Wie door de straten van Rome loopt, wordt op veel plaatsen nog herinnerd aan het duistere fascistische verleden van Italië. Het gaat dan om het Italië van de jaren twintig, dertig en veertig van de vorige eeuw, het Italië van Benito Mussolini. Soms is een bezoeker zich er nauwelijks bewust van dat hij of zij zich in de buurt van of zelfs op een fascistisch monument bevindt. Denk bij dat laatste aan de twee brede wegen die naar de Piazza Venezia leiden, en die tegenwoordig bekendstaan als de Via dei Fori Imperiali (een verkeersluwe weg) en de Via del Teatro di Marcello. Beide werden in opdracht van Mussolini aangelegd en heetten vroeger de Via dell’Impero en de Via del Mare.
De genoemde wegen komen samen bij het Palazzo Venezia, de plek waar il Duce grote menigten toesprak vanaf zijn balkon. Om de brede boulevards van Mussolini aan te kunnen leggen, moesten oudere delen van de stad gesloopt worden. Huizen en andere gebouwen werden rücksichtslos van de kaart geveegd. Dit gebeurde ook bij het Circus Maximus. Het Circus zelf bestond allang niet meer, maar het gebied waar het ooit had gestaan was in latere tijden volgebouwd. Mussolini liet vervolgens alles in het gebied met de grond gelijkmaken. In de zuidoosthoek verrees toen het Afrika-gebouw , tegenwoordig de zetel van de Food and Agriculture Organization (FAO) van de Verenigde Naties. De FAO werkt dus vanuit een kantoor “waarvan de fascistische oorsprong slechts bij een enkeling bekend is”, zoals de Australische kunstcriticus Robert Hughes schreef in De zeven levens van Rome uit 2011.
Sommige fascistische monumenten zijn gemakkelijk te herkennen. Een goed voorbeeld is de wijk EUR, die ver buiten het centrum van de stad werd gebouwd voor de Wereldtentoonstelling van 1942 (EUR is de afkorting van Esposizione Universale Roma). Het moge duidelijk zijn dat deze Wereldtentoonstelling vanwege de Tweede Wereldoorlog geen doorgang kon vinden. Het beroemdste gebouw van de wijk is het vierkante Colosseum, officieel genaamd het Palazzo della Civiltà Italiana. EUR ligt kilometers verwijderd van het stadscentrum. U kunt er met de metro naartoe reizen, maar het is ook mogelijk het vierkante Colosseum in de verte te zien vanaf de oude stadsmuren van Rome bij de Porta di San Sebastiano. Het gebouw is tevens zichtbaar vanuit de trein van en naar de luchthaven Fiumicino.
In het noorden van Rome begonnen de fascisten van Mussolini eveneens met grote bouwprojecten. Bij het Foro Mussolini verrezen een woonwijk en sportfaciliteiten. Ook werd het Olympisch Stadion gebouwd – het Stadio Olimpico of Stadio dei Cipressi, zoals het toen werd genoemd –, waar de profclubs Lazio Roma en AS Roma nog altijd hun thuiswedstrijden spelen. Het Foro Mussolini werd na de Tweede Wereldoorlog omgedoopt tot Foro Italico, maar Mussolini zelf is hier nog altijd prominent aanwezig. Een moderne obelisk die voor het stadion staat, wordt namelijk ‘verpest’ door de tekst ‘Mussolini dux’. Het is vrijwel onmogelijk om deze tekst over het hoofd te zien.
Toen in het naoorlogse Italië democratie en rechtstaat waren hersteld, hebben de autoriteiten nooit gepoogd alle herinneringen aan het fascistische verleden van het land geheel uit te wissen. Wel kregen straten en pleinen, zoals de bovengenoemde Via dell’Impero, Via del Mare en Foro Mussolini, een nieuwe naam. Uiteraard kon ook de Via Adolf Hitler niet gehandhaafd worden. Deze heet nu de Via delle Cave Ardeatine en is vernoemd naar een bloedbad dat de Nazi’s in maart 1944 aanrichtten. Er waren waarschijnlijk verschillende redenen om niet elke herinnering aan Mussolini en zijn fascisten, hoe vaag ook, te verwijderen. Fascistische monumenten dienen als een grimmige, maar nuttige waarschuwing voor latere generaties. Die waarschuwing wordt aangevuld met monumenten voor leden van het verzet die stierven in de strijd tegen de fascistische onderdrukker, alsook met monumenten ter ere van het herstel van de democratie. Gebouwen als het Colosseo Quadrato in de wijk EUR zijn vanuit architectonisch perspectief zeer interessant en vormen geen evidente uitdrukking van de fascistische ideologie, dus waarom zou je ze afbreken?
Misschien speelt er ook nog wel iets anders mee. Anders dan de ideologie van de Nazi’s was het Italiaanse fascisme oorspronkelijk niet antisemitisch. Dat werd het pas relatief laat in de jaren 1930. Over het onderwerp ‘ras’ merkte Mussolini zelf nog in 1933 op:
“Ras! Dat is een gevoel, geen realiteit. Minstens vijfennegentig procent ervan is gevoel. Niets zal mij er ooit van overtuigen dat er tegenwoordig biologisch zuivere rassen bestaan. Nationale trots heeft geen behoefte aan de waanvoorstelling van ras.” (geciteerd door Hughes 2011).
Deze opmerkingen van Mussolini waren heel begrijpelijk. De Italiaanse leider had een Joodse minnares, Margherita Sarfatti, die tevens werkte als propaganda-adviseur voor de Fascistische partij. Deze Partito Nazionale Fascista had verschillende Joden onder haar leden, onder wie de Joodse bankier Ettore Ovazza, die in de jaren dertig een fascistische krant oprichtte, La nostra bandiera (Onze vlag). In 1938 veranderde de situatie echter drastisch. In dat jaar voerden Mussolini en zijn aanhangers, onder druk van Adolf Hitler, antisemitische wetten in. Joden raakten hun burgerschap kwijt en werden geweerd uit bepaalde beroepen.
Vanaf 1938 maakte het voor Joden weinig meer uit of ze in Europese gebieden woonden die werden beheerst door de Nazi’s of de Italiaanse fascisten. Uiteraard waren de fascisten ook voordat ze openlijk antisemitisch werden al geen modelburgers. Integendeel, ze verheerlijkten geweld en intimidatie, en sloten hun tegenstanders op als politieke gevangenen. Het punt is echter dat het zo in het oog springende antisemitisme oorspronkelijk wezensvreemd was aan het Italiaanse fascisme.
Een van de meest opmerkelijke en tegelijkertijd subtiele herinneringen aan het fascistische verleden vindt men bij het Theater van Marcellus aan de oude Via del Mare. Met ziet deze herinnering gemakkelijk over het hoofd, en iedere dag keren vele Romeinen dit ‘ding’ onbewust hun rug toe terwijl ze op de bus staan te wachten. U bent vast benieuwd wat dit ‘ding’ dan is. Lang geleden werd aan de gevel van het Palazzo dell’Anagrafe een plaquette bevestigd met daarop de gelatiniseerde namen van koning Victor Emanuel III, Benito Mussolini en Piero Colonna, de voormalige fascistische gouverneur van Rome. Oorspronkelijk waren er onder de tekst van de plaquette ook nog drie bronzen fasces bevestigd, roedenbundels met bijlen, de machtssymbolen van de Romeinse magistraten. Deze zijn ongetwijfeld doelbewust verwijderd (op het Theater van Marcellus zelf zien we op sommige plekken nog wel fasces). De plaquette zelf – zie de afbeelding rechts – hangt nog steeds aan de gevel. Ze is een tamelijk onopvallende herinnering aan een van de donkerste periodes in de Italiaanse geschiedenis.
Pingback:Rome: Santa Maria in Campitelli – – Corvinus –