Casale Monferrato: De Duomo

Duomo of kathedraal van Sant’Evasio.

De Duomo is een van de opmerkelijkste gebouwen van Casale Monferrato. Pas sinds 1474 geldt het gebouw als de kathedraal van Casale Monferrato: in dat jaar kreeg het stadje zijn eerste bisschop. De geschiedenis van de Duomo gaat echter veel verder terug. Dat geldt ook voor de verering van de heilige aan wie de kathedraal gewijd is, Sint Evasius. Betrouwbare gegevens over diens leven zijn er helaas nauwelijks. De martelaar Evasius kan in de derde of vierde eeuw hebben geleefd, maar ook de achtste eeuw is een mogelijkheid.

Geschiedenis

De eerste kerk op deze plaats was gewijd aan Sint Laurentius, de Romeinse diaken die in het jaar 258 levend werd geroosterd. Deze kerk werd volgens de overlevering tijdens de regering van de Longobardische koning Liutprand (712-744) vergroot en mede gewijd aan Sint Evasius. Op afbeeldingen wordt deze meestal als een bisschop afgebeeld en hij zou de eerste bisschop van Asti zijn geweest. Het is echter als gezegd onduidelijk in welke eeuw hij leefde en tevens of hij als christelijke missionaris de marteldood stierf door toedoen van de heidenen of als katholieke geestelijke door toedoen van Arianen (i.e. ketters). Hoe dit alles ook zij, de cultus van Evasius werd al snel populair en een kerk van Sant’Evasio in Casale wordt voor het eerst genoemd in een document uit 974. In de elfde eeuw werd deze kerk in Romaanse stijl herbouwd, waarna het nieuwe gebouw in 1107 of 1108 werd gewijd door Paus Paschalis II (1099-1118). Casale Sant’Evasio – zoals het stadje destijds genoemd werd – werd in 1215 geplunderd en in brand gestoken tijdens een oorlog met Milaan, Vercelli, Asti en Alessandria. De overblijfselen van Sint Evasius kwamen vervolgens in Alessandria terecht.

Negentiende-eeuwse vloer.

Na de verwoesting van 1215 werd de kerk herbouwd. In 1403 kon Casale Monferrato – zoals het stadje inmiddels heette – eindelijk wraak nemen op Alessandria. De condottiero Facino Cane (1360-1412) nam in dat jaar Alessandria in en legde beslag op de bijna twee eeuwen geleden gestolen relikwieën. Die rusten sindsdien weer in de Duomo van Casale. Deze werd als gezegd in 1474 opgewaardeerd tot kathedraal, maar in de negentiende eeuw verkeerde het gebouw in zeer slechte staat. Afbraak en herbouw werden serieus overwogen. Uiteindelijk werd gelukkig gekozen voor een restauratie, die tussen 1857 en 1872 werd uitgevoerd door de architect Edoardo Arborio Mella (1808-1884). Door diens interventies is het gebouw nu een aparte mix van originele Romaanse en neo-Romaanse elementen, met hier en daar nog wat Barok uit de achttiende eeuw.

Exterieur en narthex

De Romaanse hutgevel (facciata a capanna) van de Duomo is een combinatie van baksteen en zandsteen. De gevel is overduidelijk niet symmetrisch. Aan de linkerzijde is ze breder, maar aan de rechterzijde juist wat hoger. Tegelijkertijd is de rechter toren duidelijk hoger dan de linker; een derde toren bevindt zich aan de achterzijde van de kerk. De gevel is grotendeels een reconstructie uit de negentiende eeuw. Dat geldt ook voor de verschillende decoraties. Zo zien we op de hoge zuilen beelden van de genoemde koning Liutprand en van koningin Teodelinda. Zij was niet de wederhelft van Liutprand, maar een Beierse prinses die in de zesde en zevende eeuw was getrouwd met twee opeenvolgende Longobardische koningen, Authari (584-590) en Agilulf (590-616). De Longobarden waren doorgaans – als ze christelijk waren – Ariaanse christenen. Volgens hen was Jezus Christus ondergeschikt aan God de Vader. Teodelinda hing echter het katholieke geloof aan en werd door katholieken gezien als iemand die de Longobarden richting het katholicisme, en daarmee richting het ware geloof had gedirigeerd.

Christus met Sint Evasius en Sint Laurentius.

Jachtscène in de narthex.

De lunette boven de hoofdingang dateert eveneens van de negentiende eeuw. We zien Christus op zijn troon die zijn zegen geeft. Links staat Sint Evasius met de kazuifel, staf en mijter van een bisschop. Hij houdt een schaalmodel van de Duomo in zijn hand en biedt dit aan Christus aan. Rechts staat Sint Laurentius, gekleed als diaken en met in zijn handen zowel de palmtak van de martelaar als het ijzeren rooster waarop hij akelig aan zijn einde kwam.

De Duomo heeft een ruime narthex of voorhal. Toen wij de kathedraal bezochten werd deze vooral gebruikt om moderne christelijke kunst tentoon te stellen. Wij waren echter meer geïnteresseerd in het originele middeleeuwse beeldhouwwerk dat hier nog altijd te zien is. Naast fraaie Romaanse kapitelen en bogen zien we bijvoorbeeld een lunette met daarin een hond die een hert bij de keel vastgrijpt. Rechts blaast een figuur op een hoorn. Wellicht is hier dus een jachtscène uitgebeeld. De ruime narthex is ongebruikelijk voor Italiaanse kerken, en historici wijzen doorgaans op oosterse invloeden (Armenië, Georgië, de islamitische wereld). Mogelijk kan de narthex in verband worden met de kruistochten, waaraan de markiezen van Monferrato enthousiast deelnamen[1], of met de ridderorde van de Tempeliers, die vlak bij Casale Monferrato een basis had. Als er een link is met de kruistochten werd de narthex waarschijnlijk pas enkele decennia na de wijding in 1107 of 1108 aan het gebouw toegevoegd.

Extase van Maria Magdalena – Giovanni Battista Bernero.

Interieur

Interieur van de kathedraal.

De Duomo heeft vijf beuken. Het interieur voelt modern aan, maar ik vond de mozaïekvloer met christelijke symbolen erg goed gelukt (zie de afbeelding hierboven). Mooi beeldhouwwerk is te vinden in de Cappella di Santa Maria Maddalena. Hier staat een beeldengroep uit 1770 voorstellende de Extase van Maria Magdalena van de hand van Giovanni Battista Bernero (1736-1796). De beeldengroep is oorspronkelijk gemaakt voor een nonnenklooster, maar in 1806 naar de kathedraal overgebracht. De fresco’s in de apsis zijn het werk van de lokale schilder Costantino Sereno (1829-1893). Ze zijn een poging Byzantijnse mozaïeken te imiteren.

In de Duomo vinden we ook de graftombe van Bernardino Gamberia, de in 1506 gestorven bisschop van Cavaillon in de Vaucluse, Frankrijk. De tombe is gemaakt door de beeldhouwer Matteo Sanmicheli (1480-?), een neef van de bekendere Michele Sanmicheli. Waarom bisschop Gamberia hier in Casale Monferrato begraven is, op ruim 400 kilometer lopen van Cavaillon, is mij helaas niet duidelijk geworden. De Bijbeltekst op het monument (“rursum circundabor pelle mea”) komt uit Job 19:26.

Graftombe van Bernardino Gambera – Matteo Sanmicheli.

Het belangrijkste voorwerp in de kathedraal is een crucifix in het koor uit de elfde of twaalfde eeuw. Het crucifix is gemaakt van hout dat is bedekt met laagjes zilver en koper. Langs de randen van het kruis en op de kroon van de Heiland zien we verder (half)edelstenen of kristallen. De Christus die aan het kruis hangt is een goed voorbeeld van de Christus Triumphans, de Christus die de dood heeft overwonnen. Later werd deze voorstelling van de gekruisigde Christus vervangen door de Christus Patiens, waarbij de nadruk meer lag op het lijden van de Messias. Een interessant weetje is dat het crucifix eigenlijk roofkunst is. Volgens de overlevering nam Facino Cane in 1403 niet alleen de overblijfselen van Sint Evasius mee uit de kathedraal van Alessandria, maar ook dit kruisbeeld.

Crucifix, elfde of twaalfde eeuw.

We wilden erg graag het museum van de Duomo bezoeken. Hier zijn de originele vloermozaïeken van het gebouw te zien, die nog in de elfde of twaalfde eeuw werden gemaakt. Bovendien zouden bezoekers via het museum ook toegang moeten kunnen krijgen tot de Kapel van Sint Evasius, die met een hek was afgesloten. Het museum heeft de naam Sacrestia Aperta (geopende sacristie), dus wij verwachtten dat een bezoek geen probleem zou zijn. Helaas bleek het museum in augustus gesloten te zijn. Navraag in het lokale VVV leverde weinig op, een e-mail naar het museum werd niet beantwoord. De vloermozaïeken zien er tamelijk spectaculair uit, dus we zullen bij een volgend bezoek aan Casale Monferrato zeker weer een poging doen het museum te bezoeken.

Bronnen

Noot

[1] Guglielmo (Willem) V participeerde in de Tweede Kruistocht, diens zoon Corrado (Koenraad) in de Derde. Corrado’s broer Bonifacio (Bonifatius) was een van de leiders van de Vierde Kruistocht, die leidde tot de inname van het christelijke Constantinopel.

2 Comments:

  1. Pingback:Vercelli: Sant’Andrea – – Corvinus –

  2. Pingback:Casale Monferrato: Museo Civico – – Corvinus –

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.