Een prachtige locatie, een gestripte kerk. Zo kun je de huidige staat van de Nostra Signora del Sacro Cuore aan de Piazza Navona wel samenvatten. De kerk was een van de twee nationale kerken van de Spanjaarden in Rome. Ze stond in het verleden dan ook bekend als de San Giacomo dei Spagnoli en was gewijd aan Jakobus de Meerdere, beschermheilige van Spanje. Begin negentiende eeuw viel de kerk echter uit de gratie ten gunste van de andere Spaanse kerk in Rome, de Santa Maria in Monserrato. Vrijwel alle interessante kunst uit de San Giacomo verdween naar die andere kerk of naar musea. De situatie veranderde enigszins ten goede toen Missionarissen van het Heilig Hart eind negentiende eeuw de kerk overnamen, deze renoveerden en een nieuwe naam gaven. Niettemin is de Nostra Signora del Sacro Cuore – zoals de kerk nu heet – vanuit cultureel oogpunt oninteressant. Het kan echter niet ontkend worden dat ze een prachtige locatie heeft, aan de Piazza Navona, recht tegenover de Fontana del Moro met de beroemde Moor van Gian Lorenzo Bernini.
Spanje bestond lange tijd uit twee koninkrijken, Castilië en Aragon. Door het huwelijk van Isabella van Castilië en Ferdinand II van Aragon in 1469 ontstond feitelijk één nieuw koninkrijk, al zou het nog tot begin achttiende eeuw duren voordat Spanje een eenheidsstaat werd. Waar de al genoemde Santa Maria in Monserrato (toen nog San Niccolò dei Catalani geheten) een duidelijke band had met Aragon, en dan vooral met Barcelona en Catalonië, gold de San Giacomo dei Spagnoli als de kerk voor Spanjaarden uit Castilië. De eerste kerk op deze plek dateert van 1259. Deze werd in 1450 herbouwd in opdracht van de geestelijke Alfonso de Paradinas (1395-1485). Na zijn dood liet Paus Alexander VI (1492-1503), zelf een Spanjaard, het project voortzetten. De paus was ook betrokken bij de andere Spaanse kerk in Rome, dus wellicht was de gedachte oorspronkelijk beide kerken als gelijkwaardig te zien.
Na de dood van Alexander veranderde dit echter. De San Giacomo dei Spagnoli werd dé nationale Spaanse kerk in Rome, terwijl de Catalanen en Aragonezen hun eigen weg gingen en een nieuwe kerk voor henzelf lieten bouwen. Kunstenaars als Perino del Vaga, Cesare Nebbia en Baldassare Croce werden ingehuurd om de San Giacomo te verfraaien. Pellegrino Aretusi (ca. 1460-1523), een voormalige assistent van Rafael, mocht de aan de beschermheilige van Spanje gewijde en door Antonio da Sangallo de Jongere (1484-1546) gebouwde kapel decoreren. Daarin stond ook een beeld van Jakobus de Meerdere van de hand van Jacopo Sansovino (1486-1570). Eind achttiende, begin negentiende eeuw kwam er een einde aan de gloriedagen van de San Giacomo. Nadat de Fransen van Napoleon definitief uit Italië verdreven waren, kozen de Spaanse autoriteiten in 1815 voor de Santa Maria in Monserrato als nationale kerk. Die kerk werd grondig gerestaureerd, terwijl de San Giacomo werd verwaarloosd en leeggehaald. Haar kunst verdween naar de Santa Maria of naar Spaanse musea in Barcelona en Madrid.
Na zo’n vijftig jaar leegstand namen de Missionarissen van het Heilig Hart de kerk in 1879 over. Het gebouw werd gerestaureerd en gewijd aan Onze-Lieve-Vrouwe van het Heilig Hart (van Jezus). Een opvallende interventie van de Missionarissen was het omdraaien van de oriëntatie van de kerk. Oorspronkelijk grensde de achterkant van het gebouw aan de Piazza Navona, maar de Missionarissen maakten daar de voorkant van. De interventie werd in 1938 weer ongedaan gemaakt toen de brede Corso del Rinascimento werd aangelegd. De huidige hoofdingang aan deze straat valt nauwelijks op. In de praktijk kan men de kerk doorgaans ook wel via de Piazza Navona betreden. De gevel aan deze kant – de achterkant dus – is veel fraaier en feitelijk het interessantste element van de kerk. Het onderste gedeelte dateert van de vijftiende eeuw en werd ontworpen door Bernardo Rossellino (1409-1464). Het bovenste gedeelte is negentiende-eeuws. Hoe dit bovenste gedeelte er oorspronkelijk uitzag, is hier en hier goed te zien. Zie ook onderstaand schilderij van Caspar van Wittel (1653-1736) uit 1699.
Het interieur van de kerk is niet echt teleurstellend, omdat je nu eenmaal niet teveel kunt verwachten van een vrijwel volledig gestripte kerk. Het oorspronkelijke altaarstuk, een Kruisiging van Girolamo Siciolante da Sermoneta (ca. 1521-1580), hangt thans in de Santa Maria in Monserrato. Het huidige altaarstuk is iets ondefinieerbaars. Van de kapellen aan de linkerzijde is die van San Giacomo al genoemd. Het originele beeld van Jakobus de Meerdere van de hand van Jacopo Sansovino staat nu eveneens in de Santa Maria. Dit origineel is vervangen door een kopie, die het ook nog eens zonder staf moet doen. De fresco’s van Pellegrino Aretusi zijn bewaard gebleven, maar verkeren niet in goede staat. Rechts zien we hoe de apostel de christenen in Spanje de zege schenkt in de oorlog tegen de Moren. Het gaat om een afbeelding van de (fictieve) slag bij Clavijo. Helaas is het zeer donker in de kapel.
Eveneens aan de linkerzijde vinden we de Herrera-kapel, in 1602 gewijd aan de Spaanse heilige Didacus of Diego van Alcalá (ca. 1400-1463). De decoraties in de kapel werden gefinancierd door de Spaanse edelman Juan Enriquez de Herrera. Het altaarstuk van Annibale Carracci (1560-1619) is in de negentiende eeuw naar de Santa Maria overgebracht, terwijl de fresco’s werden losgemaakt en thans in beroemde kunstmusea in Barcelona en Madrid te bewonderen zijn.
Meer lezen: Churches of Rome Wiki.
Pingback:Rome: Santa Maria in Monserrato degli Spagnoli – – Corvinus –