De kathedraal van Vercelli staat aan de noordzijde van het historische centrum van de stad, niet ver van de beroemde abdij van Sant’Andrea. De Duomo is een bijzonder gebouw met een lange geschiedenis. Hoewel die geschiedenis teruggaat tot de Late Oudheid, is de huidige Duomo grotendeels het resultaat van een herbouw die in de zestiende eeuw werd gestart en pas ergens in onze eigen tijd werd afgerond. Het gebouw heeft nog enkele overblijfselen uit de Middeleeuwen. Aan de buitenkant zien we de Romaanse klokkentoren van baksteen, terwijl in de Duomo zelf direct de aandacht wordt getrokken door een grote crucifix uit de late tiende of vroege elfde eeuw. Ten slotte is er nog een beeldje van de Madonna met het Kind, toegeschreven aan de grote beeldhouwer Benedetto Antelami (ca. 1150-1230).
Geschiedenis
De Duomo van Vercelli is gewijd aan de heilige Eusebius van Vercelli (ca. 283-371). Hij geldt als de eerste bisschop van de stad, die toen nog Vercellae heette en vooral bekendheid genoot als de plek waar de Romeinen in 101 BCE de Germaanse Cimbri in de pan hadden gehakt. Eusebius werd na zijn dood begraven op een necropool net buiten de stad, waar op enig moment tussen de late vierde en vroege zesde eeuw een aan hem gewijde basiliek werd gebouwd. Nog weer later werd deze Sant’Eusebio de kathedraal van de stad, als vervanger van de Santa Maria Maggiore. De basiliek werd voorafgegaan door een atrium, had een middenschip en vier zijbeuken en moet fraai gedecoreerd zijn geweest met mozaïeken en fresco’s. Hiervan is helaas helemaal niets bewaard gebleven. Dat zal mede te maken hebben met een schokkende gebeurtenis die in 997 plaatsvond. In dat jaar werd namelijk bisschop Peter van Vercelli vermoord door de edelman Arduin van Ivrea, die en passant ook de kathedraal in brand stak. Van de Romaanse herbouw die daarna werd verwezenlijkt resteert nog de twaalfde-eeuwse klokkentoren.
In de tweede helft van de zestiende eeuw besloot bisschop Guido Luca Ferrero (1562-1572) de middeleeuwse kathedraal te herbouwen. Hiervoor werd in 1570 de architect Pellegrino Tibaldi (1527-1596) ingehuurd, die in 1567 ook al was belast met de bouw van de kathedraal van Milaan. Tibaldi werkte hard aan de nieuwe Duomo van Vercelli, maar toen hij in 1582 zijn werkzaamheden afrondde, waren alleen het koor, twee zijkapellen en twee sacristieën gereed. Mogelijk was het geldgebrek dat ertoe leidde dat de architect niet meer toekwam aan de andere delen van de kathedraal.
Vervolgens nam in de zeventiende eeuw Maria Giovanna Battista van Savoye-Nemours (1644-1724) het initiatief voor de bouw van een grote kapel gewijd aan Amadeus IX (1435-1472), die tussen 1465 en zijn dood hertog van Savoye was geweest en in het laatstgenoemde jaar op slechts 37-jarige leeftijd was overleden. In 1677 was hij zalig verklaard door Paus Innocentius XI (1676-1689) en in 1685 kwam de aan Beato Amadeo gewijde kapel in de Duomo gereed. Deze werd ontworpen door Michelangelo Garove (1648-1713) en gebouwd door Francesco Aprile (1657-1710). In de kapel zijn ook andere leden uit het Huis van Savoye bijgezet, onder wie Karel Emanuel II van Savoye, de in 1675 gestorven man van Maria Giovanna Battista. Het schilderij in de kapel is van Daniel Seiter (ca. 1642-1705).
De herbouw van de kathedraal ging in de eerste decennia van de achttiende eeuw verder onder leiding van de tamelijk obscure architect Stefano Negro. Hij bouwde een nieuw middenschip, de twee zijbeuken en het dwarsschip. In de tweede helft van de eeuw werd het werk voortgezet door Benedetto Alfieri (1699-1767) en Luigi Michele Barberis (1725-1798). De kathedraal kreeg een Neoclassicistische gevel en tegenover de kapel van Beato Amadeo een kapel gewijd aan Sint Eusebius, van wie de overblijfselen in 1581 waren teruggevonden. Deze kapel werd in de negentiende eeuw grondig verbouwd door de architect Giuseppe Locarni (1826-1902). Het was ook in de negentiende eeuw dat de kathedraal haar koepel kreeg, een werk van Giovanni Larghi, verwezenlijkt tussen 1857 en 1860. Op de gevel werden beelden geplaatst van Jezus Christus en de apostelen; enkele ervan zijn van de hand van Ercole Villa (1827-1909). De architect Edoardo Arborio Mella (1808-1884) was verantwoordelijk voor de vloer van de Duomo. Eind twintigste eeuw werd de crypte gebouwd waarin de bisschoppen van Vercelli werden bijgezet. Deze kan bezocht worden (en bordjes in het gebouw nodigen daar nadrukkelijk toe uit), maar is voornamelijk om religieuze redenen interessant.
Bezienswaardigheden
Het beroemde crucifix van Vercelli werd zeer waarschijnlijk vervaardigd tijdens het episcopaat van bisschop Leo van Vercelli (998 of 999-1026). Het is gemaakt van hout met daar overheen laagjes (verguld) zilver. Het crucifix is ruim drie meter hoog. We zien de Heiland afgebeeld als de Christus Triumphans, de zegevierende Christus. De stilistische gelijkenissen met een soortgelijk crucifix in de kathedraal van Casale Monferrato zijn aanzienlijk, maar het crucifix van Vercelli heeft meer fijne details. Helemaal bovenin zien we de Hemelvaart van Christus, waarvan helaas de bovenste helft verloren is gegaan. Daaronder zijn in een tondo de zon (SOL) en de maan (LVNA) afgebeeld. Boven het gekroonde hoofd van Christus lezen we de tekst van de titulus: IHS NAZARENVS REX IVDEORVM, Jezus uit Nazareth, koning van de Joden (zie Johannes 19:19). Aan de voeten van Christus is een afbeelding van Jezus in het voorgeborchte van de Hel te zien. Daar weer onder zijn een engel, een knielende gelovige en een bisschop afgebeeld (wellicht genoemde Leo van Vercelli of Sint Eusebius).
Interessant is de Latijnse tekst onder de armen van Christus. Deze luidt:
MVLIER ECCE FILIVS TVVS E AD DISCIPVLUM AVTEM ECCE MATER TVA
Deze tekst komt (overigens niet letterlijk) uit Johannes 19:26-27.[1] De woorden zien op de situatie na de kruisiging. Volgens Johannes waren daarbij aanwezig Maria, haar zuster Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena (“de drie Maria’s”). Jezus zag toen zijn moeder staan en de zogenaamde “leerling van wie hij veel hield”, die doorgaans wordt geïdentificeerd als de jonge Johannes. De Latijnse tekst betekent “vrouw, zie uw zoon, en tegen de leerling [zei hij] zie je moeder”. De tekst is niet toevallig gekozen, want Maria en Johannes zijn bij de handen van Christus afgebeeld.
In een nis aan de linkerzijde van de kathedraal is het beeldje van de Madonna met het Kind opgesteld, dat als gezegd wordt toegeschreven aan Benedetto Antelami. Ooit was het beeldje misschien onderdeel van een preekstoel. De inwoners van Vercelli hebben het beeldje de bijnaam Madonna dello Schiaffo gegeven, wat zoveel betekent als de Madonna van de Klap. Die bijnaam blijkt te slaan op de aparte vlek die de Madonna op haar linkerwang heeft: het is net alsof ze daar zojuist een ferme tik heeft moeten incasseren.
Ten slotte is het koor van de kathedraal met de twee balustrades erg mooi. In de centrale nis achter het hoogaltaar staat een beeld van Sint Eusebius uit de achttiende eeuw. De vier reliëfs in de apsis tonen voorstellingen uit het leven van de heilige. Ze werden gemaakt door Giovanni Battista Bernero (1736-1796), mede bekend vanwege zijn werk in Casale Monferrato.
Bronnen
- Capitool reisgids Italië (2014), p. 228;
- Folder ‘Have you ever seen Vercelli?’;
- Trotter Reisgids Noordwest-Italië, p. 221;
- Duomo di Vercelli – Wikipedia
Noot
[1] Zie Matko Matija Marušić, Devotion in Migration: The Employment of Religious Poetry in Thirteenth-Century Zadar and Split, p. 77.
Pingback:Een wandeling door Vercelli – – Corvinus –