We passeerden de kerk van San Francesco alle Scale bij toeval. Op weg naar het archeologisch museum van de Marche kwamen we bij een pleintje waar we plotseling een grote menigte een trap zagen afdalen. De groep had zojuist een kerk bezocht met een opvallende gevel, deels witgepleisterd, deels bestaande uit kale baksteen. Onze reisgids bleek gelukkig enige informatie over de kerk te hebben. De San Francesco alle Scale is vooral bekend vanwege de werken van Pellegrino Tibaldi (1527-1596), die nog enige tijd hoofdarchitect van de Duomo van Milaan was, en van Lorenzo Lotto (1480-1556 of 1557).
Geschiedenis
De San Francesco alle Scale is uiteraard een Franciscaanse kerk, maar de connectie met de Franciscanen kwam niet altijd in haar naam tot uiting. Toen de bouw van de kerk in 1323 begon, kreeg het gebouw de naam van Santa Maria Maggiore mee. De naam ‘Sint Franciscus van de Trappen’ kwam natuurlijk pas in zwang nadat de betreffende trappen waren gebouwd. De bouw daarvan begon in 1447 onder leiding van de architect Giorgio di Matteo, ook bekend als Giorgio Orsini da Sebenico (ca. 1410-1475). Hij was een Dalmatische Italiaan die werd geboren in Zadar in Kroatië (in het Italiaans Zara genoemd) en stierf in Šibenik, destijds nog Sebenico geheten. Giorgio di Matteo was tevens verantwoordelijk voor het ontwerp van het fraaie portaal van de kerk, dat van 1454 dateert en hieronder nog nader aan de orde komt. De straat ten zuiden van de kerk is naar de Dalmatische architect vernoemd.
De San Francesco alle Scale kreeg haar huidige uiterlijk tussen 1777 en 1790. De kerk werd toen grondig verbouwd en vergroot door de architect Francesco Maria Ciaraffoni (1720-1802), die ook het interieur onder handen nam. Helaas werd niet lang daarna een groot gedeelte van de vijftiende-eeuwse trappen afgebroken. Als ik het goed begrepen heb, besloegen deze trappen oorspronkelijk het gehele oppervlak van wat nu de Piazza San Francesco is. In 1860 werd de San Francesco alle Scale geseculariseerd en daarna werden het gebouw en het aangrenzende klooster enige tijd gebruikt als ziekenhuis en vervolgens als archeologisch museum. Pas sinds 1953 is het weer aan de katholieke eredienst gewijd. De kerk werd heropend nadat alle toevoegingen die na 1860 waren aangebracht weer verwijderd waren en alle oorlogsschade was hersteld. Zo was na een bombardement in 1944 de klokkentoren ingestort. Franciscanen zult u tegenwoordig niet meer bij de kerk aantreffen. Zij zijn al enkele decennia geleden vertrokken.
Kunst
Het witgepleisterde gedeelte van de gevel geeft de oorspronkelijke hoogte van de kerk aan; het bakstenen gedeelte daarboven is de uitbreiding van 1777-1790. Het laatgotische portaal van Giorgio di Matteo is bijzonder fraai. Boven de ingang van de kerk zien we een reliëf van Sint Franciscus van Assisi die de stigmata ontvangt, een gebeurtenis die in 1224 zou hebben plaatsgevonden in La Verna in Toscane. Het portaal heeft vier nissen met daarin beelden van Franciscaanse heiligen. Het betreft Clara van Assisi (1194-1253), Bernardinus van Siena (1380-1444), Antonius van Padova (1195-1231) en Lodewijk van Anjou (1274-1297). Clara, Antonius en Lodewijk waren al bekende Franciscaanse heiligen toen Giorgio di Matteo in 1454 het portaal ontwierp, maar Bernardinus van Siena was pas in 1450 heilig verklaard door Paus Nicolaas V. Een opvallend element van het portaal zijn verder de deurposten, met in totaal achttien mensenhoofden en twee leeuwenkoppen.
Het achttiende-eeuwse interieur van de kerk is nog witter dan het onderste gedeelte van de gevel en eerlijk gezegd ongelooflijk saai. Gelukkig zorgen de werken van Pellegrino Tibaldi en Lorenzo Lotto voor de broodnodige kleur. Tibaldi’s Doop van Christus werd geschilderd voor de kerk van Sant’Agostino. Deze kerk is thans geseculariseerd, maar het gebouw heeft nog altijd een fraai portaal van – wederom – Giorgio di Matteo. Tibaldi maakte het schilderij in opdracht van een Armeniër die in Ancona woonde, een mooi bewijs van het kosmopolitische karakter van de havenstad. De kerk zelf dateert het werk op ca. 1560, maar ik ben ook wel vroegere dateringen tegengekomen (ca. 1554-1556). Van de doop van Heiland door Johannes de Doper zijn vier mannen getuige. De man met het zwaard links van Christus is Paulus, en rechts van Johannes de Doper zien we ofwel Mozes ofwel Petrus. De twee mannen aan de uiteinden zijn gelet op de staf die ze dragen duidelijk bisschoppen. Een van hen is ongetwijfeld Sint Augustinus van Hippo. Hij mocht in een aan hemzelf gewijde kerk natuurlijk niet ontbreken.
De Tenhemelopneming van Lorenzo Lotto siert het hoogaltaar van de kerk. In Asolo in de Veneto had ik al eerder een schilderij van Lotto gezien waarin het thema van de Tenhemelopneming werd behandeld, maar het schilderij in Ancona is toch veel indrukwekkender, al was het maar omdat hier veel meer personen van de Tenhemelopneming getuige zijn. Ik telde er twaalf, dus het zullen alle twaalf apostelen zijn. Anders dan Pellegrini’s Doop is deze Tenhemelopneming wel specifiek voor de San Francesco alle Scale geschilderd. Het werk heeft ook een duidelijke link met de oorspronkelijke wijding van de kerk aan Santa Maria Maggiore. De Tenhemelopneming wordt op ca. 1550 gedateerd. Opvallende elementen aan het werk zijn de onheilspellende lucht en het contrast tussen het kalme gezicht van de Maagd en de woest gesticulerende apostelen.
Bronnen: Bradt travel guide Umbria & the Marche (2021), p. 226, San Francesco alle Scale: a little gem | Ancona Tourism en Chiesa di San Francesco alle Scale – Wikipedia.
Pingback:Ancona: Museo Archeologico Nazionale delle Marche – – Corvinus –