’n twee kilometer landinwaarts, is daarentegen een bekoorlijk klein dorpje.
In de buurt van het park kunt u parkeren en vervolgens richting het westen naar het El Greco-museum lopen. Het museum is heel klein en bezit – surprise, surprise – geen enkel origineel werk van de meester. Sterker nog, de afbeeldingen die u in het museum kunt bekijken zijn niet eens schilderijen. Het gaat om reproducties in de vorm van foto’s, die op lichtbakken zijn geplaatst zodat u een goed idee krijgt van hoe Theotokopoulos kleuren en vormen gebruikte. El Greco verwierf bekendheid met zijn eigenaardige stijl, waarop we zeker het stempel sui generis mogen plakken. Vanwege het frequente gebruik van merkwaardig langgerekte figuren is de stijl direct herkenbaar. Je houdt ervan of je haat het.
Overigens zijn er op Kreta maar twee originele werken van El Greco te vinden. In het Historisch Museum van Kreta in Heraklion kan men Gezicht op de Berg Sinaï en het Klooster van Sint Catharina vinden, alsmede de Doop van Christus. Theotokopoulos studeerde eerst op Kreta voordat hij rond 1567 naar Venetië in Italië vertrok, waarbij zij aangetekend dat Kreta toen Venetiaans gebied was. Later verhuisde de schilder naar Rome en vervolgens naar Spanje, waar hij zich vestigde in Toledo. Tot aan zijn dood in 1614 zou El Greco daar wonen en werken. Dit verklaart waarom we veel van zijn werk kunnen bewonderen in Toledo en Madrid. Daarnaast hangt er werk in New York, Washington, San Francisco, Parijs en Londen. En verder in Rome en Milaan.
Panagia-kerk
Tegenover het museum staat een kleine kerk die ik erg interessant vond. Het gaat om een Byzantijnse kerk uit de elfde of twaalfde eeuw, gewijd aan de Panagia, i.e. Maria, moeder van Jezus. Ik ging er ten onrechte van uit dat de naam verwees naar ‘alle heiligen’, maar werd gecorrigeerd door de toezichthouder in de kerk, die me de correcte betekenis van het woord uitlegde: Maria is “geheel heilig” (pan – agia). De kerk werd gebouwd op de overblijfselen van een oudere, grotere kerk die vermoedelijk werd verwoest toen de Arabieren begin negende eeuw het eiland binnenvielen. Een tot anderhalve eeuw later werd de kerk herbouwd nadat de Oost-Romeinen in 961 Kreta hadden heroverd. Kreta is bezaaid met dit soort kerkjes, “kleine paddenstoelen”, zoals de toezichthouder ze noemde.
Aangezien het buiten pijpenstelen regende, nodigde de toezichthouder – een vrouw van midden-twintig die perfect Engels sprak – ons aan wat langer te blijven zodat ze ons wat kon vertellen over de geschiedenis van het gebouw en de fresco’s binnenin. De vrouw had beslist haar huiswerk gedaan, want ze kende werkelijk ieder detail van de kerk en de muurschilderingen. De meeste fresco’s zijn verweerd en beschadigd, en tijdens de Ottomaanse periode werden sommige zelfs bewust beschadigd. Van enkele heiligen waren de ogen uitgestoken, om de simpele reden dat men binnen de Islam doorgaans streng vasthield aan het verbod mensen af te beelden.
Op een van de fresco’s is een interessant stukje graffiti te vinden. Het is nauwelijks leesbaar, maar het jaar is goed zichtbaar: 1482. De tekst is in het Latijn en ik kon de woorden ‘hic fuit’ (‘hij was hier’) onderscheiden. Daarna volgt vermoedelijk een naam. Kortom, een vijftiende-eeuwse vandaal wilde dat het nageslacht zou weten dat hij naar Fodele was geweest en besloot daarom zijn naam in een afbeelding van een heilige te krassen. De man was werkelijk hondsbrutaal.
Pingback:Milaan: Pinacoteca di Brera – – Corvinus –