De geschiedenis van de kerk van Santa Maria della Carità is onlosmakelijk verbonden met Laura Gambara (ca. 1490-1549), een adellijke dame uit Brescia. Zij trok zich een groot deel van haar leven het lot van kwetsbare vrouwen aan. Daarvan waren er nogal wat in haar tijd, want de jaren na de plundering van Brescia door Franse troepen in 1512 waren zwaar voor de stad. In de jaren 1530 richtte Gambara het Conservatorio delle Convertite della Carità op. Slachtoffers van seksueel geweld, maar ook voormalige prostituees konden hier dankzij het geloof een nieuw en veilig bestaan opbouwen. In de jaren 1540 liet Gambara een kerk bouwen, maar dat is niet de Santa Maria della Carità die we tegenwoordig zien. In de periode 1640-1655 werd de kerk namelijk compleet herbouwd onder leiding van de architect Agostino Avanzo (ca. 1585-1665).
Avanzo’s kerk is achthoekig, iets wat bezoekers doorgaans pas merken als ze binnen zijn. De vorm van het gebouw wordt namelijk goed verborgen door de mooie, maar tamelijk eenvoudige gevel. Aan die gevel vallen in de eerste plaats de vier geschilderde nissen op, waarvan er twee een – eveneens geschilderd – beeld hebben. Erg mooi is het portaal, dat in 1744 werd toegevoegd. De twee grijze zuilen aan weerszijden van de ingang zijn afkomstig uit de San Pietro, de voormalige zomerkathedraal van Brescia die vanaf 1603 werd gesloopt om plaats te maken voor de Duomo Nuovo. De zuilen zelf zijn waarschijnlijk nog een stuk ouder en als spolia geroofd uit een Romeins gebouw. Ongeveer halverwege de gevel staan op de hoeken twee engelen. Ze zijn gemaakt door Antonio Ferretti en Alessandro Calegari (gestorven in 1765). De engel rechts houdt een schaalmodel van het Heilige Huis van Loreto vast. Dat komen we binnen nogmaals tegen.
Het interieur werd vanaf 1730 grondig vernieuwd. Schilders als Giuseppe Orsoni (1691-1755), Bernardino Boni (gestorven 1774) en Ferdinando Cairo (1665-1743 of 1748) leefden zich uit op de wanden en de koepel en verschaften de kerk haar huidige weelderige Barokinterieur. De zijaltaren hebben ouder werk van Antonio Gandino (1560-1631) en Francesco Paglia (1635-1714). Het enorme hoogaltaar is achttiende-eeuws, maar het altaarstuk van de Vergine dei Terragli (Maagd van het Aardewerk) dateert van het einde van de veertiende of het begin van de vijftiende eeuw. Het wordt ook wel de Madonna della Carità genoemd.
Curieus is de kapel achter het hoogaltaar. Daar vinden we namelijk een replica van het Santa Casa di Loreto, het Heilige Huis van de Maagd Maria in Loreto in de Marche. Dit is het huis waarin de Maagd zou hebben gewoond in Nazareth in het Heilige Land. Engelen zouden het, via een aantal omwegen, van Nazareth naar Italië hebben gebracht, waar het in 1294 aankwam. De Basiliek van het Heilige Huis in Loreto is al honderden jaren een zeer belangrijke bestemming voor pelgrims. De Nederlandse wijnboer Ilja Gort bracht er niet lang geleden een bezoek aan, zoals blijkt uit dit filmpje (fragment begint rond 10:00). Helaas heb ik niet kunnen achterhalen waarom specifiek hier in Brescia een kopie van het Heilige Huis is neergezet. Fascinerend is het bouwsel zeker, ook voor mensen die sceptisch staan ten opzichte van het verhaal.
Bronnen
- Evert de Rooij, Lombardije Oost, p. 71;
- Italiaans Wikipedia.
Pingback:Cremona: De Duomo – – Corvinus –
Pingback:Brescia: Stad van pleinen – – Corvinus –