Een van de belangrijkste musea in Sassoferrato heeft vreemd genoeg niet het woord ‘museum’ in de naam. De Civica Raccolta d’Arte is kennelijk in de eerste plaats een raccolta of verzameling. De overwegend religieuze werken dateren van de vijftiende tot en met de late achttiende eeuw en zijn afkomstig uit kerken, kloosters en privéverzamelingen in en rond Sassoferrato. Het museum is gevestigd in het Palazzo Oliva aan de Piazza Matteotti, in de vijftiende eeuw gebouwd door Alessandro Oliva (1407-1463), een kardinaal die uit Sassoferrato zelf afkomstig was. Hij is een van de vier Grote Mannen uit Sassoferrato die we tegenkomen op een van de weinige seculiere werken in het museum. Op dit werk uit ca. 1550, afkomstig uit het naastgelegen Palazzo Comunale en geschilderd door de mysterieuze Maestro di San Pietro, is hij de tweede man van links, herkenbaar aan zijn rode kardinaalshoed. De andere beroemdheden op de paneelschildering zijn de humanist Niccolò Perotti (1429-1480), de jurist Bartolus (1313-1357) en de arts Gianlorenzo Chirurghi. De laatstgenoemde is helaas niet beroemd genoeg voor een Wikipediapagina.
Het eerste interessante religieuze werk dat ik tegenkwam, was een paneelschildering met vier heiligen uit 1478. We zien van links naar rechts Sint Antonius van Padova, Sint Sebastiaan, Sint Rochus en ten slotte Sint Domninus van Fidenza, met een hondenkop als attribuut. Het werk wordt toegeschreven aan de Maestro di Collamata en is eerder interessant dan mooi. Van betere kwaliteit zijn de werken van de lokale schilder Pietro Paolo Agabiti (ca. 1470-1540). Zijn Madonna met Kind en twee bisschoppen is erg versleten, maar dat geldt gelukkig niet voor zijn Pietà uit ca. 1518-1520, afkomstig uit een Benedictijns klooster. De heiligen op het doek zijn Sint Nicolaas van Tolentino, Sint Sebastiaan, de Franciscaanse inquisiteur Giacomo della Marca (ca. 1391-1476)[1] en een vrouwelijke heilige die mogelijk Catharina van Alexandrië voorstelt. Op de achtergrond is een bergstadje te zien, mogelijk Sassoferrato zelf. De andere beroemde schilder uit Sassoferrato is natuurlijk de man die door het leven ging als Il Sassoferrato. Zijn echte naam was Giovanni Battista Salvi (1609-1685) en hij was vooral goed in het schilderen van Madonna’s. Het museum bezit een aantal werken van zijn hand.
De tweede raccolta in Sassoferrato is de Raccolta Perottiana, te vinden in het Palazzo dei Priori uit 1355. Deze verzameling bestaat uit voorwerpen uit de privécollectie van de al genoemde Niccolò Perotti. Als jongeman werd hij aangesteld als secretaris van de van oorsprong Griekse kardinaal Basilios Bessarion (ca. 1403-1472). Bessarion was lid van de Griekse delegatie die in 1438 naar Italië afreisde om deel te nemen aan het Concilie van Ferrara en het daaropvolgende Concilie van Florence, waarvan het doel was een verzoening te bewerkstelligen tussen de Rooms-Katholieke en Oosters-Orthodoxe kerken. De concilies leidden in 1439 tot een Herenigingsdecreet, dat echter in Constantinopel werd verworpen. Bessarion besloot in Italië te blijven. Hij keerde zich af van zijn orthodoxe geloof, bekeerde zich tot het katholicisme en werd uiteindelijk kardinaal. De kardinaal stond bekend als een groot geleerde en zijn huis in Rome – dat er nog steeds staat – werd een centrum van kennis. Door zijn contacten en reizen met Bessarion kon Niccolò Perotti een aardige verzameling religieuze voorwerpen uit Oost en West aanleggen, die hij bij zijn dood aan zijn geboortestad naliet.
Topstuk van de Raccolta Perottiana is een draagbaar icoon van de soldatenheilige Sint Demetrius van Thessaloniki. Het icoon is een mozaïek gemaakt van minuscule tesserae dat dateert van het einde van de veertiende eeuw. Helaas is het icoon lastig te fotograferen, want het wordt – uiteraard – achter glas bewaard en het licht in het museum is verre van ideaal. Nog mooier vond ik een reliquiarium en diptiek, eveneens veertiende-eeuws. Het tweeluikje van verguld hout is een Frans werk, de ivoren decoraties met voorstellingen uit het leven van Jezus komen uit een Romeins atelier en worden op ca. 1320-1340 gedateerd.
Noot
[1] Zaligverklaard in 1624 en heilig in 1726.