Florence: Cenacolo di Sant’Apollonia

In het noorden van Florence stond ooit een groot kloostercomplex van Camaldulenzer nonnen. Dit complex van Sant’Apollonia, gewijd aan een heilige van wie alle tanden werden getrokken, werd in 1339 gesticht. Het klooster werd in de tweede helft van de negentiende eeuw opgeheven en thans worden de gebouwen ervan voor verschillende doeleinden gebruikt. De kerk, met een ingang aan de Via San Gallo, is nu bijvoorbeeld een conferentiezaal. Waarschijnlijk is ze gesloten voor gewone bezoekers en moeten die de fresco’s van Bernardino Poccetti (1548-1612) aan zich voorbij laten gaan. De grote kloostergang – Chiostro della Badessa – wordt tegenwoordig gebruikt als mensa van de Universiteit van Florence. Het bekendste gebouw van het complex is de voormalige refter (cenacolo). Hierin is sinds 1891 een museum gevestigd, met als onbetwiste hoogtepunt het immense fresco van het Laatste Avondmaal van de schilder Andrea del Castagno (ca. 1421-1457). De ingang van het museum vindt men in de Via XXVII Aprile, bij de kruising met de Via Santa Reparata.

Cenacolo di Sant’Apollonia.

Het Laatste Avondmaal

Het klooster van Sant’Apollonia werd in 1440 uitgebreid in opdracht van abdis Cecilia di Pazzino Donati. Bij die gelegenheid werd onder meer de eetzaal vergroot. Het was vermoedelijk Cecilia’s opvolgster Apollonia di Piero di Giovanni Firenzi die Andrea del Castagno inhuurde om de achtermuur van de eetzaal met fresco’s te verfraaien, waarbij een voorstelling van het Laatste Avondmaal centraal moest komen te staan. Voorheen werd dit fresco op 1445-1450 gedateerd, maar recent onderzoek suggereert dat het tussen juli en december 1447 op de achtermuur verscheen. De Camaldulenzer nonnen vormden een gesloten orde. Doordat de vrouwen in afzondering leefden en buitenstaanders niet werden binnengelaten was het fresco van het Laatste Avondmaal eeuwenlang onbekend. Na de ontdekking van het fresco in de negentiende eeuw werd het aanvankelijk toegeschreven aan Paolo Uccello (1397-1475). Al snel kwam echter Andrea del Castagno in beeld, een schilder uit de Mugello die relatief jong stierf aan de pest en daardoor geen omvangrijk oeuvre heeft nagelaten.

Laatste Avondmaal – Andrea del Castagno.

Het Laatste Avondmaal was op zichzelf een bekend thema in de eetzalen van kloosters in Florence. Men zie bijvoorbeeld de veertiende-eeuwse fresco’s van Taddeo Gaddi (ca. 1300-1366) in de refter van de Santa Croce en (zeer fragmentarisch) van Andrea Orcagna (ca. 1310-1368) in de refter van de Santo Spirito. Andrea del Castagno’s fresco wordt niettemin als zeer vernieuwend beschouwd. Op een informatiebord in het museum wordt het als volgt beschreven:

“With this work Andrea created the first Renaissance Cenacolo in Florence, giving us one of the greatest masterpieces in Florentine painting, defined by critics at the end of the nineteenth century (…) as the most surprising illusion of reality in all of Renaissance civilization for unity of light, plasticity and spatial handling.”

Het Laatste Avondmaal in de Cenacolo di Sant’Apollonia is ouder dan Ghirlandaio’s fresco met hetzelfde thema in de refter van de Ognissanti (1480) en veel ouder dan het beroemde fresco van Leonardo in Milaan (1495-1498). Een belangrijk verschil met de fresco’s van Taddeo Gaddi en Andrea Orcagna is in die werken het Laatste Avondmaal eigenlijk niet de centrale voorstelling is: dat is in beide gevallen de Kruisiging van Christus. Nu zien we boven Andrea del Castagno’s Laatste Avondmaal ook een Kruisiging (in aanzienlijk slechtere staat), maar dat neemt geen dominante positie in, integendeel.

Petrus, Judas, Jezus en Johannes.

Andrea’s fresco van het Laatste Avondmaal is werkelijk enorm: het meet 453 bij 975 centimeter. De twaalf apostelen zitten met Jezus aan een lange tafel die gedekt is met een wit tafelkleed. Iedereen zit op een lange bank, behalve Judas, die aan de andere kant van de tafel op een kruk zit. Hij heeft de gelaatstrekken van een sater, een figuur uit de Grieks-Romeinse mythologie waarin christenen de Duivel en het kwaad zagen. De meeste apostelen zijn gemakkelijk te identificeren omdat ze ‘naambordjes’ bij hun voeten hebben. Dat geldt alleen niet voor Judas en de twee apostelen aan de kopse kant van de tafel. Opvallend zijn de twee sfinxen aan de uiteinden van de lange bank. Zij zijn eveneens figuren uit de Grieks-Romeinse mythologie. In het klassieke verhaal van Oedipus is de sfinx berucht om de raadsels die zij reizigers voorlegde. In het geval het Laatste Avondmaal is het raadsel natuurlijk wie van de apostelen Jezus zal verraden.

Vier anderen apostelen en een sfinx.

Overige bezienswaardigheden

Boven zijn Laatste Avondmaal schilderde Andrea del Castagno, van links naar rechts, een Wederopstanding, Kruisiging en Graflegging. Deze fresco’s waren ongetwijfeld van dezelfde hoge kwaliteit, maar ze verkeren helaas in slechte staat. In het museum hangt verder een Kruisiging van Andrea, afkomstig uit het klooster van Santa Maria degli Angeli, en een Christus met twee engelen, eveneens van zijn hand. Ook wordt er de nodige aandacht besteed aan de schaarse restanten van fresco’s uit de kerk van Sant’Egidio. Deze fresco’s over het Leven van de Maagd werden begonnen door Domenico Veneziano (ca. 1410-1461), met assistentie van Piero della Francesca (ca. 1415-1492). Andrea del Castagno zette de frescocyclus voort, wat kennelijk de reden is de restanten hier in de Cenacolo di Sant’Apollonia tentoon te stellen. Na hem werkten ook Alesso Baldovinetti (1425-1499) en Giusto d’Andrea (1440-1496) nog aan de cyclus, die rond 1470 voltooid moet zijn. De fresco’s gingen nagenoeg geheel verloren tijdens de verbouwing van de Sant’Egidio in Barokstijl. Wat in de Cenacolo di Sant’Apollonia nog te zien is, is schamel te noemen.

Kruisiging – Paolo Schiavo.

In de ruimte voor de refter hangen ook enkele mooie werken van Paolo Schiavo (1397-1478) en Neri di Bicci (ca. 1419-1491), afkomstig uit de voormalige kerk en het klooster. Van de eerstgenoemde is een Kruisiging uit ca. 1447-1449. Aan de voet van het kruis knielen tien nonnen, naar ik aanneem Camaldulenzers, en nog eens twee volledig in het wit geklede vrouwen zonder hoofdbedekking. Van de zeer productieve Neri di Bicci zien we allereerst een Madonna met Kind en Heiligen uit 1472-1473. De heiligen rechts zijn Sint Apollonia en Sint Catharina van Alexandrië. Als gezegd werden de tanden van Apollonia getrokken en ze is dan ook afgebeeld met een grote tang. Catherina herkent men natuurlijk aan haar rad. De mannelijke heiligen rechts zijn Sint Lodewijk van Toulouse en Sint Benedictus (de Camaldulenzers volgen de regel van Benedictus). In dezelfde ruimte hangt van Neri een Kroning van de Maagd met de aartsengel Michael en Sint Stefanus (1473). Het werk heeft enkele mooie details, variërend van de engelen met verschillende muziekinstrumenten tot de zielen die door Michael worden gewogen.

Madonna met Kind en heiligen – Neri di Bicci.

Kroning van de Maagd – Neri di Bicci.

Het Cenacolo di Sant’Apollonia is gratis te bezoeken. In mijn geval was de dienstdoende toezichthouder een man van weinig woorden. Hij wees slechts op het gastenboek waarin bezoekers geacht worden hun naam achter te laten. Daarna wees hij naar de ingang van het museum. Natuurlijk wordt een donatie voor het bezoek zeer op prijs gesteld. Nadat ik bij mijn vertrek enkele muntstukken op tafel had gelegd kon er dan ook een welgemeend “grazie” vanaf.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.