We parkeerden onze auto op een groot gratis parkeerterrein bij een voormalige militaire kazerne aan de oostzijde van het historische centrum van Vercelli. Vanaf dit parkeerterrein was het slechts enkele minuten lopen naar onze eerste bestemming in het stadje, het Museo Borgogna. Het museum is de op een na grootste pinacoteca in Piemonte en moet alleen de Galleria Sabauda in Turijn voor zich dulden. Het Museo Borgogna is gevestigd in het negentiende-eeuwse palazzo van de jurist Antonio Borgogna (1822-1906). Borgogna was een fanatiek kunstverzamelaar en kocht het palazzo in 1882 aan om er zijn imposante kunstverzameling in onder te kunnen brengen. De jurist trouwde nooit en had geen kinderen. Het palazzo ging na zijn dood over op de gemeente, waarna in 1908 het Museo Borgogna zijn deuren voor het publiek opende. Opvallend is dat het museum niet naar Antonio Borgogna zelf is vernoemd, maar naar Antonio’s vader Francesco.
Het museum bevat de persoonlijke collectie van Borgogna, bestaande uit schilderijen, meubilair en andere voorwerpen. Deze collectie is aangevuld met schilderijen uit de collectie van het Instituut voor Schone Kunsten te Vercelli en fresco’s en andere werken uit afgebroken kerken in Vercelli en omstreken. Vooral werken uit het Piemonte van de Renaissance zijn goed vertegenwoordigd. Het museum bezit onder meer een tondo met de Heilige Familie van Giovanni Antonio Bazzi (1477-1549), beter bekend als Il Sodoma. Hij werd geboren in Vercelli en dit is het enige werk van Il Sodoma dat nog in deze stad te bewonderen is. Ik had graag een langere bijdrage aan het Museo Borgogna gewijd, maar helaas is het binnen verboden te fotograferen. Het museum wordt thans beheerd door een stichting, en die staat het maken van foto’s niet toe.
Een vriendelijke suppoost van het museum gaf ons een goede tip voor de lunch: ga naar Ristorante Vecchia Brenta in de Via Morosone. Het restaurant had een klein terras buiten en gelukkig bleek daar nog wel een plekje voor twee stranieri vrij te zijn. Uiteraard bestelden we risotto, want Vercelli is de onbetwiste rijsthoofdstad van Italië. Dat hadden we op onze rit naar de stad al proefondervindelijk vastgesteld toen we door eindeloze rijstvelden vol reigers en muggen reden. Risotto duurt wel even om klaar te maken. Omdat we geen voorgerecht hadden besteld, besloot de bediening dat we een klein voorgerechtje van het huis kregen. Zulke klantvriendelijkheid is werkelijk hartverwarmend! De risotto werd vervolgens op een karretje naar onze tafel gereden en vers uit de pan op de borden geschept. Deze risotto, met grote stukken truffel, was werkelijk verrukkelijk. Uiteraard aten we de hele pan leeg, waarvoor de serveerster ons nog een compliment gaf.
Na de lunch wandelden we naar het hart van Vercelli, de Piazza Cavour. Deze is vernoemd naar de grote staatsman Camillo Benso, graaf van Cavour (1810-1861), een sleutelfiguur in het Italiaanse eenwordingsproces. Cavour diende eerst als premier van het koninkrijk Piëmont-Sardinië[1] en vervolgens, vanaf 1861, als premier van het verenigde Italië. In hetzelfde jaar overleed hij, pas 50 jaar oud. In het midden van de Piazza Cavour vinden we zijn standbeeld, een werk van de beeldhouwers Ercole Villa (1827-1909) en Giuseppe Argenti (1811-1876). Achter de statige gebouwen aan het plein zien we een middeleeuwse toren, de Torre dell’Angelo uit de veertiende eeuw. Het bovenste gedeelte is overigens een stuk jonger: het werd pas in 1875 toegevoegd. Op het moment dat wij over de Piazza Cavour liepen, werd er op het plein een markt gehouden. Erg veel volk was er niet, maar het was dan ook ruim 35 graden buiten.
Vanaf de Piazza Cavour liepen we naar de noordzijde van de binnenstad en bezochten daar de beroemde basiliek en abdij van Sant’Andrea, gebouwd tussen 1219 en 1227. Het complex is zo bijzonder dat het zonder meer een aparte bijdrage verdient. Dat geldt ook voor het gebouw dat we na de Sant’Andrea bezochten, de kathedraal van de stad, gewijd aan Sint Eusebius van Vercelli (ca. 283-371). De geschiedenis van de kathedraal gaat terug tot de Late Oudheid, maar het huidige gebouw verrees grotendeels tussen de zestiende en de negentiende eeuw. Voor meer informatie verwijs ik naar de bedoelde aparte bijdrage.
Vanaf de kathedraal liepen we weer terug richting het zuiden en kwamen we aan bij de spectaculaire synagoge van Vercelli. Op 29 maart 1848 werd in het koninkrijk Piëmont-Sardinië een nieuwe grondwet afgekondigd, die alle onderdanen godsdienstvrijheid toekende. Het was de joden van Vercelli voortaan dus toegestaan duidelijk zichtbare synagogen te bouwen en hun geloof in het openbaar te belijden. De synagoge van Vercelli werd tussen 1875 en 1878 gebouwd in Neo-Moorse stijl. De betrokken architecten waren Marco Treves (1814-1897) en Giuseppe Locarni (1826-1902). Helaas bleek er, anders dan in Casale Monferrato, geen mogelijkheid te zijn het gebouw van binnen te bekijken.
Als laatste brachten we een bezoek aan de kerk van San Cristoforo. Dit was een tip van dezelfde suppoost die ons het restaurant had aanbevolen, en wederom bleek het een zeer goede tip te zijn. De kerk is beroemd vanwege een altaarstuk en fresco’s van de schilder Gaudenzio Ferrari (ca. 1475-1546). In een aparte bijdrage leest u er meer over.
Meer lezen: Trotter Reisgids Noordwest-Italië, p. 218-222.
Noot
[1] Het Huis van Savoye, dat heerste over Piëmont, had in 1720 Sardinië verworven in ruil voor Sicilië. De leden van het Huis waren tot 1847 formeel alleen koning van Sardinië, terwijl ze feitelijk heersten vanuit Turijn op het vasteland. Door de Fusione perfetta van 1847 werden de bestuurlijke verschillen tussen eiland en vasteland opgeheven.
Pingback:Casale Monferrato: De synagoge – – Corvinus –