De geschiedenis van de kleine kerk van Santa Maria ai Monti is nauw verbonden met een middeleeuws Maria-icoon dat wonderen zou verrichten. Het icoon was als fresco geschilderd op de muur van een klooster van Clarissen. Toen de Clarissen in 1308 verhuisden, bleef het fresco achter en werd het klooster een schuur. In 1579 stonden werklieden op het punt deze schuur te slopen toen ze plots een stem hoorden die hun opdroeg “het kind geen pijn te doen”. Daarop ontdekten de werklieden het fresco, waarop de Madonna met het Kind is afgebeeld. Het fresco werd voorzichtig losgemaakt en voortaan als icoon vereerd. Al snel bleek het in staat te zijn wonderen te verrichten. Paus Gregorius XIII (1572-1585) gaf daarom in 1580 de architect Giacomo della Porta (1532-1602) de opdracht een kleine kerk te bouwen waarin het icoon zou kunnen worden bewaard. De architect overleed voordat de kerk gereed was, waarna het werk werd overgenomen door Carlo Lombardi (ca. 1545-1619) en Flaminio Ponzio (1560-1613). In 1604 rondden zij het project af. Ruim twee eeuwen lang diende de kerk louter als huisvesting voor het icoon. Pas sinds 1824 is Santa Maria ai Monti en parochiekerk en sinds 1960 ook een titelkerk.
De Barokgevel van de kerk is niet heel bijzonder. Het was vooral de inscriptie op de architraaf die mij opviel:
BEATAE VIRGINI DEIPARAE MARIAE AD MONTES
Deipara is het Latijnse equivalent van het Griekse theotokos. Dat betekent letterlijk ‘zij van wie het kind God is’, maar wordt doorgaans vertaald als ‘moeder van God’. De inscriptie betekent dus: “Voor de Zalige Maagd Maria bij de Bergen, Moeder van God”. Ik moet zeggen dat ik het woord deipara niet vaak ben tegengekomen; mater dei lijkt gebruikelijker te zijn. Een tweede inscriptie, boven de ingang, noemt Paus Gregorius XIII en het jaar 1580. De tekst stelt tevens dat de kerk werd gebouwd “ex ele[e]mosinis a populo collatis”[1], uit de aalmoezen door het volk verzameld. Santa Maria ai Monti is dus een mooi voorbeeld van crowdfunding.
In het prachtige, heldere interieur met veel geel gaan we eerst maar eens op zoek naar het zo vereerde icoon. Dat vinden we in een aedicula in de apsis achter het hoogaltaar. We zien een Madonna met het Kind op een troon, geflankeerd door twee staande heiligen. Dat zijn Sint Laurentius (links) en Sint Stephanus (rechts). De laatste is natuurlijk weer herkenbaar aan de stenen op zijn hoofd. Bij de troon knielen nog twee kleinere heiligen, van wie de rechter zeker Sint Franciscus van Assisi is. Het icoon kwam immers uit een klooster van Clarissen (i.e. vrouwelijke Franciscanen). De linker heilige is lastig te identificeren. Hij is in elk geval een monnik. Verder is het lastig de ouderdom van het icoon in te schatten, omdat het meerdere malen is geretoucheerd of overgeschilderd. Het beste wat we ervan kunnen maken is dat het middeleeuws is. De mozaïekdecoratie erboven is echter negentiende-eeuws.
Veel van de fresco’s in de kerk werden geschilderd door Cristoforo Casolani, een schilder van wie de geboorte- en sterfjaren helaas niet bekend zijn. Casolani beschilderde het tongewelf van het schip met een groot fresco van de Hemelvaart van Christus. Het fresco is omringd door voorstellingen van de vier Kerkvaders, Hieronymus, Ambrosius, Augustinus en Gregorius de Grote. Op de binnengevel schilderde Casolani de profeten Daniel en Jesaja. De schilder zette zijn werk voort bij de koepel, waarvan hij de pendentieven voorzag van fresco’s van de vier evangelisten. De meeste fresco’s aan de binnenzijde van de koepel, met verhalen uit de levens van Jezus en Maria, zijn van de hand van Paolo Guidotti (ca. 1560-1629). Hij schilderde tevens God de Vader in de lantaarn, maar het koepelfresco van de Kroning van de Maagd is van zijn collega Baldassare Croce (1558-1628).
Cristoforo Casolani schilderde ook de drie fresco’s in de schelp van de apsis. Van rechts naar links, en in chronologische volgorde, zien we de Geboorte van de Maagd, de Presentatie in de Tempel en het Huwelijk van de Maagd. De vijf fresco’s op de muren van de apsis zijn van een andere schilder, namelijk Giacinto Gimignani (1606-1681).
Bronnen: Capitool Reisgidsen Rome, 2009, p. 164 en Santa Maria ai Monti | Churches of Rome Wiki.
Noot
[1] Is dat niet een ‘e’ te veel?