Het is zonder enige twijfel het meest markante gebouw van Vercelli: de basiliek van Sant’Andrea met haar opvallende groene gevel. De basiliek is het levenswerk van kardinaal Guala Bicchieri (ca. 1150-1227), die zelf uit Vercelli afkomstig was. Naast kardinaal was hij pauselijk legaat, en in die hoedanigheid werd hij door Paus Innocentius III (1198-1216) op belangrijke missies gestuurd naar Frankrijk en Engeland. Toen hij in 1216 in het laatstgenoemde land aankwam, was de Engelse koning Jan zonder Land verwikkeld in een oorlog tegen zijn leenmannen, beter bekend als de Eerste Baronnenoorlog. Guala Bicchieri steunde de koning, en na diens dood op 19 oktober 1216 zorgde hij ervoor dat zijn minderjarige zoon en opvolger Hendrik III de koningskroon ontving. Ook speelde hij een rol bij het uitvaardigen van een afgezwakte versie van de Magna Carta, het beroemde document inzake de beperking van de macht van de koning dat in 1215 was vastgesteld en vervolgens direct door Paus Innocentius III nietig was verklaard. In 1218 zat de missie van de pauselijke legaat in Engeland erop en kon hij zich richten op een blijvend monument in zijn geboortestad.
Geschiedenis
Al in 1215 had kardinaal Guala Bicchieri een stuk grond in Vercelli aangekocht. Op 19 februari 1219 legde hij hier samen met de plaatselijke bisschop de eerste steen van een nieuwe kerk. De kerk zou onderdeel worden van een groter complex, dat tevens een klooster en een gast- en ziekenhuis voor pelgrims omvatte. Al in 1227 was het complex gereed. Dit was net op tijd voor de kardinaal, die op 30 mei van hetzelfde jaar in Rome kwam te overlijden. Hij was al ver in de zeventig en had een rijk leven gehad.
Het complex van Sant’Andrea werd toevertrouwd aan kanunniken van de Congregatie van Sint Victor. Deze van oorsprong Franse congregatie was in 1108 gesticht door de theoloog en latere bisschop Willem van Champeaux (ca. 1070-1121). Zij had haar belangrijkste abdij in de buurt van Parijs. De eerste abt in Vercelli was ook een Fransman, een zekere Thomas Gallus of Tommaso Gallo, geboren omstreeks 1200 en gestorven in 1246. Omdat de basiliek van Sant’Andrea een bijzondere mix is van klassieke Romaanse architectuur en de voor Italië nieuwe Franse Gotische stijl, wordt aan deze Thomas Gallus wel een rol toegedicht bij het ontwerp en de constructie van het gebouw. Bewijs voor deze stelling ontbreekt echter, net als voor de bewering dat de beroemde architect en beeldhouwer Benedetto Antelami (ca. 1150-1230) de hoofdarchitect van het project was. Feit is dat de naam of namen van de bouwers niet bekend zijn.
De kanunniken van Sint Victor verlieten het complex in 1467 en werden vervangen door Lateraanse kanunniken. Deze hebben er, met twee tussenpozen, tot 2004 gezeten. In de tussentijd is er het nodige verbouwd aan de basiliek en de naastgelegen kloostergang. Zo vond er in de zestiende eeuw een grote restauratie plaats, waarbij de colonnade van de kloostergang met de kenmerkende vierdubbele zuilen geheel werd herbouwd. Een andere belangrijke restauratie vond plaats vanaf 1818. Deze werd uitgevoerd door graaf Carlo Emanuele Arborio Mella (1783-1850). Hij was de vader van de architect Edoardo Arborio Mella (1808-1884), de man die de kathedraal van Casale Monferrato herbouwde.
Exterieur
De in essentie Romaanse gevel van de basiliek is werkelijk schitterend. Bezoekers zien een bijzonder kleurenspel, waarbij de gebruikte groene steen (onder andere serpentino) mooi contrasteert met de bakstenen en het pleisterwerk van de twee torens. Enkele stenen van de gevel zijn verkleurd en zien er nu bruin uit. Of hier net als in Prato in Toscane sprake is van pietra alberese, een steensoort die na verloop van tijd door een natuurlijk proces een bruinachtige kleur kan krijgen, heb ik niet kunnen achterhalen, maar het is goed mogelijk. Boven de drie portalen met Romaanse rondbogen zien we een Gotisch roosvenster. De twee galerijen daar weer boven zijn weer typisch Romaans. Ook langs de zijkanten van de basiliek loopt een galerij, die men goed kan zien als men door het parkje naast de Sant’Andrea loopt (met daarin een buste van de in 1900 vermoorde koning Umberto I). Men komt dan ook bij de vrijstaande klokkentoren die in de vijftiende eeuw aan de rechterzijde van de basiliek werd bijgebouwd. Om de een of andere reden staat de toren enigszins schuin vergeleken met het kerkgebouw. Sowieso is de Sant’Andrea een basiliek die rijk is aan torens, want ook op de koepel is een toren gebouwd. De twee slanke torens van de gevel hebben elk een spits met daarop een haan (links) en een Sint-Andreaskruis (rechts).
De mooiste decoraties van de gevel zijn de lunetten boven de middelste en de linker ingang. In het midden zien we de kruisiging van Sint Andreas de Apostel, toegeschreven aan de reeds genoemde Benedetto Antelami, diens atelier, diens leerlingen of diens navolgers. Volgens de overlevering werd Andreas omstreeks het jaar 60 gekruisigd in Achaea in het huidige Griekenland. In de lunette zien we hoe hij met touwen aan een regulier kruis wordt vastgebonden. Kennelijk was de traditie dat Andreas de marteldood stierf aan het naar hem vernoemde Sint-Andreaskruis, dat de vorm heeft van een X, in het eerste kwart van de dertiende eeuw nog niet ingeburgerd. Rechts zit de Romeinse magistraat die Andreas ter dood heeft veroordeeld en boven de kruisiging zien we hoe een engel de ziel van de martelaar naar de hemel brengt. Ooit moet de lunette geheel beschilderd zijn geweest, maar van de verf zijn alleen wat restjes bewaard gebleven.
De linker lunette is iets eenvoudiger. Hier zien we hoe kardinaal Guala Bicchieri een tamelijk groot model van de basiliek aan Sint Andreas aanbiedt. Opvallend is dat het model eigenlijk helemaal niet goed lijkt. De twee markante torentjes van de gevel ontbreken bijvoorbeeld, al kunnen die natuurlijk na de dood van de kardinaal nog zijn toegevoegd. Ook deze lunette was ooit beschilderd, en we zien nog wat geschilderde patronen op de kleding van de kardinaal en de apostel.
Interieur
Het interieur van de basiliek is tamelijk sober. Gotische elementen als spitsbogen en ribgewelven domineren het gebouw. De Sant’Andrea is gebouwd in de vorm van een Latijns kruis. Grijze zuilen delen het interieur op in een middenschip en twee zijbeuken. Helaas zijn de middeleeuwse glas-in-loodramen van de basiliek al lang geleden verloren gegaan en ook overigens moet de bezoeker goed zoeken om een beetje interessante kunst tegen te komen. Gelukkig zijn er dan nog de mooie sluitstenen van de ribgewelven, waarvan sommige nog kleurrijk beschilderd zijn. Zie hieronder bijvoorbeeld een sluitsteen met het Lam Gods tegen een achtergrond van een blauwe sterrenhemel. Ook onder de achthoekige koepel vinden we enige sculpturen, namelijk de symbolen van de vier evangelisten.
Achter in de basiliek vinden we in de rechthoekige apsis mooie houten koorbanken die vanaf 1511 werden gemaakt door de houtsnijder Paolo Sacca uit Cremona (gestorven 1537). Iedere bank heeft een eigen voorstelling van ingelegd houtsnijwerk, met Sint Andreas als centrale figuur. In totaal zijn er 25 voorstellingen.
Echt interessant wordt het pas in de tweede kapel rechts van het koor. Hier bevindt zich het grafmonument voor Thomas Gallus, de al genoemde eerste abt van Sant’Andrea. Hoewel Thomas al in 1246 stierf, dateert het monument van ruim een eeuw later (midden veertiende eeuw). Het bestaat uit drie verschillende lagen. Onderaan zien we een reliëf van de Madonna met het onthoofde Kind. Rechts wordt de eveneens hoofdeloze Thomas Gallus bij hen geïntroduceerd door Sint Andreas. De figuren links zijn Sint Catharina van Alexandrië en Pseudo-Dionysius de Areopagiet. De laatstgenoemde was een theoloog uit de vijfde eeuw wiens werk Thomas intensief had bestudeerd. Dat Thomas zelf eveneens een begenadigd theoloog was, blijkt uit het fresco dat boven het reliëf is geschilderd. Hier doceert hij gezeten achter een lessenaar aan een groep monniken. Het monument wordt afgesloten met een fresco van de Kroning van de Maagd. Interessant is dat engelen de kroningsceremonie muzikaal omlijsten. Ze bespelen verschillende instrumenten, waaronder een draagbaar orgeltje.
Kloostergang, sacristie en kapittelzaal
Via een mooi gebeeldhouwd portaal – wederom van Antelami of diens school? – kunnen bezoekers de kloostergang naast de basiliek betreden. Kunst van enige betekenis is er niet te vinden, maar het is er wel heerlijk rustig rondwandelen. Vanuit de kloostergang heeft men bovendien een mooi uitzicht op de linker flank van de basiliek, het linker dwarsschip (met twee galerijen) en de achthoekige koepel met daarop een eveneens achthoekig torentje. In wezen is er aan de kloostergang weinig veranderd sinds de dertiende eeuw. Als gezegd is de colonnade in de zestiende eeuw herbouwd, maar daarbij is wel de oorspronkelijke stijl gerespecteerd.
De sacristie van de basiliek is toegankelijk voor het publiek en het ‘hoogtepunt’ hier is een tamelijk gruwelijke crucifix uit de veertiende eeuw. Dit was een tijd waarin de serene Christus Triumphans definitief plaats had gemaakt voor de dramatische Christus Patiens, de lijdende Christus. Dat deze Christus hevig lijdt, behoeft geen nader betoog. Zie alleen al het bloed dat uit zijn hoofd of zijn doorboorde handen stroomt. Mijn wederhelft werd door een toezichthoudster gevraagd wat ze van het crucifix vond. Molto forte toch, aldus de dame. Heel krachtig inderdaad, maar daarmee nog niet mooi.
–
Ten slotte is de kapittelzaal van de Sant’Andrea de moeite waard. Niet vanwege de fraaie kunst (die is er wederom nauwelijks), maar wel vanwege een belangrijke historische gebeurtenis die hier in 1310 plaatsvond. In dat jaar wist Rooms koning Hendrik VII namelijk een vrede te bewerkstelligen tussen de aanhangers van de paus (de Welfen) en die van de keizer van het Heilige Roomse Rijk (de Ghibellijnen). Hendrik walgde naar verluidt van beide partijen, ook van de Ghibellijnen, al stonden ze formeel aan zijn kant. De vrede werd hier in de kapittelzaal van de Sant’Andrea getekend, al was die vrede broos en betekende ze niet het einde van het geweld in Italië. Hendrik schopte het in 1312 zelf tot keizer van het Heilige Roomse Rijk, maar stierf al het jaar daarop. De keizer vond zijn laatste rustplaats in de kathedraal van Pisa, al bevinden de mooiste elementen van zijn grafmonument zich thans in een museum.
Bronnen
- Capitool reisgids Italië (2014), p. 228;
- Folder Sant’Andrea;
- Informatieborden Sant’Andrea;
- Trotter Reisgids Noordwest-Italië, p. 220-221;
- Basilica di Sant’Andrea (Vercelli) – Wikipedia
Pingback:Vercelli: De Duomo – – Corvinus –
Pingback:Een wandeling door Vercelli – – Corvinus –