De Slag bij Verdun

Franse troepen bij Verdun (foto: Wikimedia Commons).

Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog geloofden de Fransen sterk in de doctrine van l’offensive à outrance, in het aanvallen zonder grenzen. Het Franse élan zou vervolgens de overwinning brengen. Grote aantallen slachtoffers werden in de Franse doctrine op de koop toe genomen. De Duitsers waren wat praktischer: zij ontwikkelden nieuwe wapens als grote kanonnen (gemaakt door de firma Krupp), vlammenwerpers en gifgas. In de zomer van 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Eind 1915 was aan het westelijke front sprake van een patstelling. De Duitse opperbevelhebber Erich von Falkenhayn concludeerde dat een doorbraak niet meer mogelijk was en bedacht een nieuw strategie. Als de vijand niet meer door middel van een beslissende overwinning op de knieën kon worden gedwongen, dan moest hij maar worden uitgeput door zoveel mogelijk slachtoffers te maken. Uiteraard zouden de Duitsers hierbij zelf ook immense verliezen leiden, maar zolang de Fransen (en de Britten) maar méér verliezen leden, kon de strategie werken.

De uitputtingsoorlog zou voor het eerst worden toegepast bij Verdun. Verdun had voor de Fransen grote symbolische betekenis. Het was bijvoorbeeld de plek waar in 843 het Rijk van de Karel de Grote was verdeeld. In de heuvels stonden bovendien formidabele forten die na verovering tegen de Fransen konden worden gebruikt. Terwijl de Duitsers hun offensief voorbereidden, kreeg de Franse kolonel Émile Driant argwaan. Eerder waren bij Verdun troepen en kanonnen weggehaald, en Driant vroeg nu dringend om versterkingen. De kolonel kreeg echter nul op het rekest. Het bleek een fatale fout, want op 21 februari 1916 vielen een miljoen Duitsers de 200.000 bij Verdun gelegerde Fransen aan. Twee miljoen artilleriegranaten regenden op de Fransen neer. Kolonel Driant sneuvelde een dag later.

Fort Douaumont (foto: “Photographisches Bild- und Film-Amt”/Wikimedia Commons).

Op de derde dag namen de Duitsers het belangrijke Fort Douaumont in. Omdat de Franse generaal Joseph Joffre zich op het geplande offensief bij de Somme had gericht, had hij slechts een bezetting van reservisten in Douaumont achtergelaten. Die werden snel onder de voet gelopen en daarmee was Frankrijk haar belangrijkste fort kwijt, een nationale ramp. Het was nu aan generaal Philippe Pétain om het Duitse offensief een halt toe te roepen. Pétain was kritisch op de doctrine van l’offensive à outrance, die zijns inziens veel te veel slachtoffers eiste. De generaal richtte zich op de reorganisatie van de verdediging, de artillerie en de aanvoer van goederen. Een belangrijke verbetering was de invoering van een rotatiesysteem, zodat niet steeds dezelfde troepen aan het front vochten.

De nieuwe strategie kon niet voorkomen dat na verloop van tijd beide zijden last van de uitputting kregen. Na drie maanden van gevechten hadden beide zijden 100.000 man aan doden, gewonden, vermisten en gevangenen verloren. De Duitse troepen stonden onder bevel van Kroonprins Wilhelm, aan wie nooit verteld was dat het doel van de operatie simpelweg was om zoveel mogelijkheid slachtoffers te maken. Op verse troepen hoefde Wilhelm niet te rekenen: Von Falkenhayn weigerde hem versterkingen te sturen. Pétain had met hetzelfde probleem te maken, want Joffre had zijn aandacht weer bij de Somme. In mei 1916 werd Pétain weggepromoveerd en vervangen door de generaals Robert Nivelle en Charles Mangin. Die laatste kreeg de bijnaam ‘De Slager’. Of dat nu terecht was of niet, zowel Mangin als Nivelle waren voorstanders van l’offensive à outrance. Onder hen werd weer voor het offensief gekozen.

Tirailleurs Sénégalais, met op hun vaandel de naam van Fort Douaumont (foto: Wikimedia Commons).

In mei werd met eenheden Senegalezen getracht Douaumont te veroveren. Deze Tirailleurs Sénégalais werden – volgens de koloniale opvattingen van die tijd – als bijzonder geschikt voor dit soort offensieven aangemerkt. De bestorming begon op 22 mei 1916, en hoewel aanvankelijk enige succesjes werden geboekt, werden de aanvallers uiteindelijk weer teruggedreven. Veel erger was dat de Duitsers kort daarna het eveneens belangrijke Fort Vaux wisten te veroveren. In het Duitse militaire arsenaal was inmiddels ook fosgeengas voorhanden, dat zes keer dodelijker is dan chloorgas. Vanaf juni 1916 werd het op het slagveld gebruikt, met verschrikkelijke gevolgen. Verdun, het nationale symbool van Frankrijk, dreigde nu in Duitse handen te vallen.

De Franse hoop was gevestigd op een Brits offensief bij de Somme, dat in juli 1916 inderdaad van start ging. De Duitsers hadden toen echter al geconcludeerd dat de strategie van de uitputting niet werkte. Eind augustus 1916 ontsloeg de Kaiser daarom Von Falkenhayn en benoemde in zijn plaats de generaals Hindenburg en Ludendorff. Zij wilden wel weg uit de omgeving van Verdun, maar konden dat politiek gezien niet: een terugtrekking zou tot enorm gezichtsverlies leiden en ook slecht zijn voor het militaire moreel. De Fransen zaten ondertussen niet stil. In oktober waren ze klaar voor een tegenaanval, die zou resulteren in de herovering van de forten Douaumont en Vaux. In december waren beide partijen weer terug waar ze in februari waren begonnen. Op 18 december 1916 kwam er een einde aan de Slag bij Verdun. Tien maanden van gevechten hadden honderdduizenden doden en gewonden geëist.

Gebaseerd op de documentaire ‘Into the Furnace: The Battle of Verdun’, met daarin analyses van de deskundigen Michael Neiberg, Tony Judt, Robert B. Bruce en Eugenia C. Kiesling.

2 Comments:

  1. Pingback:De Slag bij de Somme – – Corvinus –

  2. Pingback:Philippe Pétain – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.