Rome: Palazzo Venezia

Het Palazzo Venezia.

Bijna iedere toerist die Rome bezoekt, kent de Piazza Venezia, het grote plein voor het nogal pompeuze Altare della Patria, het monument voor Victor Emanuel II, de eerste koning van het verenigde Italië. De meeste mensen zullen ook het Palazzo Venezia kennen, dat ten westen van het plein staat. Ze zullen dan ook gehoord hebben van het balkon dat Il Duce Benito Mussolini gebruikte om grote mensenmassa’s toe te spreken (zie deze bijdrage). Toch lijkt het erop dat maar weinig mensen de moeite nemen het Palazzo en het daar gevestigde museum ook te bezoeken. Dat is jammer, want in het Museo Nazionale di Palazzo Venezia worden flink wat interessante voorwerpen tentoongesteld, al moet direct worden toegegeven dat het museum zeker niet kan wedijveren met, bijvoorbeeld, de Vaticaanse Musea. Doordat veel mensen dit museum negeren is het er doorgaans lekker rustig.

Het Palazzo werd in 1455 gebouwd in opdracht van kardinaal Pietro Barbo, die in 1464 tot Paus Paulus II (1464-1471) werd verkozen. Barbo was een Venetiaan en zijn palazzo omringt bijna helemaal de meest ‘Venetiaanse’ van alle kerken in Rome, de San Marco Evangelista al Campidoglio. Er bestaat verschil van mening over de vraag wie het Palazzo Venezia heeft ontworpen. In dit verband worden zowel de naam van Leon Battista Alberti (1404-1472) als die van Giuliano da Maiano (ca. 1432-1490) genoemd. Misschien waren beiden wel bij het project betrokken en werkten ze tijdens verschillende bouwfases aan verschillende delen van het gebouw. Het staat vast dat bij de bouw gebruik werd gemaakt van materialen die uit het nabijgelegen Colosseum werden weggehaald. Oorspronkelijk was het palazzo bedoeld als de residentie van de kardinaal die de San Marco als zijn titelkerk had, maar na de verkiezing van Barbo in 1464 werd het direct de residentie van de Paus zelf. Precies 100 jaar later, in 1564, schonk Paus Pius IV (1559-1565) het gebouw aan de Republiek Venetië, die er haar ambassade in vestigde.

Paus Paulus II – Mino da Fiesole / Paus Innocentius X – Alessandro Algardi.

De Venetiaanse Republiek werd in 1797 ontbonden en haar grondgebied werd verdeeld tussen Frankrijk en Oostenrijk. Het Palazzo Venezia kwam toen in Oostenrijkse handen. De Oostenrijkers gebruikten het als residentie voor hun ambassadeur bij de Heilige Stoel. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen Italië en Oostenrijk-Hongarije met elkaar in oorlog waren, werd het gebouw door de Italiaanse autoriteiten in beslag genomen. Daarna werd het gebruikt door de fascisten, waarbij Mussolini zijn kantoor in de Sala del Mappamondo vestigde. Bezoekers van het museum moeten verschillende trappen beklimmen om bij deze zaal te komen; daarachter is pas de ingang tot het museum. De Sala del Mappamondo is nog altijd indrukwekkend, maar voelt vandaag de dag wel een beetje leeg aan. De muren zijn voorzien van de fresco’s van Andrea Mantegna (ca. 1431-1506) en op de muur in het midden is een prominente plek ingeruimd voor het wapen van Paus Innocentius VIII (1484-1492).

Sala del Mappamondo.

In het Museo Nazionale di Palazzo Venezia worden verschillende interessante voorwerpen tentoongesteld. In een van de eerste zalen staat een prachtig Byzantijns kistje van gesneden ivoor. Volgens het bijschrift werd het gemaakt tussen de negende en de twaalfde eeuw, maar waarschijnlijk werd het rond 900 gesneden tijdens de regering van de Oost-Romeinse keizer Leo VI de Wijze (886-912).[1] Op het deksel van het kistje zien we hoe Christus een keizer en keizerin zijn zegen geeft; op andere delen zijn voorstellingen uit het leven van David afgebeeld, te weten de massamoord bij Nob, David als baby en jong kind, David die tussen zijn schapen op de fluit speelt en David die een leeuw doodt.

Byzantijns kistje.

Andere hoogtepunten in het museum zijn een hoofd van een vrouw door Pisanello (ca. 1395-1455), een werkelijk prachtig Christushoofd van Fra Angelico (ca. 1395-1455) en een schilderij van twee vrienden van de hand van Giorgione (ca. 1477-1510). Wat beeldhouwwerk betreft kunnen we een buste van Paus Paulus II bewonderen die werd gemaakt door Mino da Fiesole (ca. 1429-1484). Daarnaast heeft het museum een buste van Paus Innocentius X (1644-1655) van Alessandro Algardi (1598-1654). In de zuilengangen rondom de tweede binnenplaats van het Palazzo vinden we meer werk van Mino da Fiesole. Zijn vier reliëfs met voorstellingen uit het leven van Sint Hiëronymus, de man die verantwoordelijk was voor de Vulgaat, zijn erg goed. Een van de merkwaardigste kunstwerken in dit gedeelte van het museum is een reliëf van een Egyptische godheid die is geïdentificeerd als Geb, god van de aarde en echtgenoot van Noet, godin van de hemel. Waarschijnlijk was het reliëf ooit onderdeel van het Isaeum, de tempel van Isis op de Campus Martius (zie Rome: Santa Maria sopra Minerva).

Werken van Pisanello (links), Fra Angelico (midden) en Giorgione (rechts).

Bronnen

  • Capitool Reisgidsen Rome, p. 75;
  • Luc Verhuyck, SPQR. Anekdotische reisgids voor Rome, p. 57 en p. 151.

Noot

[1] Anthony Cutler en Nicolas Oikonomides, An Imperial Byzantine Casket and Its Fate at a Humanist’s Hands, The Art Bulletin Vol. 70, No. 1 (Mar., 1988), pp. 77-87.

2 Comments:

  1. Pingback:Rome: San Marco Evangelista al Campidoglio – – Corvinus –

  2. Pingback:Rome: Fascistisch verleden – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.