Mantova: Piazza Virgiliana

Standbeeld van Vergilius van Emilio Quadrelli.

“Mantua me genuit, Calabri rapuere, tenet nunc Parthenope; cecini pascua, rura, duces.”
(“Mantua bracht me voort, Calabrië nam me weer weg, thans heeft Napels me; ik bezong weiden, akkers, leiders”)

Deze beroemde woorden, volgens de overlevering afkomstig van het grafschrift van de dichter Publius Vergilius Maro (70-19 BCE) en persoonlijk door hem gedicteerd, echoën al jarenlang in mijn hoofd. Ik had me echter nooit gerealiseerd hoe goed ze het leven van Vergilius samenvatten. De dichter werd geboren in het gehucht Andes, in de buurt van Mantua, het tegenwoordige Mantova. Mantua was een stad met Etruskische wortels, een van de bekendere Etruskische nederzettingen in de Povlakte. Vergilius zelf had blijkens zijn cognomen Maro ook een Etruskische achtergrond. Een maru was een lage magistraat in een Etruskische stadstaat, mogelijk vergelijkbaar met een Romeinse quaestor. Mede dankzij Gaius Cilnius Maecenas, adviseur van keizer Augustus en eveneens van Etruskische afkomst, werd Vergilius aan het keizerlijk hof geïntroduceerd. In 19 BCE stierf hij in de stad Brundisium, tegenwoordig Brindisi in Apulië, waar sinds 1986 ook een monument voor hem staat. In de Oudheid werd dit gebied nog Calabrië genoemd. Toen lag Calabrië namelijk nog in de hak van Italië, maar tegenwoordig in de teen van het schiereiland. De grote dichter vond zijn laatste rustplaats in Parthenope, de oude naam van Napels. Eigenlijk was Parthenope de voorloper van Napels: eerst werd in de eerste helft van de zevende eeuw Parthenope gesticht vanuit Cumae, vervolgens in de zesde eeuw Neapolis (‘nieuwe stad’) vanuit Parthenope.

In het Parco Vergiliano a Piedigrotta in het moderne Napels vinden we nog altijd een graftombe die als de graftombe van Vergilius wordt aangeduid. Honderd procent zekerheid dat het echt zijn laatste rustplaats is, hebben we niet, maar de dichter bezat een landgoed bij Napels en er is geen reden om aan te nemen dat zijn lichaam niet vanuit Brundisium hierheen is gebracht. Het grafschrift op de graftombe dateert duidelijk niet van de Oudheid, maar werd in de zeventiende of achttiende eeuw aangebracht door de toenmalige eigenaren van het terrein, de familie D’Alessandro di Pescolanciano. Dat wil echter niet zeggen dat de tekst niet authentiek is. Niemand in de zeventiende of achttiende eeuw zou nog beweren dat Brindisi in Calabrië lag, of Napels als ‘Parthenope’ aanduiden. De weiden, akkers en leiders waarvan sprake is, hebben betrekking op de drie grote werken die Vergilius voortbracht: de Eclogae (of Bucolica), de Georgica en zijn meest bekende werk, de Aeneis. Helaas wist de dichter zijn epos over pius Aeneas, de Trojaanse held die als vluchteling naar Italië kwam en de stamvader van de Romeinen werd, niet te voltooien. Vergilius schreef het werk in proza en zette het vervolgens om in zo’n 10.000 dichtregels in dactylische hexameters. Daarmee was hij nog bezig toen Calabrië hem uit het leven rukte.

Het volledige monument voor Vergilius op de Piazza Virgiliana.

Vergilius werd dus geboren in Andes, dat is geïdentificeerd als het huidige Pietole. Pietole behoort tot de gemeente Borgo Virgilio, die net ten zuiden van Mantova ligt. Hoewel de dichter dus strikt genomen niet in Mantova geboren is, is dat wel de plek waar eind achttiende eeuw het eerbetoon aan Vergilius van de grond kwam. Hoofdverantwoordelijk hiervoor was de Franse generaal Sextius Alexandre François de Miollis (1759-1828). Hij had onder Napoleon gediend en deelgenomen aan het beleg van Mantova in 1796-1797, waarbij de stad op de Oostenrijkers werd veroverd. Later diende De Miollis als gouverneur van de stad. Hoewel zijn ongebruikelijke voornaam Sextius een voorliefde bij zijn ouders voor Romeinse geschiedenis doet vermoeden, is de simpele verklaring ervoor dat de generaal afkomstig was uit Aix-en-Provence, in 123 BCE door de proconsul Gaius Sextius Calvinus gesticht als Aquae Sextiae. De Miollis was niettemin goed bekend met de geschiedenis van Mantova. In 1797 liet hij de lokale architect Paolo Pozzo (1741-1803) de Piazza Virgiliana aanleggen. In 1801 werd hier een zuil geplaatst met daarop een buste van Vergilius, een werk van de beeldhouwer Giovanni Bellavite (1739-1821).

Piazza Virgiliana.

Na de nederlaag van Napoleon kwam Mantova weer onder Oostenrijks bestuur. Omdat Oostenrijkse troepen wilden exerceren op de Piazza Virgiliana werd de zuil met de buste naar de rand van het plein verplaatst. Uiteindelijk werd in 1821 de zuil afgebroken en de buste overgebracht naar het Palazzo Municipale. Op de Piazza Virgiliana werd een namaak amfitheater gebouwd, het Anfiteatro Virigiliano. Dit amfitheater werd op zijn beurt in 1919 afgebroken en vervangen door het huidige monument voor Vergilius. Het marmeren monument is een ontwerp van de architect Luca Beltrami (1854-1933), terwijl de beeldhouwer Emilio Quadrelli (1863-1925) verantwoordelijk was voor het bronzen beeld van de dichter. Quadrelli wist het beeld vlak voor zijn dood in 1925 te voltooien. De onthulling van het monument op 21 april 1927 maakte hij helaas niet meer mee.

Bronnen

One Comment:

  1. Pingback:Mantova: Sant’Andrea – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.