Rome: Santa Maria degli Angeli e dei Martiri

Santa Maria degli Angeli.

De kerk van Santa Maria degli Angeli e dei Martiri staat direct naast het treinstation van Roma Termini. Om twee redenen is de kerk buitengewoon interessant. De eerste reden is dat het de laatste kerk betreft die is ontworpen en gebouwd door de grote architect en beeldhouwer Michelangelo (1475-1564). In de tweede plaats werd de kerk gebouwd tussen en in de ruïnes van de zogenaamde Baden van Diocletianus, het grootste complex van openbare baden in het oude Rome. Voordat we naar de geschiedenis van de kerk kijken, moeten we daarom eerst de geschiedenis van de baden bespreken.

De Baden van Diocletianus

De baden werden tussen 298 en 306 gebouwd. Ze besloegen een terrein van omstreeks 380 bij 370 meter en waren daarmee de grootste in de stad. Hoewel de baden werden vernoemd naar keizer Diocletianus (284-305), werden ze feitelijk gebouwd in opdracht van zijn medekeizer Maximianus. Voordat met de bouw begonnen kon worden moest een groot aantal gebouwen gesloopt worden, maar de reeds bestaande Tempel van de Gens Flavia mocht blijven staan. Deze werd onderdeel van het badencomplex. Om de baden van voldoende water te kunnen voorzien werd aan het oude Aqua Marcia-aquaduct (gebouwd in 144 BCE) een nieuwe aftakking toegevoegd. Een goede plattegrond van de baden is te vinden in de Atlas of Ancient Rome.[1] Wie geen exemplaar van dit schitterende boek heeft, kan een blik werpen op deze informatieve website of anders op deze. De baden hadden een opbouw en indeling die men overal in de Romeinse wereld aantreft, met als enige verschil dat dit een veel groter complex betreft, zelfs nog groter dan de Baden van Caracalla, die in 216 hun deuren openden. De Baden van Diocletianus hadden ruimte voor maximaal 3.000 mensen. Deze konden zich uitkleden in de apodyteria, vervolgens doorgaan naar het frigidarium, tepidarium en caldarium (respectievelijk de koude, lauwe en warme baden), sporten op de palaestrae (oefenterreinen) en een duik nemen in de enorme natatio (zwembad).

Interieur van de koepel van de voorhal. In de Oudheid was dit het tepidarium.

Zonder water kunnen openbare baden niet overleven. Toen – mede als gevolg van de Gotische Oorlog (535-554) – de aquaducten in de zesde eeuw uitvielen, werden de Baden van Diocletianus verlaten. De bevolking van Rome kromp vervolgens sterk. Zij die achterbleven verlieten het gebied rondom de baden en trokken naar die delen van de stad die dichter bij de rivier de Tiber lagen. Het terrein van de baden werd, net als het Colosseum en andere beroemde gebouwen van het oude Rome, gebruikt als groeve waar bouwmaterialen (spolia) gehaald konden worden ten behoeve van gebruik elders. In feite lagen de baden nu buiten de stad; niemand woonde nog in de buurt ervan en grote delen van de baden waren door onkruid overwoekerd geraakt. Gedeelten ervan werden door leden van de Romeinse adel als jachtterrein gebruikt.

De kerk

In 1533 kwam het terrein in handen van de Franse kardinaal en diplomaat Jean du Bellay (1492-1560), die het enigszins fatsoeneerde. De Siciliaanse broeder Antonio del Duca (1491-1564) was vervolgens de drijvende kracht achter de bouw van een kerk op deze plek. Hij wilde dat deze kerk gewijd zou worden aan de aartsengelen en aan de christelijke martelaren die gedwongen hadden moeten werken aan de baden en vervolgens terecht waren gesteld. Een van hen zou Paus Marcellinus (296-304) zijn geweest. Nu stierf deze Marcellinus mogelijk inderdaad de marteldood, maar voor de bewering dat wel 40.000 christenen dwangarbeid aan de baden moesten verrichten bestaat geen overtuigend bewijs.

Interieur van de kerk.

Antonio del Duca kreeg in 1561, na zo’n twintig jaar lobbyen, eindelijk zijn zin. Kardinaal Du Bellay had het terrein gelegateerd aan de toekomstige heilige Carlo Borromeo (1538-1584), die het op zijn beurt schonk aan zijn oom Paus Pius IV (1559-1565; Carlo’s moeder was de zuster van de Paus). Pius had eerder zijn neef tot kardinaal benoemd en wellicht wilde deze iets terugdoen. De grote architect Michelangelo werd ingehuurd om de kerk te ontwerpen en te bouwen. De bouwwerkzaamheden begonnen in 1563, toen Michelangelo al 87 of 88 jaar oud was. Toen de stokoude architect het jaar daarop kwam te overlijden, was de nieuwe kerk nog niet klaar. De taak om de laatste hand aan het gebouw te leggen werd toevertrouwd aan de assistent van Michelangelo, een zekere Giacomo del Duca (ca. 1520-1604). Toevallig was hij ook Antonio del Duca’s neef.

Helaas werd Michelangelo’s kerk door een restauratie in de achttiende eeuw compleet geruïneerd. Jazeker, geruïneerd. De verantwoordelijk architect was Luigi Vanvitelli (1700-1773), de zoon van een Italiaanse vrouw en de Nederlandse schilder Caspar van Wittel (1653-1736; de naam ‘Van Wittel’ werd ‘Vanvitelli’ in het Italiaans). Vanvitelli veranderde de oriëntatie van de kerk. Hij bouwde het schip van Michelangelo – dat in het frigidarium van de baden was gebouwd – om tot een veel te groot dwarsschip. Als gevolg hiervan klopt er niets meer van de verhoudingen binnen de kerk. Tevens creëerde de architect een nieuwe ingang voor de kerk. De ingang van Michelangelo bevond zich in het zuidoostelijke deel van het frigidarium, maar Vanvitelli besloot om de overblijfselen van het caldarium te slopen en daar een nieuwe ingang te maken. Deze kreeg een gevel in de stijl van de Barok, die in de vroege twintigste eeuw weer werd verwijderd (zie de afbeelding hierboven).

Het complex van Santa Maria degli Angeli e dei Martiri werd zo’n 300 jaar lang beheerd door Kartuizers. Zij verlieten in de jaren 1560 hun klooster bij de Santa Croce in Gerusalemme, trokken naar hun nieuwe complex en werden daar in 1870 weer uitgezet. Op het terrein van de baden bouwden de Kartuizers ten noordoosten van de kerk twee nieuwe kloostergangen. Deze staan er nog steeds en zijn nu onderdeel van het Museo Nazionale Romano. Een deel van de collectie van dit museum wordt nog in de Baden van de Diocletianus tentoongesteld, maar veel van de topstukken zijn tegenwoordig te vinden in het nabijgelegen Palazzo Massimo.

Het grote klooster van de Kartuizers.

De Santa Maria degli Angeli e dei Martiri verkennen

Kapel van Sint Bruno.

Een bezoek aan de kerk begint buiten op de Piazza della Repubblica. De twee palazzo’s aan de westrand van het plein volgen de curve van de enorme exedra van de baden van Diocletianus. Deze exedra had een doorsnede van zo’n 160 meter. De architect die verantwoordelijk was voor de gebouwen was Gaetano Koch (1849-1910). Het belangrijkste bouwwerk op het plein is de Fontana delle Naiadi, voltooid in 1888. Deze fontein is vooral beroemd vanwege de beelden van de najaden of waternimfen, die in 1901 werden toegevoegd door de Siciliaanse beeldhouwer Mario Rutelli (1859-1941). Toentertijd zorgde de hoeveelheid naakt voor nogal wat verontwaardiging, maar tegenwoordig kijkt vrijwel niemand daar meer van op.

Het caldarium van de baden is tegenwoordig grotendeels verdwenen. Vanvitelli liet daarvan alleen de noordoostelijke apsis staan. Deze verbond het caldarium met het ronde tepidarium. Dat is nu de voorhal van de kerk, bekend om haar prachtige koepel met een oculus (zie de afbeelding hierboven). Vanuit de voorhal betreedt men een kort schip en vervolgens het enorme en disproportioneel lange dwarsschip. Als gezegd was dit oorspronkelijk het frigidarium van de baden en daarna het schip van Michelangelo’s kerk. Het dwarsschip is simpelweg immens; het is zo’n 91 meter lang, 27 meter breed en minstens 28 meter hoog.

Kapel van de Zalige Niccolò Albergati.

Aan beide uiteinden van het dwarsschip vinden we kapellen die zijn gewijd aan belangrijke Kartuizers. De kapel links (i.e. de noordwestelijke) is gewijd aan de stichter van de orde, Sint Bruno van Keulen (1030-1101). De kapel werd ontworpen door Carlo Maratta (1625-1713), die overigens ook in deze kerk werd begraven. De kapel aan de andere (i.e. zuidoostelijke) zijde is gewijd aan de Zalige Niccolò Albergati (1373-1443), een kardinaal en diplomaat van wie Jan van Eyck een beroemd portret schilderde. Beide kapellen staan bekend om hun trompe l’oeil-versieringen: de zuilen en aedicula’s zien er overtuigend echt uit, maar in werkelijkheid werden ze op de muren geschilderd. Tegen de linker muur van de Kapel van Sint Bruno staat een enorm pijporgel uit de twintigste eeuw. Het zou uit 5.400 handgemaakte pijpen bestaan (ik heb ze niet nageteld).

Vanuit het dwarsschip kan de bezoeker het korte koor betreden. Vanvitelli voegde hier een apsis aan toe, die voor een deel uitsteekt in de oude natatio, het zwembad. De muren van de kerk worden verfraaid door een dozijn schilderijen die oorspronkelijk in de Sint Pieter hingen. Het lijkt erop dat het vochtige klimaat in die kerk de reden was om ze naar hier te verplaatsen. In de Sint Pieter werden ze vervangen door mozaïekkopieën.

De Linea Clementina.

Een interessant element in de kerk is de zogenaamde Linea Clementina, vernoemd naar Paus Clemens XI (1700-1721). Dit is een zonnewijzer die de Meridiaan van Rome volgt en bedoeld was om de nauwkeurigheid van de Gregoriaanse kalender te vergroten. De zonnewijzer werd gemaakt door de astronomen Francesco Bianchini (1662-1729) en Giacomo Filippo Maraldi (1665-1729). De Linea Clementina is ongeveer 45 meter lang en werd in 1702 voltooid.

Drie Italianen die in de Eerste Wereldoorlog een sleutelrol speelden, werden in deze kerk bijgezet: generaal Armando Diaz (1861-1928), admiraal Paolo Thaon di Revel (1859-1948) en ten slotte premier en diplomaat Vittorio Emanuele Orlando (1860-1952). De laatste vertegenwoordigde Italië op de Vredesconferentie van Parijs in 1919.

Bronnen

  • Andrea Carandini (ed.), The Atlas of Ancient Rome, part 1, p. 465;
  • Andrea Carandini (ed.), The Atlas of Ancient Rome, part 2, Tab. 195;
  • Capitool Reisgidsen Rome, 2009, p. 162;
  • Luc Verhuyck, SPQR. Anekdotische reisgids voor Rome, p. 138-139 en p. 200-201;
  • Santa Maria degli Angeli op Churches of Rome Wiki.

Noot

[1] Andrea Carandini (ed.), The Atlas of Ancient Rome, part 2, Tab. 195.

6 Comments:

  1. Pingback:Mijn wandeling langs de Via Appia (deel 8) – – Corvinus –

  2. Pingback:Rome: San Bernardo alle Terme – – Corvinus –

  3. Pingback:Rome: Santa Maria degli Angeli e dei Martiri – – Corvinus –

  4. Pingback:De 10 hoogtepunten van… het Museo Nazionale Romano (Baden van Diocletianus) – – Corvinus –

  5. Pingback:Diocletianus: De Jaren 304-305 – – Corvinus –

  6. Pingback:Palermo: De Duomo – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.