Ravenna: Domus dei Tappeti di Pietra

Twintig jaar geleden, op 30 oktober 2002, opende het ‘Huis van de stenen tapijten’ in Ravenna zijn deuren. Eigenlijk was het toeval dat er op deze plek een museum werd gesticht. Bij opgravingen op een binnenplaats in 1993-1994, gestart in het kader van de bouw van een ondergrondse parkeergarage, stuitten archeologen op verschillende bouwlagen. De oudste laag ging terug tot de vierde eeuw voor onze jaartelling. Uiteindelijk moesten er keuzes gemaakt worden en werd besloten de focus te richten op de bouwlaag uit de zesde eeuw. Deze laag betreft een particulier gebouw dat zelf weer drie bouwfasen kende en dat moet zijn verrezen tijdens de regering van de Ostrogotische koning Theoderik (489-526). Verbouwingen vonden vervolgens plaats na de herovering van Italië door de Oost-Romeinse keizer Justinianus (527-565). Bezoekers bereiken het interessante museum via de achttiende-eeuwse kerk van Sant’Eufemia.

Mozaïekvloer van het atrium.

Het Huis

Een belangrijke reden om juist de bouwlaag uit de zesde eeuw nader te onderzoeken was dat dit het enige bekende voorbeeld is van een particulier gebouw in het Ravenna van deze tijd. De focus op de zesde eeuw wil overigens niet zeggen dat de andere lagen totaal genegeerd zijn. Integendeel, een beschadigd mozaïek met twee boksers uit de eerste eeuw BCE kan thans bewonderd worden in Classis Ravenna – Museo della Città e del Territorio. Verder zijn er mooie mozaïeken met geometrische figuren uit de tijd van keizer Hadrianus (117-138) veiliggesteld. Ten slotte kunnen we in het Huis van de stenen tapijten zelf nog een mozaïek bewonderen dat de ‘Goede Herder’ wordt genoemd en dat van het einde van de vierde eeuw dateert. Het komt hieronder nog nader ter sprake.

Mozaïekvloer in de wachtruimte. Daarachter het atrium en de Romeinse weg.

Het huis uit de zesde eeuw bestond uit in elk geval veertien kamers en twee binnenplaatsen. Het had een atrium dat over een oudere Romeinse weg heen werd gebouwd. Onderzoekers hebben geconcludeerd dat alleen een zeer invloedrijke bewoner in staat kan zijn geweest tot het afsluiten van een doorgaande weg. De bewoner kan een hooggeplaatste functionaris aan het hof van koning Theoderik zijn geweest, maar uiteraard is dit slechts speculatie. Via het atrium kwam een bezoeker in een kamer die als een wachtruimte is geïdentificeerd. Zowel het atrium zelf als de (grotere) wachtruimte hebben zeer fraaie vloermozaïeken. Achter de wachtruimte lagen twee ontvangstvertrekken met marmeren vloeren. Het marmer is helaas verdwenen en we zien tegenwoordig alleen nog de ondervloer van cocciopesto (of opus signinum), dat wil zeggen gebroken aardewerk met specie. Andere kamers in het gebouw zijn onder meer geïdentificeerd als nymphaeum (fontein) of gang.

Zeer belangrijk is kamer 10, die in de tweede helft van de zesde eeuw werd toegevoegd, zeer waarschijnlijk dus na de Oost-Romeinse herovering van Italië tijdens de zogenaamde ‘Gotische oorlog’ (535-554; Ravenna werd in 540 heroverd door generaal Belisarius). Vermoedelijk was de kamer een nieuwe ontvangstruimte. De ruimte werd voorzien van een prachtige mozaïekvloer met geometrische patronen, waaronder ingewikkelde knopen. Het belangrijkste onderdeel van de vloer is echter het emblema in het midden. Het stelt de dans van de genii (‘geesten’ of personificaties) van de seizoenen voor. Dit mozaïek is zeer bijzonder en het is dan ook de moeite waard er nader bij stil te staan.

Kamer 10. In het midden het emblema met de Dans van de Seizoenen (kopie).

De seizoenen zijn hier afgebeeld als mannen. Rechts was Zomer afgebeeld, maar die is helaas verloren gegaan. We zien alleen nog wat stukjes hand en been. Op de voorgrond danst, op de rug bezien, Herfst. Hij is gekleed in het wit en draagt een kroon. Links van hem zien we Lente, in een rood gewaad. De figuur op de achtergrond is Winter, gekleed in het groen en met een kap op zijn hoofd. De figuren zijn verwikkeld in een rondedans. Een vijfde figuur met een panfluit (syrinx in het Grieks) verzorgt de muziek. Hij wordt wel gezien als de personificatie van de Tijd. Bij het leggen van het mozaïek zijn kosten noch moeite gespaard, want voor de panfluit werden gouden blokjes (tesserae) gebruikt. Opvallend is verder dat de seizoenen niet in chronologische volgorde zijn afgebeeld. Winter is bijvoorbeeld direct verbonden met Zomer en Lente, maar niet met Herfst.

Dans van de Seizoenen (origineel).

Van de naast kamer 10 gelegen kamer 9 is vastgesteld dat deze een mozaïekvloer heeft die dateert van het einde van de zesde of het begin van de zevende eeuw. Dit was de derde bouwfase van het huis. Het huis moet vervolgens zijn afgebroken, want de volgende archeologische laag, die de zevende tot en met de elfde eeuw bestrijkt, betreft een begraafplaats. In de Oudheid vonden begrafenissen over het algemeen buiten de steden plaats. Dit veranderde in de Vroege Middeleeuwen, toen mensen in of dicht bij kerken in de stad zelf begraven wilden worden, zeker als daar de relikwieën van martelaren werden bewaard. De begraafplaats die hier is teruggevonden moet dan ook een link hebben met de al genoemde kerk van Sant’Eufemia. De afbraak van het huis kan wellicht verklaard worden tegen de achtergrond van de verslechterende situatie in Italië in het algemeen. In 568 waren de Longobarden het schiereiland binnengevallen, wat leidde tot een bijna twee eeuwen durende oorlog tussen hen en het Oost-Romeinse Rijk. Bovendien was in 543 het eerste geval van builenpest in Italië geconstateerd, en deze epidemie zou ook zo’n twee eeuwen aanhouden.

Mozaïek van de Goede Herder

‘Il Buon Pastore’.

Het mozaïek van de Goede Herder lag niet in het huis uit de zesde eeuw, maar maakte deel uit van een ander gebouw uit de Late Keizertijd. Op het mozaïek zien we een jongeman, gekleed in een tuniek, leunend op een staf. Hij draagt opvallende schoenen en kousen of windselen om zijn benen. Verder wordt hij geflankeerd door twee schapen, waarvan hij er eentje onder de kin streelt. Op de achtergrond staan twee bomen. Op een tak van elke boom zit een lastig te identificeren blauwe vogel. Ten slotte hangt in de rechter boom een panfluit. Vrijwel direct na de vondst van het mozaïek werd het Il Buon Pastore gedoopt. Die naam is een blijvertje gebleken, al zijn er later wel vraagtekens bij geplaatst. De naam is namelijk uitgesproken christelijk, terwijl het nog maar de vraag is of we hier met een christelijk mozaïek te maken hebben.

Hoewel Christus zichzelf de Goede Herder noemt in het Evangelie volgens Johannes 10:11 – “Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen” -, kwamen afbeeldingen van schapen en herders reeds overal voor in de voorchristelijke kunst. Deze beeldtaal werd vervolgens door de vroege christenen gekopieerd. De herder, soms met een schaap op zijn schouders, was een heel gebruikelijk thema in de klassieke kunst. Hij werd vaak gebruikt voor scènes waarin het vreedzame en onbezorgde plattelandsleven werd bewierookt. De herder zorgde dan goed voor zijn kudde. De herder die we in het Huis van de stenen tapijten zien, wijkt nogal af van de herder op het mozaïek in het Mausoleum van Galla Placidia in Ravenna, dat van de eerste helft van de vijfde eeuw dateert. Daar zien we evident Christus afgebeeld, hier is dat nog maar de vraag. Zo heeft de herder in het Huis geen halo, al moeten volgens sommige geleerden de twee vogels als symbolische halo worden gezien.

Eigenlijk lijkt de herder meer op zijn tegenvoeter in de basiliek van Santa Maria Assunta in Aquileia, die ook niet evident christelijk is. Een verschil is wel dat de herder in Aquileia een van zijn schapen op de schouders heeft genomen, een voorstelling die trouwens ook in de voorchristelijke kunst niet ongebruikelijk is. Samenvattend kunnen we stellen dat het helemaal niet zo zeker is dat we met een christelijk mozaïek van doen hebben.

Kerk van Sant’Eufemia

Wie tijd over heeft, kan ook nog even de kerk van Sant’Eufemia bekijken. De huidige kerk werd tussen 1742 en 1747 gebouwd door Giovanni Francesco Buonamici (1692-1759), een architect uit Rimini die tevens verantwoordelijk was voor de herbouw van de kathedraal van Ravenna. De geschiedenis van de Sant’Eufemia gaat echter veel verder terug. In de vijfde of de zesde eeuw werd op deze plek een rechthoekige basiliek gebouwd, die qua vorm dus nogal moet hebben afgeweken van de huidige achthoekige kerk. De wijding aan Sint Eufemia is interessant. Zij was in de vroege vierde eeuw in Chalcedon de marteldood gestorven. In Chalcedon werd in 451 een belangrijk concilie gehouden, waarin werd verklaard dat Christus één persoon is met twee onscheidbare naturen. Dit werd het orthodoxe standpunt, andere standpunten waren voortaan ketters. Bij het vaststellen van het orthodoxe standpunt zou Eufemia postuum geïntervenieerd hebben.

Een interessante, maar niet sluitend te beantwoorden vraag is of de wijding van een kerk aan Sint Eufemia in Ravenna moet worden gezien als een orthodox statement. De Ostrogoten, die tussen 493 en 540 over Ravenna heersten, waren Arianen. Volgens hen was Christus geschapen door God de Vader, en dus niet van dezelfde substantie als Hij. De Ariaanse doctrine was al in 325 te Nicaea als ketterij veroordeeld, en daar kwam dus in 451 nog het concilie van Chalcedon overheen. In de voormalige Ariaanse kerk van Sant’Apollinare Nuovo liet aartsbisschop Agnellus (557-570) de wandmozaïeken zuiveren van voorstellingen die kennelijk kwetsend waren voor orthodoxe christenen. Op de linkerwand liet hij een processie van vrouwelijke heiligen afbeelden. Zij worden geleid door Eufemia. De bouw van een kerk gewijd aan deze heilige kan dus heel goed als de superioriteit of triomf van de orthodoxie worden geïnterpreteerd.

Bronnen

  • Branzi Maltoni e.a., Domus dei Tappeti di Pietra, RavennAntica;
  • Website Domus dei Tappeti di Pietra;
  • Website Ravenna Turismo.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.