Ons bezoek aan Spoleto begon bij de kerk van San Ponziano. Deze staat op de helling van de Colle Ciciano, ten noordoosten van het historische stadscentrum. De kerk is gewijd aan Pontianus van Spoleto, een jongeman die tijdens de regering van de Romeinse keizer Marcus Aurelius (161-180) de marteldood zou zijn gestorven. Later werd hij de beschermheilige van Spoleto. Zijn schedel wordt in de kerk bewaard en ieder jaar op 14 januari, de feestdag van Sint Pontianus, wordt deze in een plechtige processie naar de Duomo van Spoleto gedragen. In de achttiende eeuw verwierf Pontianus een reputatie als beschermheer tegen aardbevingen. Best handig in een streek waarin nogal wat seismische activiteit gemeten wordt.
Geschiedenis
Aan het verhaal van Pontianus zit ook een Nederlands tintje: in 966 wist bisschop Balderik van Utrecht de hand te leggen op verschillende overblijfselen van de heilige, die hij meenam naar zijn kathedraal van Sint Maarten in wat nu Nederland is. De meeste relikwieën werden in 1994 teruggegeven. Deze gebeurtenis werd in Spoleto gevierd als de thuiskomst van de heilige na meer dan duizend jaar.
De kerk van San Ponziano staat op de plek van een oude Romeinse begraafplaats. Volgens de overlevering vond de martelaar hier zijn laatste rustplaats. We weten niet hoe oud de kerk precies is, maar het is zeker dat er al vóór het jaar 1000 een kloostergemeenschap op deze locatie werd gesticht. De monniken die hier in het klooster leefden, dicht bij de graftombe van Sint Pontianus, waren naar alle waarschijnlijkheid Benedictijnen. Later werden zij vervangen door nonnen die eveneens de Regel van Sint Benedictus volgden. Mogelijk werd de kerk in de elfde eeuw gesticht, maar de Romaanse gevel suggereert dat ze pas in de twaalfde of dertiende eeuw werd voltooid. In 1521 werden de Benedictijner nonnen op hun beurt vervangen door Clarissen uit Perugia. Hun klooster werd in 1810 ontbonden, en daarna nogmaals in 1860. Sinds 1905 wordt het complex beheerd door kanunnikessen die volgens de regel van Sint Augustinus leven. Zij runnen hier – enigszins verrassend – een bed & breakfast!
Exterieur
Het exterieur van de kerk in Romaanse stijl is bewaard gebleven. Er is niet veel te zien, maar het portaal heeft nog altijd stroken met bijzonder mooie Cosmatenversieringen. Tevens zien we een Lam Gods boven de deur, met aan weerszijden een leeuw (links) en een adelaar (rechts). Dit zijn waarschijnlijk de symbolen van Marcus en Johannes, twee van de vier evangelisten. Boven de symbolen kunnen we een Latijnse tekst lezen, die als volgt luidt:
SIT PAX INTRANTI SIT GRATIA DIGNA PRECANTI ESSE MEMENTO LVTV[M] TEMEN CINERE[S]Q[UE] FVTVRV[M] ACCIPIA[S] VENIA[M] LACRIMIS GEMITV[S]Q[VE] PETITA[M]
Een vertaling zou kunnen zijn: “Vrede voor degene die binnentreedt en voor degene die bidt de genade die hij verdient. Onthoud dat u slechts stof bent en uiteindelijk tot as verwordt. Moge u de vergiffenis ontvangen waarom u met tranen en gekreun verzoekt.”
Na deze plechtige boodschap, die niet bepaald blijmoedig genoemd kan worden, is het tijd om de rest van de gevel te bekijken. Boven het portaal zien we een lunette met enkele gebroken decoraties. Het gaat om twee adelaars zonder kop die prooien in hun klauwen vasthouden, klaarblijkelijk een haas en een koe. In het hogere gedeelte van de gevel zien we de schamele overblijfselen van een roosvenster. Ooit moet het prachtig zijn geweest. De symbolen van de vier evangelisten in de hoeken zijn gelukkig bewaard gebleven.
Interieur
Zodra we over de drempel van het portaal stappen, treden we een geheel nieuwe wereld binnen. Het interieur van de San Ponziano werd in 1788 volledig verbouwd naar een ontwerp van de jonge architect Giuseppe Valadier (1762-1839). Die was in die tijd tevens actief in de Duomo van Spoleto. Het resultaat van zijn inspanningen is een Neoclassicistisch interieur waarin de kleur wit domineert. Het interieur is best aardig, maar het past totaal niet bij de Romaanse gevel buiten. Tot de weinige artistieke hoogtepunten in de kerk behoort een altaarstuk van Francesco Appiani (1704-1792). Hij was een schilder die oorspronkelijk uit Ancona in de Marche kwam, maar voornamelijk in Perugia werkte. Merk op dat het koor zich achter de altaarmuur bevindt en dat het niet toegankelijk is voor bezoekers.
Crypte
Men vindt de interessantste kunstwerken in de crypte, die nog altijd in Romaanse stijl is. De crypte heeft vijf apsissen, die in de veertiende en vijftiende eeuw allemaal van fresco’s werden voorzien. Ik zal me beperken tot enkele hoogtepunten, want een bespreking van alle fresco’s zou nogal saai zijn. Van geen enkele van de betrokken schilders is een naam bekend, maar het fresco in de apsis uiterst rechts wordt toegeschreven aan de mysterieuze Maestro di Fossa. Dit fresco is een van de oudste in de crypte. Waarschijnlijk werd het geschilderd in de eerste helft van de veertiende eeuw. Op het fresco zien we de aartsengel Michaël en twee smekelingen. Een van hen is een non (let op haar habijt). Het fresco is van hoge kwaliteit en moet tamelijk duur zijn geweest. De Maestro di Fossa gebruikte namelijk pigmenten op basis van goud en lapis lazuli.
Direct rechts van de centrale apsis treft men een tweede interessant fresco aan. Het stelt de Heilige Drie-eenheid voor en wordt toegeschreven aan de Maestro della Dormitio di Terni of een van diens navolgers. We zien Christus aan het kruis, met achter hem God de Vader die de dwarsbalk van het kruis vasthoudt. De duif van de Heilige Geest is op het kruis neergestreken. Links en rechts van het kruis zien we knielende vrouwen en mannen. Het fresco deed me denken aan een soortgelijk fresco van de hand van Masaccio in de kerk van Santa Maria Novella in Florence. Masaccio’s Drie-eenheid werd tussen 1425 en 1427 geschilderd, het fresco in Spoleto waarschijnlijk omstreeks 1400. De laatstgenoemde schildering is weliswaar interessant, maar wel veel minder verfijnd dan Masaccio’s meesterwerk.
De grootste verzameling fresco’s vinden we in de apsis uiterst links. De meeste dateren van de vijftiende eeuw. Waarschijnlijk werden ze bij verschillende gelegenheden aangebracht, want er lijkt niet echt een legitieme reden te zijn om drie voorstellingen van een Madonna met Kind tegelijkertijd in één apsis te hebben. Sint Sebastiaan is tweemaal afgebeeld, met een lichaam doorzeefd met pijlen, en ook Sint Pontianus duikt tweemaal op. Op beide fresco’s draagt de beschermheilige van Spoleto vrijwel niets; het meest prominente kledingstuk is de witte sjaal die om zijn nek is gedrapeerd. Pontianus is afgebeeld als een jongeman met blond haar. Hij houdt een banier vast met het Sint Joriskruis, alsook een schild met daarop verschillende martelinstrumenten. In het fresco op de linker muur krijgt Pontianus gezelschap van de Franciscaanse prediker Sint Bernardinus van Siena (1380-1444). Dit fresco is van een datum voorzien. Bij de rechtervoet van Pontianus staat het jaar 1481 vermeld.
San Salvatore
Vanaf de San Ponziano liepen we richting het noorden, naar de kerk van San Salvatore, die iets hoger op de heuvel staat. Rondom de San Salvatore ligt de moderne begraafplaats van Spoleto. De kerk wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1064, maar ze is veel en veel ouder. De voornaamste reden dat het gebouw zo moeilijk te dateren is, is dat het vrijwel helemaal is opgebouwd uit spolia van gebouwen uit de Romeinse tijd. Het gaat dan om zuilen, architraven, kapitelen etc. Deze spolia dateren van de vierde en vijfde eeuw, maar de theorie dat de San Salvatore al in de Late Oudheid verrees, is nogal omstreden. Waarschijnlijk kunnen we er beter van uitgaan dat de kerk in de zevende of achtste eeuw werd gebouwd, toen Spoleto de hoofdstad was van een in de zesde eeuw gesticht Longobardisch hertogdom. De kerk wordt gerekend tot de zeven complexen die gezamenlijk bekendstaan als de Places of Power van de Longobarden.
De San Salvatore kreeg in 2011 de status van UNESCO World Heritage site. Volgens mijn reisgids is de kerk een van de interessantste in de hele stad. We keken dan ook bijzonder uit naar ons bezoek, maar troffen de San Salvatore helaas gesloten aan. De reden: inagibilità. Die term is moeilijk te vertalen, maar het komt er grosso modo op neer dat het gebouw niet betreden mag worden omdat de veiligheid niet gegarandeerd kan worden. Een en ander hangt waarschijnlijk samen met de aardbeving waardoor Umbrië in oktober 2016 werd getroffen. Die richtte zware schade aan, vooral in Norcia, dat zo’n dertig kilometer ten oosten van Spoleto ligt. Hoewel de San Salvatore geen zichtbare schade had, werd het gebouw kennelijk toch als onveilig beschouwd en zat de deur daarom op slot (ons bezoek was in september 2018). Ik ben benieuwd of er inmiddels iets veranderd is, maar kan in elk geval concluderen dat zelfs Sint Pontianus de San Salvatore niet heeft kunnen beschermen tegen de gevolgen van de genoemde aardbeving.
Tot de bronnen voor deze bijdrage behoren mijn reisgids van Dorling Kindersley, het Italiaanse Wikipedia en de Key to Umbria website.
Pingback:Spoleto: San Paolo inter vineas – – Corvinus –
Pingback:Spoleto: San Gregorio Maggiore – – Corvinus –
Pingback:Umbrië: Tempietto del Clitunno – – Corvinus –