Men ziet de kerk van San Gregorio Maggiore gemakkelijk aan voor een kleinere versie van de Duomo van Spoleto. Ook al zijn er verschillen en staat de enorme klokkentoren aan de rechter- in plaats van aan de linkerzijde, de overeenkomsten zijn moeilijk over het hoofd te zien. Mijn eerste poging om de kerk te bezoeken liep op een mislukking uit: er was een begrafenis aan de gang en daarom waren bezoeken even niet mogelijk. Mijn tweede poging, op de laatste dag van mijn vakantie in Umbrië in september 2018, had gelukkig meer succes.
Geschiedenis
De kerk is gewijd aan Sint Gregorius van Spoleto, een lokale martelaar die volgens de overlevering in 303 of 304 voor de wilde dieren werd gegooid. Dit zou zijn gebeurd in het amfitheater van de stad, waar Gregorius samen met een aantal anderen terecht werd gesteld. Hun stoffelijke resten werden verzameld door een weduwe genaamd Abbondanza, aan wie de stichting van een christelijke begraafplaats buiten de stadsmuren wordt toegeschreven. Mogelijk werd een eerste aan Sint Gregorius gewijde kerk in de zesde eeuw gebouwd. Deze kwam bekend te staan als de San Gregorio Maggiore, want er waren (en zijn) nog twee andere kerken gewijd aan Sint Gregorius in Spoleto: de San Gregorio Minore werd ingebouwd in het amfitheater waar de heilige de marteldood stierf en de San Gregorio della Sinagoga – tegenwoordig geseculariseerd – werd over de gevangenis waar hij voorafgaand aan zijn executie werd vastgehouden heen gebouwd.
De San Gregorio Maggiore werd in de achtste eeuw gerestaureerd door een vrouw die – mirabile dictu – eveneens Abbondanza heette. Gegeven mijn tamelijk sceptische aard denk ik eigenlijk dat de eerste Abbondanza nooit heeft bestaan en alleen de tweede als een historische figuur kan worden beschouwd. De vroegchristelijke kerk werd tussen 1079 en 1146 volledig herbouwd. Het resultaat was de huidige San Gregorio, die mede aan de nogal obscure martelaar Sint Paractalis werd gewijd. Het is niet helemaal duidelijk of de kerk werd beschadigd toen het leger van keizer Frederik Barbarossa in 1155 Spoleto plunderde. Mogelijk bleef de kerk gespaard, aangezien de meeste gevechten in de hoger gelegen delen van de stad plaatsvonden.
Na 1146 werden bij verschillende gelegenheden wijzigingen aan de kerk aangebracht. De gevel werd omstreeks 1388 gebouwd, het jaar waarin de relikwieën van Sint Gregorius werden teruggevonden. Net als de gevel van de Duomo heeft deze gevel drie nissen, maar helaas is er geen schitterend mozaïek te zien. Als we de centrale nis aan een nauwkeurige inspectie onderwerpen, zien we nog de contouren van een fresco dat in de vroege vijftiende eeuw werd geschilderd, maar dat nu bijna helemaal verdwenen is. In de twee kleinere nissen staan sinds 1932 beelden. Het linker beeld stelt Sint Gregorius voor, het rechter mogelijk ofwel Paractalis, ofwel Abbondanza (het beeld is dusdanig beschadigd dat het zelfs moeilijk is vast te stellen of het om een man of een vrouw gaat). De imposante klokkentoren, die wel bijna net zo breed als de kerk zelf lijkt te zijn, werd pas in 1492 voltooid. De voet van de toren is erg interessant: deze is gemaakt van blokken steen afkomstig uit Romeinse gebouwen.
De portiek in de stijl van de Renaissance is een toevoeging uit de vroege zestiende eeuw. Als we in de portiek de trap af gaan, kunnen we links de veertiende-eeuwse Cappella degli Innocenti binnentreden. In de kapel is een groot en kleurrijk fresco van de Moord op de Onschuldige Kinderen te zien. Veel interessanter zijn echter de drie voorstellingen daarboven. Hier zien we namelijk gebeurtenissen uit het leven van Abbondanza, en wel de Abbondanza uit de achtste eeuw. Vooral de voorstelling aan de rechterkant trekt de aandacht. Hier zien we een kerk die de San Gregorio Maggiore moet voorstellen. Er kan nauwelijks twijfel bestaan dat het om deze kerk gaat, maar merk op dat de gevel niet juist is weergegeven en dat ook de nogal dunne klokkentoren niet correct is.
Interieur
In de zeventiende en achttiende eeuw kreeg het interieur van de kerk een make-over in de stijl van de Barok. De meeste van deze interventies werden in de twintigste eeuw weer ongedaan gemaakt, waarna het voormalige Romaanse interieur van de San Gregorio Maggiore in ere werd hersteld. In de achttiende eeuw waren de muren met een laag pleisterwerk bedekt, en toen de pleisterlaag zo’n twee eeuwen later weer werd verwijderd, kwamen fragmenten van fresco’s uit de twaalfde tot en met de vijftiende eeuw tevoorschijn. Veel van deze fresco’s waren zwaar beschadigd en sommige waren duidelijk over oudere fresco’s heen geschilderd. Er zitten geen werken van uitzonderlijke kwaliteit tussen, maar toch heeft de kerk een verzameling die interessant genoeg is om enkele hoogtepunten te bespreken.
Op de linker muur zien we een groot fresco van de Kruisiging uit de vroege dertiende eeuw. We zien Christus aan het kruis, met aan weerszijden de Maagd en Johannes de Evangelist. Eveneens zichtbaar zijn twee engelen en een onbekende vrouwelijke heilige. Een deel van de titulus van het kruis is nog leesbaar.
Eveneens op de linker muur zien we vervolgens een fresco van een Tronende Madonna tussen twee heiligen. De heilige links berijdt een paard en houdt een banier vast. Hij is waarschijnlijk Sint Pontianus, de beschermheilige van Spoleto (zie Spoleto: San Ponziano). De vrouwelijke heilige rechts is Sint Lucia van Syracuse. Rechts van haar is een fresco van nog een vrouwelijke heilige geschilderd. Men gaat ervan uit dat het fresco Sint Catharina van Alexandrië voorstelt. De fresco’s werden in de veertiende eeuw geschilderd.
Ook op de rechter muur vinden we een fresco van de Tronende Madonna. Het interessantste element van de schildering is echter niet de Madonna zelf, maar de vrouw onder de troon. We zien hier een schaars geklede Eva in gezelschap van de slang die haar verleidde tot het eten van de verboden vruchten. Het fresco wordt toegeschreven aan de Maestro della Dormitio di Terni en werd na 1360 geschilderd. Oorspronkelijk was het onderdeel van de apsis van de kerk, maar in de jaren 1950 werd het losgemaakt en naar zijn huidige locatie verplaatst.
Het koor heeft nog altijd zijn originele Cosmatenvloer uit de twaalfde eeuw. Ook de bewaard gebleven fresco’s op de muur van de apsis dateren van deze periode. Net onder de ramen zien we de resten van drie heiligen. De man in het midden is Sint Gregorius, de man links Sint Paractalis. Wie de derde man is, kan niet meer vastgesteld worden. Op dit gedeelte van de apsismuur werden nog veel meer heiligen geschilderd, maar alleen hun voeten zijn nog zichtbaar. Onder de heiligen zien we de portretten van negen bisschoppen. Hoewel deze fresco’s in tamelijk goede staat verkeren, is niet bekend wie het precies zijn.
Tot nu toe heb ik alleen fresco’s besproken, maar de kerk heeft tevens een erg mooi tabernakel, dat men in de Cappella del Sacramento aan de linkerkant vindt. Het tabernakel dateert van 1523 en wordt toegeschreven aan de architect en beeldhouwer Benedetto da Rovezzano (ca. 1474-1552). Sinds 1873 staat het in de San Gregorio en in 1932 werd het naar deze kapel verplaatst.
Men kan de crypte van de kerk vergelijken met die van de San Ponziano elders in Spoleto. Bezoekers mogen er naar binnen, maar tijdens mijn bezoek in september 2018 was er geen licht. Fotograferen kon dus alleen met flits. Helaas zullen we hier beneden geen prachtige fresco’s aantreffen, wat aan de andere kant wel zorgt voor een plechtige sfeer in de crypte.
Tot de bronnen voor deze bijdrage behoren mijn reisgidsen van Dorling Kindersley en de ANWB, het Italiaanse Wikipedia en de Key to Umbria website.