Cefalù: Museo Mandralisca

Enrico Piraino di Mandralisca.

Verbaasd keken de twee medewerksters achter het loket op. Een bezoeker? In januari? En ook nog eens een buitenlander! Maar uiteraard was ik van harte welkom in het Museo Mandralisca in het charmante stadje Cefalù. Er was verder niemand die ochtend, dus ik had het museum geheel voor mezelf. Het Museo Mandralisca is gewijd aan de persoonlijke collectie van Enrico Piraino, baron van Mandralisca (1809-1864), en gevestigd in het voormalige palazzo van de familie Piraino. Van de collectie zijn de archeologische vondsten en de verschillende schilderijen het interessantst.

Archeologie

Mijn reisgids maakte melding van een Laathellenistisch mozaïek dat een “archeologisch juweeltje” zou zijn. Ik vermoed dat de reisgids doelt op een mozaïekvloer die in Cefalù zelf werd gevonden in de Via Veterani, twee straten ten noorden van het museum. Deze vloer dateert van het einde van de tweede of het begin van de eerste eeuw BCE, dus van de Romeinse periode. In het midden van het mozaïek, in het gedeelte dat emblema wordt genoemd, zien we een zwaan en een Cupido. Helaas was het mozaïek tijdens mijn bezoek compleet bedekt met washipapier. Wellicht wordt het momenteel schoongemaakt of gerestaureerd. Een goede afbeelding zonder washipapier vindt u hier.

Krater van de tonijnverkoper.

Na het genoemde mozaïek is het interessantste voorwerp een Griekse krater (mengvat) die bekendstaat als de ‘krater van de tonijnverkoper’. Op het mengvat zien we twee oudere kalende mannen, van wie er een met een enorm mes een al even reusachtige tonijn in stukken snijdt. Op de grond ligt naast de kop van de eerste tonijn een tweede tonijn die duidelijk als volgende aan de beurt is om onder het mes te gaan. Het is een voorstelling die ik helemaal niet kende van Grieks aardewerk, en aanvankelijk had ik dan ook het idee dat het een vervalsing of een pastiche betrof. Maar kennelijk is de krater toch echt authentiek en dateert het voorwerp van de vierde eeuw BCE, toen Sicilië het strijdtoneel was van Grieken en Carthagers.

Tot de collectie behoren verder enkele terracotta theatermaskers van verschillende typen. Zo zien we het masker van de katakomos ochra, een heldin met een weelderige haardos en een bleke huid. Uiteraard werd de heldin in Griekse tragedies gespeeld door een mannelijke acteur: van vrouwelijke acteurs kon nog echt geen sprake zijn. Een ander masker is dat van een ule. Ik heb verder geen informatie gevonden over wat een ule precies is, maar wellicht gaat het om een personage dat aan ululatie doet? Beide maskers dateren van de vierde eeuw BCE.

Katakomos ochra.

Portret van een onbekende man – Antonello da Messina.

Schilderijen

Wat betreft de collectie schilderijen volgde ik braaf de door mijn reisgids genoemde topstukken. Het bekendste werk in het museum is zonder enige twijfel het portret van een onbekende man door Antonello da Messina (ca. 1430-1479). Een alternatieve naam voor het portret uit ca. 1465 is Ritratto d’ignoto marinaio, “portret van een onbekende zeeman”, al is het verre van zekere dat de geportretteerde daadwerkelijk een zeeman was. Ook de theorie dat de man Francesco Vitale da Noja is, bisschop van Cefalù tussen 1484 en 1492, heeft nooit algemeen ingang gevonden. De man is zeker niet gekleed als een bisschop, eerder als een edelman of een rijke burger. Het meest opvallende aan het portret is toch wel de raadselachtige glimlach van de man, waarmee het schilderij de Mona Lisa van Cefalù genoemd zou kunnen worden. Volgens de overlevering kocht Enrico Piraino het schilderij van een apotheker in Lipari.

Erg mooi is een doek genaamd Alba a Cefalu’ (zonsopgang in Cefalù), dat wordt toegeschreven aan een zekere Francesco Bevelacqua (1814-1858). Het schilderij toont prachtig hoe het stadje gelegen is aan de voet van een grote rots, die volgens de Griekse kolonisten op Sicilië erg op een hoofd (κεφαλή) leek. De beroemde twaalfde-eeuwse kathedraal van koning Rogier II steekt boven alle andere gebouwen uit.

Zonsopgang in Cefalù – Francesco Bevelacqua (detail).

Laatste Oordeel – Johannes de Matta.

Helena en Constantijn – Giovanni Mosco.

Ik noem ten slotte nog twee bijzondere werken. Het eerste is een paneelschildering van ene Giovanni Mosco (1680-1724). We zien de Romeinse keizer Constantijn de Grote (306-337) en zijn moeder Helena. De stijl is evident Grieks en de tekst op de paneelschildering is eveneens in het Grieks. Aan de voet van het kruis zien we ook de naam van de schilder in Griekse letters: Ἰω(άννης) Μόσχω. De schilder droeg dezelfde naam als een Byzantijnse monnik uit de zesde en zevende eeuw. Ik heb niet veel informatie over Giovanni Mosco kunnen vinden, maar kennelijk was hij actief in Venetië als schilder van Griekse iconen.[1] Of hij zelf van Griekse afkomst was, heb ik helaas niet kunnen achterhalen.

Het laatste werk dat ik hier bespreek, is een beschadigde schildering van het Laatste Oordeel met Christus als rechter. Het werk was oorspronkelijk op paneel geschilderd, maar is later op doek overgezet. De schilder van het werk was Johannes (of Juan) de Matta, die leefde in de zestiende eeuw en afkomstig was uit het Spaanse Valencia. Zijn Laatste Oordeel was zonder enige twijfel ooit een altaarstuk, maar voor welke kerk het is geschilderd is waarschijnlijk niet meer te achterhalen. De schildering komt overigens niet uit de collectie van Enrico Piraino, maar uit die van de rijke advocaat Vincenzo Cirincione. Hetzelfde geldt voor de werken van Francesco Bevelacqua en Giovanni Mosco. Cirincione liet bij zijn dood meer dan 140 schilderijen aan de gemeente na. Terecht is een straat in het stadje naar hem vernoemd.

Noot

[1] Aldus Licia Buttà, PERSISTÈNCIES I MUTACIONS. LA QÜESTIÓ DE LA ICONA A L’ÈPOCA MODERNA, MATERIA 1, L’estil, 2001 / 139-146.

One Comment:

  1. Pingback:In de straten van Cefalù – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.