Napels: San Lorenzo Maggiore

San Lorenzo Maggiore.

De grote kerk van San Lorenzo Maggiore stond in de zomer van 2024 in de steigers. Blijkens de beelden die ik op Google Street View vond, staan de steigers er al jaren, en er lijkt weinig voortgang in het restauratiewerk te zitten. De oranje gevel van Ferdinando Sanfelice (1675-1748), een lokale architect, is nu helaas niet zichtbaar, maar de kerk erachter is gelukkig gewoon open. De San Lorenzo behoort tot de oudste kerken in Napels. Waarschijnlijk stond er al in de eerste helft van de zesde eeuw een kerk op deze plek, die over een Romeinse markt (macellum) heen werd gebouwd. De restanten van deze markt kunnen bezichtigd worden. De huidige kerk van San Lorenzo dateert van de dertiende eeuw en is een goed voorbeeld van de Angevijns-Gotische stijl in de stad. Daarbij valt vooral de apsis van het gebouw op, met een ambulatorium en negen straalkapellen.

Geschiedenis

De San Lorenzo Maggiore is een Franciscaanse kerk. De oude San Lorenzo uit de zesde eeuw was in 1235 toegewezen aan leden van deze orde. De bouw van de huidige kerk begon omstreeks 1270 in opdracht van koning Karel van Anjou. Karel was begin 1266 tot koning van Sicilië gekroond, waarbij het koninkrijk Sicilië destijds ook geheel Zuid-Italië omvatte, met Napels als verreweg de belangrijkste stad. Nu had Sicilië al een koning genaamd Manfred, maar deze werd door Karel op 26 februari 1266 in de slag bij Benevento verslagen. Manfreds jonge neef Konradijn probeerde twee jaar later nog Karel ten val te brengen, maar hij werd op 23 augustus 1268 door de laatstgenoemde verslagen bij Tagliacozzo. Konradijn werd gevangen genomen en op 29 oktober 1268 op de Piazza del Mercato in Napels onthoofd. Hij was slechts zestien jaar oud (zie Napels: Santa Maria del Carmine). Met het uit de weg ruimen van alle concurrenten had Karel van Anjou zijn troon veiliggesteld. Het was nu tijd voor een ambitieus programma van kerken- en kastelenbouw. De herbouw van de San Lorenzo Maggiore maakte deel uit van dit programma.

Interieur van de kerk.

De bouw van de kerk begon bij de apsis, waarna de bouwvakkers langzaam maar zeker richting de gevel werkten. Daar zullen ze enkele decennia over gedaan hebben. Ik heb helaas niet kunnen achterhalen wanneer de San Lorenzo Maggiore werd voltooid, maar bij de dood van Karel in 1285 was het gebouw zeker nog niet gereed. Het werk werd voortgezet onder zijn opvolgers Karel II (1285-1309) en Robert (1309-1343). De apsis met de straalkapellen is typisch Frans en extreem zeldzaam, zo niet uniek, in Italië (al meen ik een soortgelijke constructie in Bologna te hebben aangetroffen). In de zestiende eeuw werd de apsis gescheiden van de rest van de kerk en vervolgens drie eeuwen lang niet meer gebruikt. De bouwkundige staat van dit deel van het gebouw zal dan ook slecht zijn geweest, en wellicht is dit ook de reden dat de apsis en straalkapellen grotendeels afgesloten waren toen ik de kerk in juli van dit jaar bezocht. De Angevijns-Gotische kerk moet rijkelijk voorzien zijn geweest van fresco’s waarin de invloeden van Romeinse en Toscaanse meesters als Pietro Cavallini en Giotto te ontwaren waren. Helaas zijn van veel van deze fresco’s alleen nog fragmenten over.

Vanaf de zestiende eeuw werd de kerk verfraaid met elementen in de stijl van de Renaissance en vervolgens de Barok. Een goed voorbeeld van een Renaissance-element is het hoogaltaar uit ca. 1530, een werk van de beeldhouwer en architect Giovanni da Nola (1488-1558). De drie beelden van het altaar stellen respectievelijk – en van links naar rechts – Franciscus van Assisi, Laurentius en Antonius van Padova voor. De reliëfs onder de beelden vertellen belangrijke verhalen uit hun levens: Franciscus wordt vrienden met de wolf van Gubbio, Laurentius sterft de marteldood op het rooster en Antonius spreekt met de vissen. In de zeventiende eeuw richtte Cosimo Fanzago (1591-1678) twee kapellen in Barokstijl in. Dit betreft de Cappella Cacace aan de rechterzijde en de Cappellone di Sant’Antonio in het linker dwarsschip. Samen met de al genoemde gevel van Sanfelice zijn deze kapellen schaarse voorbeelden van Barok in de kerk. Er waren ooit zeker meer Barokelementen, maar deze zijn vanaf het begin van de twintigste eeuw systematisch verwijderd om de kerk haar middeleeuwse, Gotische uiterlijk terug te geven.

Hoogaltaar – Giovanni da Nola.

Graftombe van Catharina van Oostenrijk.

Decoratie van de graftombe.

Decoratie van de graftombe.

Grafmonumenten

Graftombe van Catharina van Oostenrijk.

In de kerk staan vele mooie grafmonumenten van personen met banden met het Huis van Anjou. Het mooiste grafmonument is toch wel dat van Catharina van Oostenrijk (1295-1323), dat rechts van het hoogaltaar staat. Zie de afbeeldingen rechts en hierboven. Catharina was de echtgenote van hertog Karel van Calabrië (1298-1328), de zoon van koning Robert van Anjou, bijgenaamd ‘De Wijze’. Het huwelijk van Catharina en Karel bleef kinderloos. Na haar dood hertrouwde de hertog met Maria van Valois (1309-1331). De grafmonumenten van Karel en Maria staan in de kerk van Santa Chiara in Napels, maar Catharina vond haar laatste rustplaats in de San Lorenzo Maggiore. Haar grafmonument is het werk de Toscaanse beeldhouwer Tino di Camaino (ca. 1285-1337). Het gaat om zijn eerste werk in Napels en is een goed voorbeeld van Toscaanse invloeden in de stad. De baldakijn van het monument rust op vier gedraaide zuilen met prachtige Cosmatenversieringen, die op hun beurt weer rusten op vier leeuwen. Op de baldakijn zien we onder meer een reliëf van Franciscus van Assisi die de stigmata ontvangt. Eronder rust de beeltenis van de overledene op een praalbed. Haar sarcofaag wordt gedragen door beelden van Hoop en Naastenliefde.

In het linker dwarsschip staat de graftombe van Karel van Durazzo (1323-1348). Deze hertog van Durazzo was getrouwd met Maria (1329-1366), een postume dochter van Karel van Calabrië en dus een kleindochter van koning Robert de Wijze. Aan de andere kant vinden we de duo-graftombe van Johanna van Durazzo (1344-1387) en haar echtgenoot Robert van Artois (1356-1387). Deze dateert van 1399 en is vrijwel een kopie van de graftombe van Karel. Johanna van Durazzo was dan ook een dochter van Karel. Dat zij en haar man op dezelfde dag stierven, was het gevolg van een moordaanslag. Beiden werden namelijk in 1387 vergiftigd door Margaretha van Durazzo, de jongere zuster van Johanna. Zij was de weduwe van koning Karel III de Korte van Napels (1382-1386). Deze Karel had in 1381 Johanna I van Napels afgezet, de kleindochter van Robert de Wijze en de oudere zuster van Maria. Het waren dus niet bepaald gezellige tijden en ook je eigen familie kon je eigenlijk niet vertrouwen. Even verderop staat trouwens nog een derde graftombe. Deze is prachtig, maar wederom is er een triest verhaal aan verbonden. Het betreft namelijk de tombe van Maria van Durazzo, een dochter van Karel III. Zij stierf in 1371 op slechts driejarige leeftijd. Van geen van de monumenten is de maker bekend.

In het rechter dwarsschip kunnen we de restanten bewonderen van de graftombe van een zekere Ludovico Caracciolo. Blijkens het informatiebordje dateert dit monument van 1335. Opmerkelijk is dat we op de sarcofaag niet één, maar twee liggende gestalten aantreffen. Het gaat om twee mannen in maliënkolder, met wapenrok, dolk op de heup en hondjes aan de voeten. Op het reliëf van de sarcofaag zijn dezelfde twee mannen knielend afgebeeld. Ook zien we hier een knielende koning, wellicht Robert de Wijze, die immers tot 1343 regeerde. Misschien gaat het ook hier om een dubbele graftombe, van genoemde Ludovico Caracciolo en zijn broer of zoon.

Graftombe van Ludovico Caracciolo (en zijn broer of zoon?).

Graftombe van Ludovico Aldomorisco – Antonio Baboccio da Piperno.

De eerste kapel rechts heeft een opvallende tegelvloer, maar het voorwerp dat het meest in het oog springt, is toch wel het grafmonument van Ludovico Aldomorisco uit 1421. Het werd gemaakt door de beeldhouwer Antonio Baboccio da Piperno (ca. 1351-1435). De overledene was een Napolitaanse admiraal en een raadsman van koning Ladislaus van Napels, die tussen 1386 en 1414 op de troon zat. Ladislaus was de zoon van de al genoemde koning Karel III de Korte en de moordlustige Margaretha van Durazzo. Zijn raadsman kreeg een fraaie graftombe die wordt gedragen door vier krijgers.

De sarcofaag is voorzien van reliëfs waarop te zien is hoe de overledene bij de Maagd Maria en vervolgens bij Christus wordt geïntroduceerd. De figuur met de koningskroon op de reliëfs moet Ladislaus zijn; hij was al in 1414 overleden op slechts 37-jarige leeftijd. Omdat Ladislaus geen wettig nageslacht had, werd hij opgevolgd door zijn zuster Johanna. Bij de dood van de kinderloze Johanna in 1435 was het Huis van Anjou in rechte lijn uitgestorven (waarbij kan worden aangetekend dat haar opvolger René van Anjou een telg uit het Huis van Valois-Anjou was en afstamde van de Franse koning Lodewijk IX, de oudere broer van de Karel I van Anjou die in 1266 koning van Sicilië was geworden).

Jongere grafmonumenten zijn te vinden in de laatste kapel aan de linkerzijde van het schip. Hier staan de tombes van Vito Pisanelli uit 1528 en Giacomo Pisanelli uit 1514. Beide zijn het werk van Romolo Balsimelli, een zestiende-eeuwse beeldhouwer uit Toscane. Meer werk van deze beeldhouwer vinden we in de Cappella di San Rocco aan de rechterzijde van het schip. In deze kapel trekt echter vooral het altaarstuk de aandacht. Het werd in het midden van de vijftiende eeuw gemaakt door een onbekende kunstenaar en was ooit geheel beschilderd.

Reliëf van de graftombe van Ludovico Aldomorisco.

Reliëf van de graftombe van Ludovico Aldomorisco.

Graftombe van Vito Pisanelli – Romolo Balsimelli.

Cappella di San Rocco.

Fresco’s en schilderijen

Hoewel van de verschillende frescocycli in de kerk bedroevend weinig bewaard gebleven is, heeft de San Lorenzo Maggiore toch nog wel het een en ander te bieden. De beste fresco’s zijn die van de Geboorte van Christus en de Ontslapenis van de Maagd (Dormitio Virginis). Beide bevinden zich in het rechter dwarsschip, die van de Geboorte boven de net besproken graftombe van Ludovico Caracciolo. De twee fresco’s waren ooit onderdeel van een grotere frescocyclus die vermoedelijk het leven van de Maagd Maria als thema had. De cyclus wordt toegeschreven aan Montano d’Arezzo. Montano was een Toscaanse schilder die door zijn verblijf in Assisi en Rome kennis had opgedaan van het werk van Giotto en Pietro Cavallini. Die kennis paste hij vervolgens toe in Napels, waar hij werkte voor de koningen Karel II en Robert. Zijn fresco’s in de San Lorenzo Maggiore dateren van ca. 1300. Helaas is over het leven van Montano d’Arezzo verder weinig bekend.

Geboorte van Christus – Montano d’Arezzo.

Dormitio Virginis – Montano d’Arezzo.

Aan dezelfde kant van de kerk vinden we in de Cappella della Santissima Annunziata nog wat fragmenten van fresco’s, waaronder een fragmentarische Geboorte van Christus. Veel beter zijn echter de frescofragmenten in de eerste straalkapel van de apsis. Aanvankelijk zag ik hier alleen een stukje fresco van een monnik die een boek leest, maar bij een tweede rondgang door de kerk vielen mij ook de drie voorstellingen uit het leven van Maria Magdalena op. De fresco’s zijn erg goed en zijn duidelijk bewijs van de invloed van Giotto, maar helaas is het licht in dit gedeelte van de kerk niet goed. Het is echter goed genoeg om te zien dat hier de maaltijd in het huis van de Farizeeër, de opwekking van Lazarus en de boetvaardige Magdalena zijn afgebeeld. De fresco’s worden op ca. 1295-1300 gedateerd. De naam van de schilder is helaas niet bekend. Hij wordt eenvoudigweg als de Maestro delle Storie della Maddalena aangeduid.

Opwekking van Lazarus.

In de zesde straalkapel ontwaarde ik op de rechter muur drie voorstellingen uit het leven van de Maagd. Helaas moest ik deze fresco’s van grote afstand bewonderen, aangezien als gezegd de apsis grotendeels is afgesloten voor het publiek. Niettemin kon ik ook van deze afstand nog wel zien dat – van boven naar beneden – de Geboorte van de Maagd, het Huwelijk van de Maagd en de Geboorte van Christus zijn geschilderd. De stijl is wederom die van Giotto. Zeker het fresco van het Huwelijk is erg goed. Let op de gebouwen op de achtergrond en de mensen (onder wie de priester) die achter elkaar staan. Het fresco lijkt me een oefening in perspectief van de anonieme schilder. Volgens het Proto-evangelie van Jakobus was Maria slechts twaalf jaar oud toen ze met Jozef trouwde, maar hier zien we eerder een volwassen Napolitaanse vrouw die de oude Jozef vol zelfvertrouwen aankijkt.

Huwelijk van de Maagd.

In de Cappella Pignone aan de linkerzijde vinden we een paneelschildering van de lokale schilder Angiolillo Arcuccio (gestorven ca. 1492). Deze stelt de vijf Franciscaanse missionarissen voor die in 1220 – dus toen Franciscus van Assisi nog in leven was – in Marokko de marteldood stierven. Door de toevoeging van pijlen, lansen, stenen en zagen liet de schilder zien hoe de vijf mannen aan hun einde gekomen waren. De Cappellone di Sant’Antonio heeft als altaarstuk een paneelschildering uit 1438 van Leonardo da Besozzo, de zoon van de bekendere Michelino da Besozzo. Het altaarstuk stelt Sint Antonius van Padova voor met zes engelen. Sint Antonius werd nog in de vijftiende eeuw overgeschilderd door een onbekende schilder. De paneelschildering zou in 1623 een wonder hebben verricht. Een jongeman was volkomen onschuldig ter dood veroordeeld. De Spaanse onderkoning weigerde gratieverzoeken te behandelen, waarop de echtgenote van de jongeman het verzoek op het altaar achterliet. De volgende ochtend bleek haar man te zijn vrijgelaten. Sint Antonius had hoogstpersoonlijk zijn zaak bij de onderkoning bepleit.

Vijf Franciscaanse martelaren – Angiolillo Arcuccio.

Mijn Capitool reisgids voor Napels (editie 2018, p. 84) vormde de basis van deze bijdrage. Aanvullende informatie kwam van de vele informatieborden in de kerk, van Basilica di San Lorenzo Maggiore – Wikipedia en van Napoli (NA) | Chiesa di San Lorenzo Maggiore (chiesacattolica.it).

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.