Nu wordt de chronologie van ons verhaal zo verward en onzeker dat ik meerdere jaren in één bijdrage zal bespreken. Mijn reconstructie is grotendeels gebaseerd op speculatie en er zijn slechts een paar data die we zeker kunnen weten. Het staat vast dat Septimius Severus op 1 januari 202 voor de tweede maal consul werd, samen met zijn oudste zoon, de toekomstige keizer Caracalla. We weten ook dat de praetoriaanse prefect Fulvius Plautianus, die net als Septimius afkomstig was uit Leptis Magna in Africa Proconsularis, in 203 als consul diende. Laten we nu proberen te reconstrueren welke andere gebeurtenissen tussen 201 en 203 plaatsvonden.
Terugkeer naar Rome
Als we aannemen dat de excursie van de keizer naar Egypte zo uitgebreid was dat hij een deel van het jaar 201 in die provincie doorbracht, dan mogen we ervan uitgaan dat hij terugreisde naar Rome via de oostelijke route. Als consul moest hij tenminste een deel van het jaar in Rome zelf doorbrengen. Herodianus merkt het volgende op:
“Nadat Severus alles in het oosten had afgehandeld keerde hij snel terug naar Rome. In zijn gevolg bevonden zich ook zijn zoons, die al volwassen werden.[1] Onderweg stelde hij orde op zaken in de provincies al naar gelang dat nodig was en bezocht hij de garnizoenen in [Moesië][2] en Pannonië. Op het eind werd hij door het volk van Rome als triomfator begroet onder geweldige toejuichingen en met groot ceremonieel.”[3]
Severus zal zijn teruggereisd door Palestina en Syrië, het Taurusgebergte, Klein-Azië, het Balkangebied en tenslotte Italië. Uiteindelijk bereikte hij de Eeuwige Stad. Een bezoek aan de garnizoenen in Moesië en Pannonië was bijzonder gepast, want het waren deze troepen geweest die hem zijn keizerlijke mantel hadden bezorgd. Septimius Severus was in april of mei 193 tot keizer uitgeroepen en was sinds juni van dat jaar ook daadwerkelijk keizer. In april, mei of juni 202 zal hij dan ook het eerste decennium van zijn regering hebben gevierd (de Romeinen kenden het cijfer nul niet en daarom werd een decennium gevierd zodra negen jaren waren verstreken). Deze Decennalia moeten een groots spektakel zijn geweest, met cadeautjes voor de bevolking, beloningen voor de soldaten en spelen waarin vele wilde dieren werden gedood, inclusief – volgens Dio – een olifant en een crocota, mogelijk een hyena. Het is mogelijk dat rond deze tijd ook een verbod op vrouwelijke gladiatoren werd ingesteld. Voor zijn overwinningen op de Parthen in het Oosten begon de keizer aan de bouw van een triomfboog op het Forum Romanum. Deze zou het volgende jaar worden voltooid (zie de afbeelding hierboven).
Eveneens rond deze tijd vond het huwelijk plaats tussen Caracalla (echte naam: Marcus Aurelius Antoninus) en Fulvia Plautilla, dochter van de praetoriaanse prefect Plautianus. Septimius en Plautianus waren oude vrienden en waarschijnlijk verre verwanten. Beiden waren afkomstig uit Leptis Magna in Afrika. Volgens een niet zo positieve traditie die door Herodianus wordt genoemd was de laatstgenoemde ook de minnaar van de eerstgenoemde geweest. Hoe dit ook zij, de keizer gaf zijn vriend een voorkeursbehandeling, benoemde hem tot praetoriaanse prefect en droeg hem voor voor het consulaat in 203. Het huwelijk tussen Caracalla en Plautilla zou echter niet erg goed uitpakken. Caracalla had een hartgrondige hekel aan het meisje en weigerde met haar het bed te delen of zelfs maar onder hetzelfde dak te wonen.
Afrika
Septimius Severus was geboren in Noord-Afrika (in de provincie Africa Proconsularis om precies te zijn) en vergat nooit waar zijn wortels lagen. Zijn thuisstad Leptis Magna had eeuwenlang tot de invloedssfeer van Carthago behoord. Nadat de Romeinen de laatstgenoemde stad hadden verwoest waren in Leptis Berberse, Punische, Griekse en Romeinse elementen samengesmolten. De inwoners van de stad waren in 111 BCE ‘vrienden en bondgenoten van het Romeinse volk’ geworden. In zijn jeugd sprak Septimius waarschijnlijk Punisch, maar omdat zijn ouders tot de Romeinse ridderstand behoorden, leerde hij Latijn als tweede taal. Hij sprak die taal goed, maar behield tot aan zijn oude dag een licht Afrikaans accent (hij zou zijn naam waarschijnlijk hebben uitgesproken als Sjeptimius Sjeverus). Volgens de Historia Augusta had de keizer een zuster die het Latijn helemaal niet machtig was. Septimius lijkt zich erg voor haar geschaamd te hebben.
We moeten ons ook tot de Historia Augusta wenden voor informatie over de Afrikaanse veldtocht van Severus in – vermoedelijk – 202-203. Deze veldtocht is zelfs zo slecht gedocumenteerd dat we hem in één zin kunnen beschrijven:
“Hij maakte Tripolitana, waar hij geboren was, tot een volkomen veilig gebied door er de uiterst oorlogszuchtige stammen te vernietigen”.[4]
Tripolitana verwijst naar de drie belangrijkste steden in het gebied: Oea (het huidige Tripoli in Libië), Sabratha en Leptis Magna. De streek had vaak last van de Garamantes, een nomadisch Berbervolk dat regelmatig de Saharagrens – de Limes Tripolitanus – overstak om de Romeinse gebieden te plunderen. Hoewel er geen details van de expeditie bewaard zijn gebleven, lijkt deze eind 202 of begin 203 gelanceerd te zijn, toen de temperaturen nog te verdragen waren. De militaire interventie moet een succes zijn geweest en hebben geleid tot een veiligere grens. Het is mogelijk dat rond dezelfde tijd Septimius Severus verder naar het westen de keizerlijke provincie Numidia creëerde, die werd afgesplitst van de provincie Africa. Het was de legaat van Numidia, en niet de proconsul van Africa, die het bevel voerde over het enige legioen in de regio, Legio III Augusta. Er worden ook wel vroegere data genoemd voor de instelling van Numidia als provincie, maar het lijkt me redelijk om aan te nemen dat Severus de provincie instelde toen hij zich ook daadwerkelijk in Noord-Afrika bevond.
Bronnen
Primaire bronnen
- Cassius Dio, Epitome of Book 76 and of Book 77;
- Herodianus, The Roman Histories III.10;
- Historia Augusta, Severus 1, 15, 19.
Secundaire bronnen
- Adrian Goldsworthy, The Fall of the West, p. 64-69;
- Jona Lendering, Limes Tripolitanus;
- Timothy Venning, A Chronology of the Roman Empire, p. 571-573.
Noten
[1] Onjuist. Begin 202 moet Caracalla 13 of 14 zijn geweest en Geta rond de 12 of 13.
[2] De tekst van mijn vertaling zegt ‘Mysië’, maar dat moet een fout zijn. De machtsbasis van Severus lag in de provincies aan de Rijn-Donaugrens, waaronder Pannonië en Moesië. Zijn broer was gouverneur van de laatstgenoemde provincie geweest.
[3] Herodianus III.10 (vertaling: M.F.A. Brok / Vincent Hunink).
[4] Severus 18 (vertaling: John Nagelkerken).
Bijgewerkt 30 december 2022.
Pingback:Septimius Severus: De Jaren 203-208 – – Corvinus –
Pingback:Septimius Severus: The Years 201-203 – – Corvinus –