Assisi: Rocca Maggiore

De Rocca Maggiore.

De Rocca Maggiore is de voormalige citadel van Assisi, het adelaarsnest dat hoog boven het stadje uittorent. Het is een flinke klim naar boven, maar u krijgt er wel wat voor terug: vanaf de Rocca hebt u een panoramisch uitzicht over Assisi zelf, over de vallei eronder, over het Umbrische platteland en op de indrukwekkende Monte Subasio. Vanaf de Rocca kunnen bezoekers een aantal van de beroemdste bezienswaardigheden van Assisi bewonderen, bijvoorbeeld de kathedraal van San Rufino, de Basiliek van Santa Chiara en natuurlijk de Basiliek van San Francesco, de belangrijkste kerk in heel Assisi. De Rocca is tevens de beste plek om de overgebleven stadsmuren van Assisi te zien, samen met de kleinere citadel, de Rocca Minore. De grote citadel heeft een geschiedenis van bijna 850 jaar, dus ik stel voor die eens langs te lopen.

Eerste versie

De eerste versie van de Rocca werd omstreeks het jaar 1174 gebouwd. In die tijd was de keizer van het Heilige Roomse Rijk, Frederik Barbarossa (1155-1190), verwikkeld in een conflict met zowel Paus Alexander III (1159-1181) als de zogenaamde Lombardische Liga. De keizer ging op veldtocht in Italië en werd daarbij vergezeld door aartsbisschop Christiaan van Mainz (1130-1183), die niet alleen een geestelijke was, maar tevens een getalenteerde diplomaat en generaal. De aartsbisschop nam voor Frederik Assisi in en liet er een burcht bouwen om het stadje in keizerlijke handen te houden. De voornaamste bewoner in de twee decennia die zouden volgen was Koenraad van Urslingen (gestorven in 1202). Hij was Duitser van geboorte en was door Frederik benoemd tot Graaf van Assisi en – nog belangrijker – Hertog van Spoleto. Zijn voornaamste taak was ervoor te zorgen dat de lokale adel de keizer bleef steunen. Volgens een informatiebord in de Rocca hadden de burgers van Assisi voor Koenraad de bijnaam mosca in cervello bedacht. Dat betekent ‘vlieg op het brein’ en zou slaan op zijn merkwaardige gedrag.

Gezicht op Assisi vanuit de vallei; met hoog boven het stadje de Rocca Maggiore.

Wapenrusting in de Rocca.

Het is goed mogelijk dat de kleinzoon van Frederik Barbarossa enige tijd in de Rocca heeft gewoond. Koenraad van Urslingen was namelijk zijn leraar. De kleinzoon, Frederik II van Hohenstaufen, werd mogelijk zelfs in de kathedraal van San Rufino gedoopt. De bewering dat deze tweede Frederik ook in Assisi geboren is, in plaats van in het stadje Jesi in de Marche, en dat een kopiist de worden ASIS (i.e. Assisi) en AESIS (i.e. Jesi) door elkaar haalde, klinkt echter een beetje te mooi om waar te zijn. Het gaat hier om een theorie die kennelijk is bedacht door de Italiaanse historicus Arnaldo Fortini (1889-1970), maar erg veel aanhangers buiten Assisi lijkt de theorie niet (meer) te hebben. Hoe dit ook zij, het was al spoedig einde oefening voor Koenraad en de jonge Frederik. In 1198 nam een nieuwe paus plaats op de troon van Sint Pieter, de formidabele Innocentius III (1198-1216).

Innocentius was nog erg jong voor een paus, wellicht slechts 37 of 38 jaar oud, maar hij bleek zeer competent te zijn. Vrijwel direct gaf hij Koenraad het bevel het Hertogdom Spoleto, inclusief Assisi, aan de Pauselijke Staat over te dragen. Aangezien zowel Frederik Barbarossa als diens zoon en opvolger Hendrik VI (1190-1197) al dood waren, en Frederik II een kind van vier was, zag Koenraad er geen been in zijn trouw aan het Rijk op te zeggen. Hij droeg Spoleto en Assisi aan Innocentius over en later werd deze paus zelf de voogd van de jonge Frederik. Een zekere Cencio Savelli – de toekomstige Paus Honorius III (1216-1227) – werd de nieuwe leraar van de jongen. Ondertussen waren de burgers van Assisi in opstand gekomen en hadden een commune uitgeroepen, een gemeenschap van burgers die zichzelf bestuurden en zowel pauselijk als keizerlijk gezag verwierpen. De edellieden die de keizer hadden gesteund werden vermoord en degenen die erin slaagden te ontsnappen, vluchtten naar Perugia. De Rocca Maggiore, het gehate symbool van het keizerlijk gezag, werd gesloopt. De burgers van Assisi zwoeren dat er nooit meer een citadel boven hun stad zou verrijzen.

Tweede versie

Een enkele blik op de skyline van Assisi leert ons echter dat het allemaal toch een beetje anders is gelopen. Op de heuvel staat thans namelijk een tweede versie van de Rocca Maggiore en de hoofdverantwoordelijke daarvoor is de Spaanse kardinaal Gil Álvarez Carrillo de Albornoz (1310-1367). De kardinaal was niet alleen een man van de kerk, maar tevens de houwdegen van twee pausen, Innocentius VI (1352-1362) en Urbanus V (1362-1370). Beiden resideerden in Avignon, want de zetel van de paus was in 1309 door Paus Clemens V (1305-1314), een Fransman, naar deze stad verplaatst. Innocentius VI wilde terugkeren naar Rome, maar dat was lastig omdat een groot deel van Italië, inclusief de Eeuwige Stad, niet meer onder pauselijk gezag stond. Als Innocentius de Pauselijke Staat wilde herstellen, dan had hij bondgenoten nodig die de gebieden konden heroveren die tijdens de “Babylonische Ballingschap” in Avignon verloren waren gegaan.

Gezicht op de oostzijde van Assisi, met de Rocca Minore (linksboven) en de kathedraal van San Rufino (rechtsonder).

Middeleeuwse kleding en wapenrusting.

Een van de bondgenoten van de Paus was de zelfbenoemde ‘volkstribuun’ Cola di Rienzo (1313-1354). Innocentius stuurde hem als senator naar Rome toe om de weg te plaveien voor zijn eigen terugkeer, maar dat was geen succes: Cola werd gelyncht op de trappen van de kerk van Santa Maria in Aracoeli en vervolgens werd zijn lichaam drie dagen lang opgehangen bij de kerk van San Marcello al Corso. Met kardinaal Albornoz ging het allemaal een stuk beter. In 1353 was hij tot ‘ambassadeur naar Italië’ benoemd, een nogal misleidende term voor een gewelddadige man als de kardinaal. Maar eerlijk is eerlijk, Albornoz bleek een competente generaal en diplomaat te zijn, die bruut geweld wist te combineren met slimme diplomatie en hier en daar wat steekpenningen. Gedurende de rest van het pontificaat van Innocentius en de eerste jaren van dat van diens opvolger Urbanus V maakte de kardinaal zich meester van steden en stadjes als Orvieto, Spoleto, Rimini, Ancona, Narni en Assisi. Zijn belangrijkste prestatie was toch wel de inname van de stad Bologna.

In 1366 sprak Paus Urbanus V publiekelijk de wens uit om terug te keren naar Rome. In de lente van het volgende jaar begon hij aan de tocht naar de Eeuwige Stad en in juni 1367 kwam hij aan in de haven van Corneto (Tarquinia). Op 16 oktober van datzelfde jaar trok hij aan het hoofd van zijn troepen Rome binnen. Tegen die tijd was zijn trouwe dienaar kardinaal Albornoz al gestorven. De Paus begon energiek aan de restauratie van de kathedraal van San Giovanni in Laterano en het Lateraans Paleis, beide nog altijd zwaar beschadigd door een brand in 1308. Nu echter zijn militaire rechterhand Albornoz was weggevallen, kwamen verschillende Italiaanse steden weer in opstand tegen het pauselijk gezag. Bovendien was de aanwezigheid van de Paus in Frankrijk dringend gewenst vanwege ontwikkelingen in de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk. En misschien nog wel belangrijker: de verhuizing terug naar Rome was altijd buitengewoon impopulair geweest bij de Franse kardinalen, die in die tijd de meerderheid binnen het College vormden. Zij zullen een zucht van verlichting hebben geslaakt toen, op 4 september 1370, Paus Urbanus V weer terugkeerde naar Avignon. Tegen het einde van het jaar was hij dood. Pas in 1377 keerde het pausdom definitief naar de Eeuwige Stad terug.

Gezicht op de oostzijde van Assisi, met de kathedraal van San Rufino (links) en de Basiliek van Santa Chiara (rechts).

Gezicht op de Basiliek van San Francesco.

Kardinaal Albornoz is degene die de opdracht gaf de Rocca Maggiore weer op te bouwen. Die opdracht moet ergens tussen 1353 en 1367, het jaar van zijn dood, gegeven zijn. Later werd de citadel uitgebreid en voorzien van barakken voor de soldaten, dienstruimten en cellen. In 1394 werd het complex gerestaureerd door Biordo Michelotti (1352-1398), een condottiero die over Assisi heerste om de simpele reden dat het stadje zich onder zijn bescherming had geplaatst. De veelhoekige toren van het complex (die helaas niet toegankelijk was toen ik de Rocca in augustus 2018 bezocht) werd in 1458-1459 toegevoegd door Jacopo Piccinino (1423-1465), zelf een condottiero en tevens de zoon van een andere condottiero, Niccolò Piccinino (1386-1444). Het ronde bastion van het zuidoostelijke gedeelte van de Rocca werd gebouwd tijdens het pontificaat van Paus Paulus III (1534-1549). Met deze toevoeging was de Rocca Maggiore voltooid.

Zo omstreeks het einde van de zestiende eeuw was de citadel overbodig geworden. In 1600 werd de burcht verlaten en geplunderd. Het complex kwam in 1883 in handen van gemeente Assisi, die in 1891 begon met restaureren. Het restauratiewerk wordt tot op de dag van vandaag voortgezet. Hoewel het panoramische uitzicht als unique selling point van de Rocca mag gelden, heeft de staf van het complex zijn best gedaan om bezoekers veel informatie te geven over het leven in de Middeleeuwen. In de verschillende kamers worden middeleeuwse kleren, muziekinstrumenten, wapens en harnassen tentoongesteld. Dit zorgt er ongetwijfeld voor dat ook kinderen zich zullen vermaken tijdens een bezoek aan de Rocca Maggiore.

Tot de bronnen voor deze bijdrage behoren Donald Spoto, ‘Reluctant Saint’, en John Julius Norwich, ‘The Popes’, Hoofdstuk XV. Aanvullende informatie kwam uit mijn Dorling Kindersley en ANWB reisgidsen.

4 Comments:

  1. Pingback:Assisi: Rocca Maggiore – – Corvinus –

  2. Pingback:Assisi: Basilica di San Francesco – – Corvinus –

  3. Pingback:Montefalco: de fresco’s van Benozzo Gozzoli in de San Francesco – – Corvinus –

  4. Pingback:Spoleto: De Duomo – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.