Er zijn van die kerken die jarenlang op een to-do-list blijven staan, simpelweg omdat ze bijna nooit open zijn. De kerk van San Giovannino dei Cavalieri in Florence is zo’n kerk. Ondanks optimistische geluiden op het internet dat de kerk gewoon geopend zou moeten zijn, ben ik er de afgelopen jaren tientallen keren naartoe gelopen, om de deuren vervolgens potdicht aan te treffen. Enigszins misleidend is dat de linker deur doorgaans wel open staat, maar dat deze ingang kennelijk als een soort kleine tentoonstellingsruimte wordt gebruikt. Via deze ingang kom je dus zeker de kerk niet binnen. Op 6 januari 2024 had ik eindelijk geluk: vanwege Driekoningen werd er in de San Giovannino een mis gehouden. Ik had gehoopt nog even voor deze mis in de kerk te kunnen rondlopen, maar door een ongelukje met een paraplu – ik zal u de details besparen – kwam ik pas tijdens de mis binnen. Vervolgens heb ik braaf het gebeuren uitgezeten, om daarna de kerk te verkennen en enige foto’s te nemen. Daarbij moest ik wel opschieten, want de laatste woorden van de mis waren nog nauwelijks uitgesproken of de kaarsen werden alweer gedoofd en de lichten uitgezet.
De geschiedenis van de kerk gaat terug tot 1323. In dat jaar werd op deze plek een oratorium gewijd aan Maria Magdalena gesticht. Het oratorium werd rond 1327 aangekocht door monniken van de Orde van de Celestijnen. Deze orde was gesticht door Pietro da Morrone (1215-1296), de latere Paus Celestinus V. Deze werd in 1294 na een conclaaf van 27 maanden tot paus gekozen, maar zijn pontificaat duurde minder dan een half jaar. Celestinus was een diepgelovige kluizenaar, die als paus niet meer was dan een marionet van de koning van Napels, Karel II. Na vijf maanden schokte hij de katholieke wereld door zijn aftreden aan te kondigen, iets wat pas in 2013 werd herhaald door Paus Benedictus XVI. Celestinus werd opgevolgd door kardinaal Benedetto Caetani, die de naam Bonifatius VIII aannam en van 1294 tot 1303 regeerde. De nieuwe paus verbood zijn voorganger, die nog veel aanhangers had, terug te keren naar zijn kluis in de bergen. Toen Celestinus wist te ontsnappen, liet Bonifatius hem arresteren en opsluiten. Boze tongen beweren dat de paus zijn voorganger in de gevangenis liet vermoorden. Of dit nu waar is of niet, Pietro da Morrone stierf op 19 mei 1296 en werd in 1313 heilig verklaard.
De monniken hernoemden hun oratorium in Florence de kerk van San Pier Murrone, naar hun stichter. In 1552 vertrokken ze op last van Groothertog Cosimo I en werd hun plaats ingenomen door nonnen van de Johannieters of Hospitaalridders. Zij bouwden het oratorium om tot een echte kerk en voegden onder meer de enorme vestibule van het gebouw toe. Op 9 april 1553 kon de nieuwe kerk worden gewijd. De formele naam van de kerk was nu de San Nicola di Bari. Naast de kerk bevond zich een hospitaal gewijd aan Johannes de Doper, dat in 1562 door de nonnen werd overgenomen. En aangezien Johannes de Doper de beschermheilige van de Johannieters is, werd ook de kerk voortaan naar hem genoemd, San Giovanni Decollato of San Giovannino dei Cavalieri. Giovannino is het verkleinwoordje van Giovanni en verwijst doorgaans naar de jonge Johannes. De Cavalieri zijn de Hospitaalridders, die sinds 1530 hun hoofdkwartier op Malta hadden. Het Maltezer kruis figureert dan ook prominent op de gevel van de kerk.
Genoemde gevel dateert van 1699. In 1808, tijdens de Franse bezetting, werden de nonnen verdreven. In de jaren 1920 werd de kerk gerestaureerd door de architect Ezio Cerpi (1868-1958), die ook elders in Florence actief was. Hoofddoel van de restauratie was de San Giovannino weer haar zestiende-eeuwse voorkomen terug te geven. In 1939 werd de San Giovannino een parochiekerk, maar in 2010 werd deze kerk weer omgevormd tot een pastorie (chiesa rettoria), wat wellicht de beperkte openingstijden verklaart. De kerk bezit een aantal interessante kunstwerken. Achter het hoogaltaar, in de apsis, vinden we een afbeelding van de Kruisiging die werd geschilderd door Lorenzo Monaco (ca. 1370-1425). De schildering werd door de zusters meegenomen uit hun vorige onderkomen, dat in 1552 werd afgebroken. Dat geldt ook voor een paneelschildering met de Geboorte van Christus van de hand van Bicci di Lorenzo (1373-1452). Dit werk wordt op 1435 gedateerd. Van de geboorte van de Heiland zijn meer dan vijftig engelen en een monnik in witte habijt getuige. Voor de predella schilderde Bicci di Lorenzo de Presentatie in de Tempel, de Drie-eenheid en de Aanbidding der Wijzen.
Aan het einde van de linker en de rechter zijbeuk vinden we ook nog twee interessante paneelschilderingen. Links is dat een Kroning van de Maagd van Neri di Bicci (ca. 1419-1491), de productieve zoon van Bicci di Lorenzo. Het werk wordt op omstreeks 1460 gedateerd. Getuige van de kroning zijn acht heiligen, van wie de belangrijkste Johannes de Doper (links, met boekrol) en Nicolaas van Bari (rechts, met de appeltjes van oranje) zijn. De kerk is naar de eerstgenoemde vernoemd en aan de laatstgenoemde gewijd. Onder de voorstelling van de kroning vereren vier engelen een tabernakel met het Heilig Sacrament.
De paneelschildering aan het einde van de rechter zijbeuk betreft een Annunciatie die ergens tussen 1470 en 1490 geschilderd zou kunnen zijn. Ooit werd het werk toegeschreven aan Filippino Lippi (1457-1504), maar tegenwoordig staat op het begeleidende informatiebordje de mysterieuze Maestro di Stratonice genoemd. Zijn echte naam kan Michele Ciampanti zijn geweest, een schilder die voornamelijk actief was in Lucca. De naam Maestro di Stratonice is afgeleid van een kist (cassone) waarop het verhaal van de Seleucidische koningin Stratonice is afgebeeld. Zij trouwde uiteindelijk met haar stiefzoon.
Naast de genoemde (laat)middeleeuwse kunst heeft de kerk in de linker zijbeuk ook nog een aardig werk van de Venetiaanse schilder Palma il Giovane (ca. 1548-1628) hangen. Het stelt het Laatste Avondmaal voor, met als aardigste detail de textuur van het tafelkleed. Het grote schilderij – het meet 167 bij 255 centimeter – werd anders dan de vier hiervoor genoemde werken wel specifiek voor deze kerk vervaardigd.