Wie een bezoek brengt aan de Ponte dell’Ammiraglio in Palermo, heeft niet direct het idee te maken te hebben met een monument dat op de UNESCO-lijst van werelderfgoed staat. De omgeving van de brug is namelijk niet heel erg appetijtelijk. Het verkeer raast over de drukke Corso dei Mille en in het gras rondom de brug is helaas veel rommel gedeponeerd. Het kostte me de nodige moeite om foto’s te nemen waarop geen autobanden of plastic flessen te zien zijn. Toch is een bezoek aan de brug zeker de moeite waard. De Ponte dell’Ammiraglio is nauw verbonden met een belangrijke figuur uit de geschiedenis van Normandisch Sicilië en de brug speelde ook een rol in de openingsfase van de militaire campagne van Giuseppe Garibaldi op Sicilië in 1860. Na het bezichtigen van de brug kunt u doorlopen naar het charmante kerkje van San Giovanni dei Lebbrosi, dat op zo’n vijf minuten lopen staat.
Geschiedenis
De Ponte dell’Ammiraglio werd voltooid in 1131. De stenen brug over de rivier de Oreto werd gebouwd in opdracht van George van Antiochië (gestorven 1151 of 1152). George was een Arabisch sprekende Griek die het Normandisch-Siciliaanse koninkrijk diende als ammiratus ammiratorum of emir der emirs. In die hoedanigheid was hij niet slechts een vlootvoogd, maar feitelijk ook de eerste minister van koning Rogier II (1130-1154). De machtige admiraal liet Palermo twee grote monumenten na. De naar hem genoemde brug is het eerste monument, de prachtige kerk van Santa Maria dell’Ammiraglio in het centrum van de stad het tweede. In mijn eerdere bijdrage over de kerk ben ik uitgebreider op het leven van de admiraal ingegaan.
Via de Ponte dell’Ammiraglio konden de Normandische koningen hun landgoederen bereiken die aan de andere kant van de Oreto lagen. Hier stond het kasteel van Maredolce, waarvan de overblijfselen nog steeds bezocht kunnen worden. Het kasteel is een van de vele ‘plezierpaleizen’ die de Normandische koningen van Sicilië buiten Palermo lieten bouwen. La Zisa en La Cuba zijn andere bekende voorbeelden. Het zal bezoekers van de brug opvallen dat de rivier de Oreto tegenwoordig maar een smal stroompje is, dat niet meer onder de brug door stroomt, maar even ten westen ervan. In 1938 is de loop van de rivier namelijk verlegd. Dit was al een oud plan, dat moest voorkomen dat Palermo werd getroffen door overstromingen, hetgeen voor 1938 regelmatig het geval was. Nog in 1931 waren bij een overstroming tien mensen om het leven gekomen.
Garibaldi
De revolutionair Giuseppe Garibaldi (1807-1882) behoort tot de sleutelfiguren van het Italiaanse eenwordingsproces in de negentiende eeuw, de Risorgimento. In vrijwel elke Italiaanse stad zijn er straten of pleinen naar hem vernoemd. Op 6 mei 1860 ging hij met zijn roodhemden – de hemden waren volgens de overlevering oorspronkelijk bedoeld voor het werk in een abattoir – aan boord van twee stoomschepen in de haven van Quarto, niet ver van Genua. Vijf dagen later landde Garibaldi’s legertje bij Marsala op Sicilië, hemelsbreed zo’n 80 kilometer ten zuidwesten van Palermo. Het legertje bestond uit 1.162 manschappen, maar omdat dat ‘de Elfhonderdtweeënzestig’ niet zo lekker bekt, wordt doorgaans van ‘de Duizend’ gesproken. De lange Corso dei Mille die om de Ponte dell’Ammiraglio heenloopt, is naar Garibaldi’s strijdmacht genoemd.
Garibaldi moest het met zijn mannen opnemen tegen het leger van koning Frans II van de Twee Siciliën, dat vele malen groter was. De benaming ‘Twee Siciliën’ slaat in dit geval op het koninkrijk dat zowel het eiland Sicilië als Zuid-Italië, met als voornaamste stad Napels, betrof. In de Normandische tijd was er sprake geweest van één koninkrijk Sicilië (eiland en vasteland), maar in 1302 was dit gesplitst door het verdrag van Caltabellotta. Vanaf 1504 waren Sicilië en Napels weer verenigd in een personele unie en stonden beide koninkrijken onder het gezag van dezelfde Spaanse koning. De koning van Sicilië had doorgaans wel een ander nummer dan de koning van Napels. Keizer Karel V was bijvoorbeeld Karel I van Spanje, Karel IV van Napels en Karel II van Sicilië. Pas in 1816 werd koning Ferdinand IV van Napels en III van Sicilië simpelweg Ferdinand I van de Twee Siciliën (hij was overigens geen koning van Spanje).
Koning Frans II was een achterkleinzoon van Ferdinand I. Bij Calatafimi leden zijn slecht gemotiveerde troepen op 15 mei een nederlaag tegen het legertje van Garibaldi. In de hoofdstad Palermo was niettemin een groot garnizoen gelegerd dat de inmiddels al enigszins uitgedunde Duizend zou moeten kunnen stoppen. De generaals van Frans verwachtten een aanval vanuit Monreale en concentreerden hun troepen in het westen en noorden van de stad. Garibaldi maakte echter een omtrekkende beweging en benaderde Palermo vanuit het zuidoosten. Bij de Ponte dell’Ammiraglio kwam het tot een treffen met de troepen van de koning dat in het voordeel van de roodhemden werd beslecht. De weg naar Palermo, waar de inwoners op de hand van Garibaldi waren, lag nu open. Op 30 mei 1860 werd een wapenstilstand bereikt en op 6 juni gaf de stad zich over. Eind juli van hetzelfde jaar verlieten de laatste koninklijke troepen Sicilië.
Het had hierbij kunnen blijven, want Camillo Benso (1810-1861), graaf van Cavour en premier van het koninkrijk Piëmont-Sardinië[1], verbood Garibaldi om de Straat van Messina over te steken naar het vasteland. Garibaldi, die net versterkt was met vrijwilligers en extra wapens, negeerde het bevel en had hierbij de impliciete steun van Victor Emanuel II, de koning van Piëmont-Sardinië. Begin september vluchtte koning Frans II weg uit Napels en nam Garibaldi de stad in. Op 1 oktober werd een laatste veldslag uitgevochten bij de rivier de Volturno. Ondanks zware verliezen wist Garibaldi’s leger hier de Napolitanen te verslaan. Ondertussen was ook koning Victor Emanuel II vanuit het noorden een offensief begonnen. Op 26 oktober 1860 konden de beide mannen elkaar bij Teano in Campanië de hand schudden. Enkele maanden later, op 17 maart 1861, werd Victor Emanuel uitgeroepen tot koning van het verenigde Italië.
Noot
[1] Het Huis van Savoye, dat heerste over Piëmont, had in 1720 Sardinië verworven in ruil voor Sicilië. De leden van het Huis waren tot 1847 formeel alleen koning van Sardinië, terwijl ze feitelijk heersten vanuit Turijn op het vasteland. Door de Fusione perfetta van 1847 werden de bestuurlijke verschillen tussen eiland en vasteland opgeheven.
Pingback:Palermo: Santa Maria dell’Ammiraglio (La Martorana) – – Corvinus –
Pingback:Palermo: San Giovanni dei Lebbrosi – – Corvinus –