De Piccolomini’s waren een prominente en invloedrijke familie uit Siena. Hun invloed was niet beperkt tot de stad zelf: de twee beroemdste leden van de familie schopten het tot paus. Enea Silvio Piccolomini (1405-1464) werd in 1458 tot Paus Pius II gekozen en bekleedde het ambt tot aan zijn dood in 1464. Zijn neef Francesco Todeschini Piccolomini (1439-1503) was aartsbisschop van Siena en trad in 1503 in de voetsporen van zijn oom. Hij werd Paus Pius III, maar zijn pontificaat duurde slechts 26 dagen. Daarmee was het een van de kortste pontificaten in de geschiedenis.[1] In zekere zin waren zowel de oom als de neef betrokken bij de totstandkoming van de hier besproken bibliotheek: de laatstgenoemde liet de bibliotheek bouwen ten behoeve van de grote boekenverzameling van de eerstgenoemde. De bouw begon in 1492 en zo’n tien jaar later was het gebouw klaar. Tussen 1502 en 1507 werd de gehele bibliotheek van fresco’s voorzien door Bernardino di Betto uit Perugia, bijgenaamd Pinturicchio (“schildertje”; ca. 1452-1513).
Wie de bibliotheek wil bezoeken, heeft een kaartje voor de Duomo nodig. De ingang van de Libreria Piccolomini bevindt zich in de linker zijbeuk van de kathedraal, net voor het dwarsschip. Boven de ingang zien we een ander fresco van Pinturicchio met een afbeelding van de kroning van Pius III op 8 oktober 1503. We mogen redelijkerwijs aannemen dat het fresco postuum geschilderd werd: Pius was minder dan een maand paus en stierf precies tien dagen na zijn kroning. In de bibliotheek, die overigens niet zo groot is, geldt eenrichtingsverkeer. De ruimte in het midden is afgezet, en men kan er alleen tegen de klok in omheen lopen. Midden in de bibliotheek staat een beeld van de drie Gratiën. Het gaat om een Romeinse kopie van een Grieks origineel dat ooit onderdeel was van Francesco Piccolomini’s privé collectie.
Francesco Piccolomini gaf Pinturicchio de opdracht de muren van de bibliotheek te decoreren met scènes uit het leven van zijn oom. Het leven van Enea Silvio Piccolomini was allesbehalve saai. Hij werd in 1405 geboren in een gezin van achttien kinderen. Als jongeman kreeg hij een baantje als assistent van de bisschop van Fermo. In die hoedanigheid reisde hij naar Zwitserland om het Oecumenisch Concilie van Basel bij te wonen, dat in 1431 was bijeengeroepen door Paus Martinus V (1417-1431). In de eerste scène van de serie zien we zijn vertrek per schip naar Genua en het stormachtige weer waarmee hij tijdens zijn reis te maken kreeg (let op de donkere wolken en de regenboog).
De tweede scène toont ons Enea als ambassadeur aan het hof van Koning Jacobus I van Schotland (1406-1437). Enea was met een speciale missie naar dit land gestuurd. Wat die missie precies inhield, is altijd onduidelijk gebleven, maar mogelijk moest hij de koning proberen te overtuigen Engeland binnen te vallen. In elk geval bracht Enea ook een bezoek aan dit laatstgenoemde land; hij schreef een levendig verslag over zijn reizen aldaar (en over de aantrekkelijke jongedames die wel de liefde met hem wilden bedrijven). Enea werd vervolgens secretaris van de nieuwgekozen tegenpaus Felix V (1439-1449), die hem naar Frankfurt stuurde. Daar slaagde hij erin in de gunst te komen van Frederik III, de koning van Duitsland en de toekomstige keizer van het Heilige Roomse Rijk (1452-1493). De derde scène laat ons zien hoe Enea door Frederik tot hofdichter wordt gekroond. Het is duidelijk dat hij een goede dichter was, die tevens licht erotische verzen schreef en ook nog een paar kinderen verwekte. Later in zijn leven werd Enea een serieuzer en religieuzer persoon. In de vierde scène zien we hoe hij zich onderwerpt aan Paus Eugenius IV (1431-1447), de legitieme paus.
In 1446 werd Enea tot priester gewijd, gevolgd door een benoeming tot bisschop van Triëst het volgende jaar. In 1450 werd hij bisschop van Siena. De vijfde scène toont hem samen met Frederik III en diens toekomstige wederhelft Eleonora van Portugal (1434-1467). Enea had een sleutelrol gespeeld bij de onderhandelingen die tot dit huwelijk zouden leiden. De scène speelt zich duidelijk in Siena af, want we zien de Duomo op de achtergrond. Francesco Piccolomini’s broer Andrea en diens vrouw Agnese Farnese zijn eveneens afgebeeld. Ze staan achter Eleonora, rechts van de man in het zwart met het embleem van de Hospitaalridders op zijn mantel.
In de zesde scène krijgt Enea een kardinaalshoed aangereikt door Paus Calixtus III (1455-1458). Deze gebeurtenis vond in 1456 plaats en de kersverse kardinaal kreeg de basiliek van Santa Sabina in Rome toegewezen als zijn titelkerk. Na de dood van Calixtus zou Enea zelf tot paus gekozen worden. Dit wordt getoond in de zevende scène, waarin Enea de San Giovanni in Laterano in Rome binnengedragen wordt in zijn draagstoel. Enea – Aeneas in het Latijn – nam als paus de naam Pius aan, naar de Pius Aeneas uit de Aeneis van Vergilius.[2] Een van de dromen van de nieuwe paus was een verenigd Rooms-katholiek front tegen de legers van de Ottomaanse Turken. De Turken hadden in 1453 Constantinopel veroverd, waarmee een einde was gekomen aan het Oost-Romeinse Rijk. In Europa was geschokt gereageerd op de val van Constantinopel en men maakte zich grote zorgen over de Turkse militaire opmars in Oost-Europa. Paus Pius II probeerde een nieuwe kruistocht te organiseren en het achtste fresco toont hem dan ook tijdens het zogenaamde Concilie van Mantua van 1459. Ook al probeert het fresco een ander beeld te schetsen, dit concilie was een fiasco.
Het negende fresco behandelt de heiligverklaring van Catharina van Siena in 1461. Catharina was een Dominicaanse mystica die in 1380 was gestorven. Ze werd begraven in de kerk van Santa Maria sopra Minerva in Rome, maar haar hoofd werd teruggebracht naar Siena. Men kan het vinden in de San Domenico, de Dominicaanse kerk van de stad. De tiende en laatste scène toont de paus die arriveert in Ancona aan de kust van de Adriatische Zee. Pius was vanuit Rome naar deze stad in de Marche afgereisd om de leiding van de kruistocht tegen de Turken op zich te nemen. Ter plekke moest hij echter tot zijn grote teleurstelling vaststellen dat slechts een handjevol manschappen en niet meer dan een dozijn schepen zich in Ancona gemeld hadden. Dit “leger” viel al snel uit elkaar. Hoewel Pinturicchio’s fresco wederom iets anders suggereert, had Europa duidelijk geen trek meer in kruistochten. De paus leed al jarenlang aan artritis en was feitelijk al stervende toen hij het apostolisch paleis verliet voor de reis naar Ancona. Hij stierf uiteindelijk op 14 augustus 1464, slechts twee dagen na aankomst van een kleine Venetiaanse vloot.
De Libreria Piccolomini is een prachtige bibliotheek. Het feit dat geen enkel boek uit de verzameling van Pius hier ooit is aangekomen doet daar niets aan af. De meeste, zo niet alle voorwerpen die hier nu worden tentoongesteld zijn verluchte psalters. Deze zijn erg indrukwekkend. Vergeet niet om omhoog te kijken en het plafond te bewonderen. In het midden is het wapenschild van de Piccolomini’s afgebeeld, een blauw kruis met vijf halve manen tegen een witte achtergrond. Boven het wapenschild zien we de rode kardinaalshoed, een indicatie dat Francesco Piccolomini nog niet tot paus was gekozen toen het plafondfresco werd geschilderd.
Bronnen: zie voor Paus Pius II John Julius Norwich, The Popes, Hoofdstuk XVII. Zie voor de bibliotheek dit artikel.
Noot
[1] Men kan de graftombes van beide pausen vinden in de Sant’Andrea della Valle in Rome.
[2] De laatste paus die Pius heette, was in 154 of 155 gestorven.
Bijgewerkt 8 april 2024.
Pingback:Rome: San Saba – – Corvinus –
Pingback:Rome: Sant’Andrea della Valle – – Corvinus –
Pingback:Venetië: San Giobbe – – Corvinus –
Pingback:Siena: Libreria Piccolomini – – Corvinus –