De Santa Maria della Consolazione – Onze-Lieve-Vrouwe van de Troost – is een kerk vlak bij het Forum Romanum die zelf wel wat troost kan gebruiken. De onderhoudsstaat van het gebouw is armzalig. Het is niet alsof de kerk ieder moment kan instorten, maar het is nooit een goed teken als er onkruid op het dak en in de goten groeit. De geschiedenis van de kerk is nauw verbonden met die van de Tarpeïsche Rots naast het gebouw. Dit zuidelijkste puntje van de Capitolijnse heuvel is sinds de vroegste dagen van Rome gebruikt voor executies. Volgens de overlevering kocht Titus Tatius, koning van de Sabijnen, een Vestaalse Maagd genaamd Tarpeia om. Ze liet het Sabijnse leger de stad binnen, dat vervolgens de Romeinse citadel op de Capitolijn bezette. Daarna werd ze echter op verraderlijke wijze gedood.[1] Sindsdien werd de Rupes Tarpeia gebruikt voor de terechtstelling van criminelen, vooral verraders en moordenaars.
In de Middeleeuwen werd de Tarpeïsche Rots nog steeds (of wederom) gebruikt voor executies, maar ditmaal door ophanging. In 1385 schonk een ter dood veroordeelde edelman genaamd Giordanello degli Alberini twee gouden florijnen om een icoon van de Madonna te laten schilderen. Dit icoon moest zichtbaar zijn voor mensen die op het punt stonden opgehangen te worden. Het idee was dat de Madonna de gevangenen tijdens de laatste momenten van hun leven enige troost zou kunnen bieden. Het icoon werd aan de muur van een voorraadschuur gehangen en bleef daar hangen totdat het, in 1470, verantwoordelijk werd gehouden voor een wonder. Een jongeman die was veroordeeld wegens moord, maar zijn onschuld volhield, overleefde de poging hem op te hangen. Dit werd gezien als goddelijke interventie en de man kreeg daarom gratie. Vervolgens werd besloten dat het icoon verplaatst diende te worden naar een kerk die vlak bij de Tarpeïsche Rots gebouwd moest worden. De eerste versie van de Santa Maria della Consolazione werd, met volledige steun van Paus Sixtus IV (1471-1484), in recordtempo uit de grond gestampt. De verantwoordelijk architect was Baccio Pontelli (ca. 1450-1492); Antoniazzo Romano (1430-1508) schilderde fresco’s voor de apsis. Tevens zorgde hij ervoor dat het nu beroemde icoon van de Madonna een lik verse verf kreeg (zie hieronder).
Vanaf 1583 werd er op dezelfde plek een nieuwe en veel grotere kerk gebouwd. Twee kapellen van de oude kerk bleven bewaard en deze werden opgenomen in de nieuwe kerk. Verantwoordelijk voor de bouw was de architect Martino Longhi de Oudere (1534-1591). Toen Longhi zo’n acht jaar na de start van het project kwam te overlijden, was de kerk zelf al klaar, maar haar gevel nog niet. Rond 1600 werd het werk aan deze gevel opgegeven. Alleen het onderste gedeelte was toen klaar. Pas in 1827 voegde een zekere Pasquale Belli (1752-1833) het bovenste gedeelte toe. Ook de beelden van de vier profeten – Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniël – werden in de vroege negentiende eeuw op hun plaats gezet.
Het interieur van de kerk is erg eenvoudig en sober. Dit is bepaald geen kerk vol artistieke hoogtepunten, maar saai is de Santa Maria della Consolazione evenmin. Een tamelijk curieus weetje over deze kerk is dat twee kunstenaars met de bijnaam Il Pomarancio er werken voor leverden. Cristoforo Roncalli (ca. 1553-1626) was verantwoordelijk voor twee schilderijen aan de zijmuren van het koor en Antonio Circignani (1560-1620) schilderde fresco’s voor de Cappella dei Vignaroli. Ook de vader van de laatstgenoemde, Niccolò, had de bijnaam Il Pomarancio. Interessant is dat verschillende gilden kapellen in de Santa Maria della Consolazione huurden en deze lieten verfraaien. De genoemde vignaroli waren bijvoorbeeld mensen die druiven verbouwden. Andere gilden die hier actief waren, waren die van de vissers, de dierenhoeders en de obers. De kerk lijkt in dit opzicht wel wat op de Santa Maria dell’Orto in Trastevere, wat overigens een échte gildekerk is.
Het icoon van Onze-Lieve-Vrouwe van de Troost behoort tot de artistieke hoogtepunten van de kerk. Als gezegd werd het geretoucheerd en wellicht opnieuw geschilderd door Antoniazzo Romano toen na 1470 de eerste versie van de Santa Maria della Consolazione werd gebouwd. Het is echter niet duidelijk in welke mate hij wijzigingen heeft doorgevoerd. De stijl van het icoon doet iets meer denken aan iconen uit de vijftiende eeuw, dus ik neem aan dat het icoon uit 1385 er wel iets anders uitzag. Ook in de kapellen aan weerszijden van het koor hangen iconen van de Maagd, in dit geval rechts Onze-Lieve-Vrouwe van de Genade (Santa Maria delle Grazie) en links Onze-Lieve-Vrouwe in de Portiek (Santa Maria in Portico). Geen van beide iconen is nog origineel. Het eerstgenoemde icoon werd na diefstal vervangen door een kopie uit de twaalfde eeuw, terwijl het origineel van het laatstgenoemde icoon nu in de kerk van Santa Maria in Campitelli te vinden is.
Zeer de moeite waard is het reliëf van het Mystieke Huwelijk van Sint Catharina van Alexandrië van de hand van de beeldhouwer Raffaello da Montelupo (ca. 1505-1566). Hij was een leerling van de grote Michelangelo. Men vindt het Mystieke Huwelijk in de eerste kapel links, de Cappella Dondola. Het werd gemaakt in de jaren 1530, dus het kon al in de eerste versie van de Santa Maria della Consolazione bewonderd worden. Het reliëf toont hoe Sint Catharina – met haar beroemde rad onder haar arm – “trouwt” met Christus en aldus haar maagdelijkheid aan hem wijdt.
Bronnen
- Capitool Reisgidsen Rome, 2009, p. 203;
- Luc Verhuyck, SPQR. Anekdotische reisgids voor Rome, p. 271;
- Santa Maria della Consolazione op Churches of Rome Wiki.
Noot
[1] Livius 1.11.
Pingback:Gubbio: San Giovanni Battista – – Corvinus –