De kerk van San Pietro staat ten zuiden van het historische stadscentrum van Spoleto, aan de voet van de Monteluco. Omdat de kerk altijd buiten de stadsmuren heeft gestaan, is ze ook bekend onder de naam de San Pietro extra moenia of San Pietro fuori le Mura. De kerk bezet een plek die al vóór de komst van de Romeinen als begraafplaats werd gebruikt. Een eerste kerk verrees vermoedelijk in de vroege vijfde eeuw. Deze wordt toegeschreven aan bisschop Achilleus van Spoleto. Deze Achilleus kan met zekerheid als een historische figuur worden beschouwd, want er bestaat een document waaruit blijkt dat hij in het jaar 419 in Rome het Paasfeest vierde. De kerk was gewijd aan de apostel Petrus en bezat naar verluidt een stukje van een van diens ketenen. Daarmee was de kerk in feite de lokale versie van de San Pietro in Vincoli in Rome.
De huidige kerk werd gebouwd in de twaalfde of vroege dertiende eeuw. Ze is vooral beroemd vanwege haar prachtige Romaanse gevel, waarvoor mensen graag de gebaande paden verlaten en een stukje omrijden. In 1329 werd de San Pietro platgebrand door leden van de Ghibellijnse partij in Spoleto, i.e. de aanhangers van de keizer van het Heilige Roomse Rijk (Spoleto behoorde sinds 1198 tot de Pauselijke Staat). De gevel overleefde op miraculeuze wijze de brand en de kerk zelf werd aan het einde van de veertiende en het begin van de vijftiende eeuw herbouwd. Het huidige interieur dateert van eind zeventiende eeuw, om precies te zijn van 1699. Het is eenvoudig te noemen en de stijl is die van de Late Barok. De kleur wit is allesoverheersend. Wie de San Pietro bezoekt, hoeft eerlijk gezegd niet per se naar binnen te gaan. Veel moois is er namelijk niet te zien (zie de afbeelding hieronder). Wie buiten blijft, kan van twee zaken genieten: de schitterende gevel en het panoramische uitzicht.
De gevel
Laten we bij de gevel beginnen: vooral het centrale gedeelte van het onderste niveau is rijkversierd. We zien hier wellicht het beste beeldhouwwerk in de Romaanse stijl in heel Umbrië. Aangezien de kerk is gewijd aan Petrus, is het geen verrassing dat deze heilige een prominente rol toekomt in een aantal van de reliëfs. De mooiste zijn die links van de lunette boven het centrale portaal. Hier zien we hoe Petrus de ziel van een overleden man redt. De dode ligt op zijn sterfbed en Petrus bevrijdt zijn vastgebonden handen. De aartsengel Michaël moet als rechter de ziel van de dode man wegen. De man wordt toegelaten tot de hemel, zeer tegen de zin van een kleine duivel, die de weegschaal vast lijkt te grijpen. De duivel houdt een boekrol vast met de woorden DOLEO Q(VIA) AN(TE) E(RAT) MEVS, “ik treur omdat hij eerder van mij was”. Anders gezegd, de ziel van de man was voorbestemd om naar de hel te gaan voordat hij door Petrus werd gered. Michaël lijkt naar de genoemde tekst te wijzen.
Onder dit reliëf vinden we een tweede voorstelling. Nu heeft de overledene minder geluk. Het is niet helemaal duidelijk of we een man of een vrouw zien (let op het lange haar van de dode), maar hij of zij wordt door twee duivels aan vreselijke martelingen onderworpen. Het is wel duidelijk dat deze ziel naar de hel moet. Merk op dat de handen van de overledene zijn vastgebonden en dat Petrus nergens te bekennen is. Helemaal links wordt het lichaam van de overledene in een ketel gekookt. Rechts loopt Michaël weg bij zijn weegschaal. Het gebaar dat hij maakt, spreekt boekdelen: “Daar ga ik mijn tijd niet aan verspillen”.
Rechts van de lunette zien we twee voorstellingen uit het leven van Petrus. De onderste toont hoe Petrus en zijn broer Andreas door Christus geroepen worden. De twee broers zitten in hun boot, terwijl Christus aan wal staat. Deze scène komt uit Mattheus 4:18-19 (en Lukas 5:1-11). De voorstelling erboven toont hoe Christus de voeten van de broers wast.
De andere reliëfs van de gevel hebben geen betrekking op de figuur van Petrus. We zien voornamelijk allegorische scènes met leeuwen, wolven, raven, rammen en draken. Het centrale portaal wordt omlijst met prachtig uitgesneden plantmotieven. Daaromheen loopt een tweede strook met versieringen. Die bestaan uit arcades, pauwen die van druiven eten, herten die slangen bijten (het hert rechts heeft een kalf) en boeren die met ossen hun akkers ploegen. De lunette boven het portaal is nog altijd voorzien van versieringen in Cosmatenstijl. Hoewel het roosvenster van het tweede niveau van de gevel bijna helemaal verdwenen is, zien we ook hier nog steeds Cosmatenversieringen. In de vier hoeken kunnen we tevens nog de symbolen van de vier evangelisten bewonderen.
Het uitzicht
Men komt bij de San Pietro via een trap die in de zeventiende eeuw werd gebouwd. Deze trap leidt naar een kleine piazza voor de kerk, van waaraf men een panoramisch uitzicht over Spoleto en het omliggende gebied heeft. De piazza is een goede plek om de Rocca Albornoziana te bewonderen, de citadel die werd gebouwd door de Spaanse kardinaal Gil Álvarez Carrillo de Albornoz (1310-1367), de houwdegen van de Pausen Innocentius VI (1352-1362) en Urbanus V (1362-1370). Hij heroverde een groot deel van Centraal-Italië voor de Heilige Stoel, blies de Pauselijke Staat nieuw leven in en plaveide de weg voor een terugkeer van de pausen vanuit Avignon naar Rome (zie Assisi: Rocca Maggiore). We zien vanaf deze plek tevens de beroemde Ponte delle Torri, een voormalig Romeins aquaduct dat tot brug werd omgebouwd, vermoedelijk in de veertiende eeuw.
Tot de bronnen voor deze bijdrage behoren mijn reisgids van Dorling Kindersley, het Italiaanse Wikipedia en de Key to Umbria website.