Perugia: Cappella di San Severo

Trinità e santi – Rafaël en Perugino.

Het kleine kerkje van San Severo in Perugia is gewijd aan Sint Severus, de vierde-eeuwse bisschop van Ravenna. Tot in de dertiende eeuw behoorden de kerk en het naburige klooster toe aan de basiliek van Sant’Apollinare in Classe. Het klooster is altijd verbonden geweest met de Orde van de Camaldulenzen, een tak van de Benedictijnen die werd gesticht door de eveneens uit Ravenna afkomstige Sint Romualdus (ca. 951-1027). De huidige kerk dateert van de periode 1748-1751. Ze verving een oudere kerk uit de vijftiende eeuw die in 1484 was gewijd. Bij de nieuwbouw bleef een van de belangrijkste bezittingen van de kerk gelukkig gespaard, namelijk een fresco uit de zestiende eeuw van de beroemde schilders Rafaël en Perugino. Rafaël en Perugino waren leerling en leermeester, en het fresco is dan ook een coproductie. Bijzonder is echter dat het ditmaal niet de leerling was die een onvoltooid werk van zijn meester afmaakte: het was juist de oude Perugino die het onderste gedeelte van het fresco afleverde omdat zijn pupil Rafaël het werk nimmer voltooide, en het vanwege zijn dood op slechts 37-jarige leeftijd ook nooit meer zou kunnen voltooien.

De kerk van San Severo zelf is niet toegankelijk voor het publiek, maar het fresco, ooit geschilderd voor een van de kapellen van de kerk, is in een apart gebouw naast de kerk nog wel te bewonderen (tegen betaling). Rafaël (1483-1520) schilderde in 1505 het bovenste gedeelte met de Heilige Drie-eenheid en zes heiligen. Spijtig genoeg is dit gedeelte behoorlijk beschadigd. God de Vader is geheel verdwenen: we zien alleen nog een pagina van een boek met de Griekse letters alfa en omega, de symbolen voor het begin en het einde uit het boek Openbaring. Christus en de duif van de Heilige Geest zijn gelukkig nog wel bewaard gebleven. De zes heiligen zijn voorzien van bijschriften en zijn dus gemakkelijk te identificeren. Links zien we Maurus, Placidus en Benedictus van Nursia. De laatstgenoemde behoeft geen verdere introductie; Maurus en Placidus waren leerlingen van hem. De drie heiligen rechts zijn Romualdus en twee leden van zijn orde, Benedictus en Johannes. De twee laatstgenoemden stierven begin elfde eeuw als martelaren in het nog heidense Polen.

Bovenste gedeelte van het fresco, door Rafaël.

Rafaël vertrok in 1508 naar Rome en zou daar tot aan zijn premature dood in 1520 blijven. Na zijn dood benaderden de Camaldulenzen de al tamelijk bejaarde Perugino (ca. 1446-1523) om het fresco te voltooien. Toen de schilder de klus in 1521 klaarde, was hij al meer dan zeventig jaar oud. Niettemin leverde hij prima werk af. Ook Perugino schilderde zes heiligen. Links zijn dat Scholastica (de zuster van Benedictus), de kerkvader Hiëronymus en Johannes de Evangelist. Rechts zien we Paus Gregorius de Grote (590-604), de martelaar Bonifatius en Martha, de zuster van Lazarus. De genoemde Bonifatius is kennelijk niet de Benedictijner missionaris die in 754 bij het Friese Dokkum werd vermoord, maar een Camaldulenzer missionaris die beter bekend is onder de naam Bruno van Querfurt. Net als zijn hierboven reeds genoemde collega’s Benedictus en Johannes stierf hij de marteldood in Polen. In een nis tussen de heiligen staat een beschilderd terracotta beeld van de Madonna met het Kind. Het dateert van de vijftiende eeuw.

Onderste gedeelte van het fresco, door Perugino.

Bronnen

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.