De voormalige kerk van Santa Maria di Piazza is de oudste en zeker ook de interessantste van alle kerken in het charmante stadje Pergola. De geschiedenis ervan zou ruim een millennium teruggaan. Volgens de overlevering werd de kerk namelijk in het eerste decennium van de elfde eeuw gesticht door monniken van de Abdij van Santa Maria di Sitria. Misschien gebeurde dit wel in opdracht van Sint Romualdus van Ravenna (ca. 951-1027), de stichter van de Orde van de Camaldulenzen, een tak van de Benedictijnen. Pergola zelf werd pas in 1234 gesticht vanuit Gubbio in Umbrië, waarmee de kerk ruim twee eeuwen ouder is dan het stadje. Tegen het oorspronkelijke kerkgebouw was een pergola met wijnranken aangebouwd, en dat zou de naam van het stadje verklaren. Een kerk met zo’n interessante geschiedenis wilden we natuurlijk graag bezoeken. Helaas stonden we bij onze eerste poging overdag voor een dichte deur. Gelukkig hadden we opgevangen dat in de avond van 14 augustus 2024 veel kerken in Pergola hun deuren zouden openen in het kader van Palazzi e chiese aperte. En zo was er alsnog gelegenheid de kerk van binnen te bekijken.
Van het oorspronkelijke middeleeuwse gebouw is weinig bewaard gebleven, zeker niet na een grote verbouwing in 1831. Veel van de kunst in de kerk bestaat uit zeventiende-eeuwse schilderijen van anonieme meesters. Een voorbeeld is het altaarstuk, dat een Annunciatie voorstelt. We hadden gelezen dat zich in de kerk een crucifix bevond van de veertiende-eeuwse schilder Mello da Gubbio en vroegen daarnaar bij de in de kerk aanwezige vrijwilliger, Enrico. Daarop ontstond een tamelijk komische situatie, die zich in het moderne Italië wel vaker voordoet. Waar wij zelf wilden laten zien dat we best een woordje Italiaans spreken, wilde Enrico laten zien hoe goed hij het Engels beheerste. Enrico wilde daarnaast even testen of we echt wisten wie Mello da Gubbio was of zomaar wat riepen. Hij nam ons mee naar het achterste gedeelte van de kerk en vroeg welk van de werken daar Mello dan geschilderd had. Toen ik direct antwoordde met “il crocifisso”, kreeg ik als reactie: “Ah, bravo, una caramella!” (“Oh, heel goed, een snoepje!”)
Mello da Gubbio was een leerling van Ambrogio Lorenzetti (ca. 1290-1348) uit Siena. Zijn crucifix in de Santa Maria di Piazza dateert van ca. 1330-1340 en is afkomstig uit de kerk van San Francesco in Pergola. Het werk werd hier in 2016 geplaatst nadat de beruchte aardbeving van dat jaar de San Francesco had beschadigd. We zien een vermagerde Christus, de ribben duidelijk zichtbaar en gekleed in slechts een lendendoek, hangend aan het kruis. Bij de uiteinden van het kruis zijn links de Maagd Maria en rechts Johannes de Evangelist geschilderd, de laatste nu zwaar beschadigd. Bij de bebloede voeten van de Heiland zien we nog delen van een vrouwengezicht, ongetwijfeld dat van Maria Magdalena. Ten slotte is boven het bordje met de letters INRI – wat staat voor IESUS NAZARENUS REX IUDEORUM – een zegenende Christus (of God de Vader) geschilderd. Het crucifix is zeker geen meesterwerk, maar het is altijd plezierig te constateren dat werken van bijna 700 jaar oud ook vandaag de dag nog bewonderd kunnen worden.
Het interessantste kunstwerk vinden we in de apsis van de kerk. Het betreft een groot maar helaas beschadigd fresco van de Kruisiging en de Levensboom (lignum vitae). Enrico kondigde het ons aan als una sorpresa (een verrassing) en dat was het ook. Het fresco verdween in de zeventiende eeuw achter een laag pleisterwerk toen een nieuw altaarstuk in een Barokke aedicula in de apsis werd geplaatst. Voor de aedicula moest een nis worden gemaakt, en daardoor ging het centrale gedeelte van het fresco geheel verloren. Na een eveneens beruchte aardbeving in 1997 werden verstevigingswerkzaamheden in de apsis uitgevoerd. De Barokke aedicula werd verwijderd en het fresco werd herontdekt. Sinds 2010 is het ook weer zichtbaar voor het publiek. Het bordje bij het fresco schrijft het toe aan Giovanni Antonio Bellinzoni da Pesaro (ca. 1415-1478), maar bij die toeschrijving worden tegenwoordig wel wat vraagtekens geplaatst. Ook over de datering van het werk – volgens het bordje 1451, met een vraagteken – bestaat discussie.
Volgens de restaurateur Andrea Fedeli waren bij het maken van het fresco meerdere schilders betrokken. Het linker gedeelte zou van het einde van de veertiende eeuw dateren en kunnen worden toegeschreven aan een schilder uit de school van Giotto, terwijl het rechter gedeelte enkele decennia jonger zou zijn en kunnen worden toegeschreven aan een schilder uit de Venetiaanse school. Die laatste schilder zou niettemin in de stijl van de veertiende eeuw hebben geschilderd. Dit is ook het verhaal dat Enrico ons vertelde, maar volgens een bord in de kerk met uitgebreidere informatie is de toeschrijving aan het atelier van Giovanni Antonio Bellinzoni da Pesaro toch nog steeds het meest geaccepteerd, al wordt er wel erkend dat er inderdaad twee opeenvolgende schilders bij het fresco betrokken waren. Ongetwijfeld zal de discussie over de toeschrijving worden voortgezet.
Laten we nu het fresco zelf eens nader bekijken. In het midden was de Kruisiging afgebeeld, maar die is helaas verloren gegaan, al zien we nog wel de voeten van Christus en is zijn gezicht kort geleden teruggevonden in de Duomo van Pergola. Christus werd gekruisigd tussen twee misdadigers, en van de linker is nog wel iets bewaard gebleven. We zien in elk geval hoe hij met touwen aan het kruis is vastgebonden, hetgeen historisch correct is. Links van de misdadiger zijn vijf figuren afgebeeld. De man is zonder enige twijfel Johannes, de drie vrouwen zijn waarschijnlijk de Maagd Maria, Maria Magdalena (die flauwvalt) en Maria, de vrouw van Klopas. Een vijfde figuur, van wie het gezicht verloren is gegaan, ondersteunt samen met Johannes Maria Magdalena. Misschien gaat het om Jozef van Arimatea, maar het is helaas niet eens duidelijk of het een man of een vrouw is. De voorstelling rechts is heel anders. Hier zien we Johannes de Doper en een bisschop genaamd Sint Athanasius. Om welke Athanasius het precies gaat, is niet duidelijk. Men is geneigd direct te denken aan Athanasius, patriarch van Alexandrië tussen 328 en 373, maar er was in de negende eeuw ook een Athanasius bisschop van Napels. Het mooiste detail is toch wel het kleine duiveltje op het kruis van de rechter misdadiger: het steelt zijn ziel.
Pingback:Pergola: Santa Maria di Piazza – – Corvinus –
Pingback:De kerken van Pergola – – Corvinus –