In november 2013 bezochten mijn goede vriend en ik de Eeuwige Stad, Rome. Ons bezoek viel precies in de week waarin besloten zou worden over het lot van senator Silvio Berlusconi. Eigenlijk leek het ons wel interessant om de zitting van de Senato della Repubblica bij te wonen waarin zou worden gedebatteerd en gestemd over het lidmaatschap van een van de meest omstreden en gevreesde figuren in de Italiaanse politiek. Met in ons achterhoofd het gegeven dat zittingen van de beide Kamers van het Italiaanse parlement openbaar zijn (artikel 64 Italiaanse Grondwet) togen we naar het Palazzo Madama, waar de Senaat is gevestigd. Het Italiaanse tweekamerstelsel is een voorbeeld van perfect bicameralisme: beide Kamers hebben dezelfde bevoegdheden op wetgevingsterrein en de regering behoeft het vertrouwen van beide Kamers. Dat beide Kamers over dezelfde bevoegdheden beschikken, is te rechtvaardigen vanuit het gegeven dat beide rechtstreeks gekozen worden, dus ook – althans grotendeels – de Senaat (zie de artikelen 57-59 Italiaanse Grondwet).
Eenmaal bij het Senaatsgebouw aangekomen, merkten we al direct dat er een serieuze zitting aan de gang was. De toegang tot het gebouw werd bewaakt door militairen met indrukwekkende machinegeweren. Hen kwamen we nog wel voorbij, maar bij de portier eindigde ons bezoek aan de Senaat. Hij deelde ons mede dat het helaas echt niet mogelijk was de zitting bij te wonen, al vond hij het merkbaar leuk dat twee buitenlanders precies wisten wat er bij de zitting op het spel stond. Eenmaal weer buiten begaven we ons naar de Camera dei Deputati (de Italiaanse Tweede Kamer) in het nabijgelegen Palazzo Montecitorio, ons subsidiaire doel van die dag. Onderweg kwamen we nog langs de bibliotheek van de Senaat, waar het debat over Berlusconi op een groot scherm te volgen bleek te zijn. Bij de dienstdoende medewerkster probeerden we nogmaals toegang tot het Senaatsgebouw te krijgen, maar zij legde uit dat alle beschikbare ruimte op de tribunes was ingenomen door vertegenwoordigers van de media. Uit de beelden op het grote scherm bleek inderdaad dat die vol zaten met fotografen met telelenzen. Met een aantal leuke (gratis) Engelstalige boekjes over de Senaat en de Italiaanse Grondwet vervolgden we onze politieke wandeling.
Aangekomen bij het Palazzo Montecitorio leek het er sterk op dat er een belangrijk debat bezig was. Het plein voor het gebouw was afgezet en de aanwezige carabinieri lieten ons niet door (een aantrekkelijke dame mocht uiteraard wel doorlopen; verschil moet er zijn). Aan de achterkant van het gebouw op nummer 24 stond een deur open. Op goed geluk liepen we naar binnen en achter het loket troffen we een medewerkster die voortreffelijk Engels bleek te spreken en ons graag toegang verleende tot de tribunes, mits we bereid waren even aan een paar formaliteiten te voldoen. Die formaliteiten namen nogal wat tijd in beslag. Eerst moesten onze tassen en jassen door de scanner en moesten we zelf door een poortje. Vervolgens moesten we een formulier invullen en onze paspoorten overhandigen zodat we ‘gescreend’ konden worden. Na ongeveer een half uurtje wachten kregen we te horen dat we ‘clean’ waren, en waren aangemeld bij de publieksingang op nummer 25. Helaas was het inmiddels lunchtijd en waren er geen parlementsleden meer. We konden om drie uur terugkomen, maar dat zou alles in orde zijn.
Om drie uur stroomden we samen met een groep schoolkinderen de publieksingang binnen. De communicatie met de portiers verliep nogal moeizaam. Gelukkig had het door het luikje in het glas schuiven van onze paspoorten zin: we bleken inderdaad aangemeld te zijn. Vervolgens moesten onze spullen (uiteraard) weer door de scanner en werden we zelf gecontroleerd met een handscanner. Tassen, jassen, telefoons en camera’s moesten beneden achterblijven. We dachten dat we nu wel de tribunes op zouden mogen, maar we bleken buiten de Italianen gerekend te hebben. Want die verwachten dat er keurig gekleed publiek op de tribunes van hun parlement zit! Dus kwamen de dienstdoende portiers aan met stropdassen en jasjes, die zo te zien qua kleur prima aansloten bij onze eigen kleding. Helemaal het heertje mochten we plaatsnemen in de loges, want dat is waarschijnlijk de beste beschrijving van de publieke tribunes. De Camera dei Deputati is echt prachtig van binnen! Je waant je als bezoeker in een theater waarin je neerkijkt op de acteurs. Aan de wanden worden belangrijke constitutionele momenten uit de periode van de Eenwording (vooral referenda tussen 1861 en 1870) gememoreerd, evenals de keuze voor de republiek na de Tweede Wereldoorlog en de vaststelling van de huidige Grondwet.
Het debat zelf ging over de situatie op Sardinië, waar overvloedige regenval voor grote problemen had gezorgd. Erg spectaculair was het niet. Zowel de parlementariërs als de aanwezige minister (of staatssecretaris) lazen hun verhaal voornamelijk voor van papier. Tijdens een schorsing van de vergadering wordt het publiek geacht de tribune te verlaten, en dus werden we samen met de twee andere toeschouwers de loge uit gedirigeerd door het in ruime mate aanwezige personeel. Van de twee andere aanwezigen bleek er één de burgemeester van Ragusa te zijn. Hij was verguld dat we een link wisten te leggen met Commissario Montalbano, dat daar is opgenomen. Vervolgens hebben we leuk gepraat over het Nederlandse en het Italiaanse staatsrecht, onder meer over het Italiaanse kiesstelsel, waarover het Constitutionele Hof enige dagen later een belangrijke uitspraak zou doen.
Bij de hervatting van het debat zagen we de zaal, die eerder vrijwel leeg was, volstromen met parlementariërs. Kennelijk moest er een stemming plaatsvinden, al was ons niet duidelijk waarover. Het elektronische bord gaf aan dat een 3/4 meerderheid vereist was, en de Italiaanse Grondwet maakt duidelijk dat in bijzondere gevallen inderdaad een gekwalificeerde meerderheid vereist kan worden (artikel 64 Italiaanse Grondwet), al hebben we de 3/4 meerderheid niet terug kunnen vinden. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we de lezer waarschijnlijk meer en betere uitleg hadden kunnen geven als we de Italiaanse taal beter hadden beheerst. Hoe het ook zij, diverse parlementariërs kwamen de zaal in gerend. Vervolgens kon de beraadslaging weer beginnen. Een van de aanwezigen begon zijn verhaal af te draaien, waar opvallend genoeg niemand van de overige aanwezigen in geïnteresseerd bleek te zijn. Overal in de zaal werd gewoon nog gebeld en gepraat. De tamelijk machteloze voorzitter vroeg geregeld om stilte, maar tevergeefs. Tegen enthousiast applaudisserende tienermeisjes op de tribunes werd wel hard opgetreden. ‘Niente applauso’ is daar de norm, net als in Nederland overigens.
Op een gegeven moment hadden we het wel gezien. Een mooie ervaring rijker verlieten we het Palazzo Montecitorio. Op onze hotelkamer zagen we nog net hoe over Berlusconi’s senaatszetel werd beslist. Bij een volgende gelegenheid zullen we weer een poging wagen ook het Palazzo Madama van binnen te zien.
Dit artikel verscheen in 2013 op het weblog Publiekrecht & Politiek.
Pingback:Rome: San Lorenzo in Lucina – – Corvinus –