Cividale del Friuli: De Duomo

Duomo van Cividale del Friuli.

De Duomo van Cividale del Friuli, gewijd aan Santa Maria Assunta, is strikt genomen geen kathedraal, want Cividale heeft geen eigen bisschop meer. De omgeving van het gebouw is interessant, want ze vertelt ons het een en ander over de geschiedenis van het stadje. De Duomo kijkt uit op het standbeeld van de Romeinse staatsman Julius Caesar, die de stad in 50 BCE stichtte als Forum Julii. Het beeld is gebaseerd op een origineel uit de Oudheid en werd hier in 1935 geplaatst; de sokkel noemt de naam van de toenmalige koning van Italië, Victor Emanuel III. Tegenover de Duomo vinden we het stadhuis, gevestigd in het dertiende-eeuwse Palazzo Comunale. Forum Julii was de eerste belangrijke stad die in 568 in handen viel van de Longobarden, die bij hun inval in Italië werden geleid door hun koning Alboin. De regio die ze annexeerden, stond voortaan bekend als de Friuli, een samentrekking van Forum Julii. In de achtste eeuw kreeg de stad de naam Civitas Austriae, stad van het Oosten. De lezer begrijpt nu waar de naam Cividale del Friuli vandaan komt.

Geschiedenis

De geschiedenis van de Duomo gaat in elk geval terug tot de achtste eeuw. Misschien werd de voorloper van de huidige Duomo gebouwd in opdracht van Calixtus (Callisto in het Italiaans), de patriarch van Aquileia die in 737 besloot de zetel van het patriarchaat van Aquileia naar Cividale te verplaatsen. De patriarchen zouden daar blijven tot 1038, toen ze besloten weer terug naar Aquileia te verhuizen. Patriarch Poppo had daar immers net de verbouwing van de schitterende basiliek van Santa Maria Assunta afgerond. In 1238 verkasten de patriarchen naar het veel grotere Udine, waar ze grosso modo tot aan de afschaffing van het patriarchaat van Aquileia in 1751 zouden resideren.

Interieur van de Duomo.

De geschiedenis van de Duomo vanaf de achtste eeuw is er een van branden en aardbevingen, reparaties, restauraties en uitbreidingen. In het midden van de vijftiende eeuw werd besloten over te gaan tot herbouw van de Duomo, nadat deze door een aardbeving in 1448 zwaar beschadigd was geraakt. Voor de herbouw werd de architect Bartolomeo delle Cisterne (ca. 1400-1480) uit Capodistria (nu Koper in Slovenië) ingehuurd, die in 1457 met het project begon. Bij zijn dood 23 jaar later was het nieuwe gebouw nog niet gereed, en in 1502 stortte zelfs een gedeelte van de nog onvoltooide Duomo in. Als nieuwe architect werd vervolgens Pietro Lombardo (ca. 1435-1515) aangetrokken. De architectonische smaak was inmiddels veranderd. Bartolomeo delle Cisterne had nog een ontwerp voor een (laat-)Gotische kerk gemaakt, maar Lombardo zou Renaissance-elementen aan het gebouw toevoegen. Dit is onder meer zichtbaar aan de gevel (zie hierna). Naast vader Pietro werkten ook zijn zoons Tullio (gestorven 1532) en Antonio (ca. 1458-1516) aan de nieuwe Duomo mee.

Helaas kon ook Pietro Lombardo de bouw niet voltooien. In 1515 stierf hij, midden in de zogenaamde Oorlog van de Liga van Kamerijk (1508-1516). De oorlog had de bouwwerkzaamheden stilgelegd, en pas in 1518 werden ze hervat. In 1529 waren de werklieden gelukkig dusdanig opgeschoten dat de Duomo dan eindelijk, op 9 mei van genoemd jaar, kon worden gewijd. De Duomo was echter nog niet helemaal voltooid. Het werk aan de vloer werd bijvoorbeeld pas in 1549 afgerond. In de achttiende eeuw werd besloten het interieur van het gebouw onder handen te nemen. De opdracht hiervoor werd verstrekt aan de Venetiaanse architect Giorgio Massari (1687-1766), die echter stierf voordat hij met het werk kon beginnen. Uiteindelijk werd het project daarom toevertrouwd aan diens leerling Bernardino Maccaruzzi (ca. 1728-1798).

Bezienswaardigheden

Centraal portaal.

De gevel van de Duomo is tamelijk eenvoudig. Het onderste gedeelte heeft Gotische elementen en werd nog afgerond toen Bartolomeo delle Cisterne de hoofdarchitect was. Het middelste portaal, met daarop een Annunciatie, dateert van 1465 en is een werk van de verder weinig bekende beeldhouwer Jacopo Veneziano. Boven de deuren lezen we ook het jaartal 1457 in Romeinse cijfers (MCCCCLVII). Het bovenste gedeelte van de gevel is gebouwd in Renaissancestijl. Het ontwerp kan waarschijnlijk wel aan Pietro Lombardo of een van zijn zonen worden toegeschreven, maar zij waren allemaal al dood toen werklieden in 1535 de laatste hand legden aan dit gedeelte van de gevel.

Binnen in het gebouw zijn ook fraaie dingen te zien, om te beginnen het grafmonument uit 1621 dat is bevestigd aan de binnengevel. Het monument met houten ruiterstandbeeld is gemaakt voor de lokale condottiero Marcantonio di Manzano. Hij sneuvelde in 1617 tijdens het beleg van de stad Gradisca. Het beleg was onderdeel van de zogenaamde Uskok-oorlog (1615-1617), genoemd naar de Kroatische piraten die zich de woede van Venetië op de hals hadden gehaald door Venetiaanse handelsschepen aan te vallen. Aangezien de Friuli sinds 1420 tot de Venetiaanse gebieden op het Italiaanse vasteland behoorde, behoeft het geen verbazing te wekken dat Marcantonio di Manzano in Venetiaanse dienst vocht. Gradisca werd echter nooit ingenomen, en kort na het sneuvelen van Marcantonio werd de oorlog beëindigd door het Verdrag van Madrid. Het grafmonument voor de aanvoerder wordt met de nodige slagen om de arm toeschreven aan de beeldhouwer Girolamo Paleario (ca. 1579-1634) uit Udine.

Monument voor Marcantonio di Manzano.

Ook heel mooi is het grafmonument van de patriarch Nicolò Donà in de linker zijbeuk. Deze Venetiaan was patriarch van Aquileia van 1493 tot 1497 en stierf in het laatstgenoemde jaar in Cividale del Friuli, waar hij in de Duomo werd bijgezet. Donà had net weer eens de zetel van het patriarchaat verplaatst, van Udine naar Cividale, maar zijn dood maakte de verplaatsing weer ongedaan. Het grafmonument is een werk van de tamelijk obscure beeldhouwer (met de zeer lange naam) Giovanni Antonio di Bernardino da Carona (1477-1536), afkomstig uit Bergamo. Het monument dateert van 1513. Boven de liggende gestalte van de overledene op de sarcofaag zien we nog drie beelden, die eveneens onderdeel moeten zijn geweest van het monument. Het gaat om een Madonna met Kind geflankeerd door Sint Hermagoras (de eerste bisschop van Aquileia) en diens diaken Fortunatus.

Grafmonument voor patriarch Nicolò Donà.

Van de vele schilderijen in de Duomo wil ik er eentje in het bijzonder noemen: de steniging van de heilige Stefanus door de Venetiaanse schilder Iacopo Negretti, bijgenaamd Palma il Giovane (ca. 1548-1628). Het werk dateert van 1606. Ook bijzonder interessant is een groot houten crucifix uit het einde van de twaalfde of begin van de dertiende eeuw. Mogelijk werd het kruisbeeld gemaakt in opdracht van patriarch Peregrinus of Pellegrino II (1195-1204), die vooral bekendheid geniet vanwege het prachtige altaarstuk in de Duomo. Dit altaarstuk is zo bijzonder dat het een eigen kopje verdient.

De steniging van de heilige Stefanus door Palma il Giovane / crucifix, begin dertiende eeuw.

Pala di Pellegrino II

Het verhoogde koor van de Duomo is helaas niet toegankelijk voor bezoekers. Zij zullen het artistieke hoogtepunt in het gebouw daarom van een afstandje moeten bekijken. Ik doel op de Pala di Pellegrino II, het zilveren altaarstuk dat de al genoemde patriarch Pellegrino II voor de Duomo liet maken. Het altaarstuk meet 203 bij 102 centimeter en bestaat in totaal uit 123 plaatjes zilver, die duidelijk door zeer deskundige handen bewerkt zijn. De namen van de makers zijn helaas niet bekend, maar het ging waarschijnlijk om zilversmeden uit de Friuli of Venetië. De vergelijking met de (overigens nog indrukwekkendere) Pala d’Oro in de San Marco in Venetië is gauw gemaakt.

Pala di Pellegrino II.

Pala di Pellegrino II.

De beheerders van het gebouw hebben gelukkig een soort replica van het altaarstuk in de linker zijbeuk neergezet (zie hieronder), zodat voor geïnteresseerden precies duidelijk is wat erop is afgebeeld. In het midden zien we drie grote figuren, namelijk de Madonna met het Kind en de aartsengelen Michael en Gabriel. Aan de linkerzijde zijn vervolgens in drie rijen (4-4-5) dertien heiligen afgebeeld en aan de rechterzijde eveneens in drie rijen (4-4-4) twaalf. Nog eens 24 figuren zijn afgebeeld op het frame van het altaarstuk. Onder hen ook Pellegrino II zelf, die knielt aan de voeten van de Madonna. Alle figuren zijn voorzien van bijschriften in het Latijn. Deze zijn gemaakt met behulp van slagletters: met behulp van een hamer werd een individuele letter in het zilver geslagen. Dit is een vroeg voorbeeld van het gebruik van losse letters in Europa.

Pala di Pellegrino II, replica.

Bronnen

5 Comments:

  1. Pingback:Cividale del Friuli: Museo Cristiano – – Corvinus –

  2. Pingback:Cividale del Friuli: Museo Archeologico Nazionale – – Corvinus –

  3. Pingback:Udine: De Duomo – – Corvinus –

  4. Pingback:Een wandeling door Cividale del Friuli – – Corvinus –

  5. Pingback:Cividale del Friuli: The Duomo – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.