Aan Sint Ambrosius (ca. 340-397) wordt de stichting van drie of vier kerken in het Milaan van de late vierde eeuw toegeschreven. De Basilica Martyrum (nu de Sant’Ambrogio) was daar één van, de Basilica Virginum (nu de San Simpliciano) een tweede. De derde kerk was de Basilica Apostolorum, of Basilica van de Apostelen. Deze kerk staat nu bekend als de San Nazaro in Brolo[1] of de San Nazaro Maggiore. Ze bevindt zich aan een piazza dat grenst aan de Corso di Porta Romana, de straat die in de Oudheid de weg van Milaan naar Rome was.
Geschiedenis van de kerk
Volgens de overlevering werd de San Nazaro tussen 382 en 386 door Ambrosius gebouwd. De kerk werd de Basilica van de Apostelen genoemd omdat ze de beweerde overblijfselen van de apostelen Andreas, Johannes en Thomas bezat en nog steeds bezit. Zoals met alle aan Sint Ambrosius toegeschreven kerken het geval is, werd de San Nazaro buiten de stadsmuren gebouwd. Ze stond op het terrein van een oude begraafplaats, en begraafplaatsen zijn uitstekende plekken om nieuwe martelaren op te graven. Tijdens zijn laatste levensjaren ontdekte Sint Ambrosius hier de lichamen van de tamelijk obscure heiligen Nazarius en Celsus. Hij liet ze opgraven en gaf vervolgens opdracht ze naar de Basilica van de Apostelen over te brengen waar ze werden bijgezet. De kerk werd later omgedoopt tot de San Nazaro, ter ere van genoemde Nazarius, over wie verder niets bekend is en die misschien niet eens heeft bestaan.
De kerk werd na voltooiing bij verschillende gelegenheden gerenoveerd en verbouwd. Ze werd in 1075 zwaar beschadigd door een brand en werd vervolgens herbouwd, waarbij veel van het oorspronkelijke materiaal werd hergebruikt. Net als bij de westelijker gelegen San Lorenzo Maggiore het geval is, loont het de moeite om even om de kerk heen te lopen om alle kapellen, apsissen, de koepel en de klokkentoren te kunnen bewonderen (zie de afbeelding hierboven). De beste plek om het hele bouwwerk te bekijken is waarschijnlijk het kleine openbare park achter de kerk, naast het zogenaamde Ca’ Grande, het eerste grote ziekenhuis van de stad en nu onderdeel van de Universiteit van Milaan.
Trivulzio chapel
Eigenlijk is het plaatje aan de achterkant een stuk mooier dan dat aan de voorkant. Dat komt omdat het zicht op de oorspronkelijke gevel van de San Nazaro wordt geblokkeerd door de enorme Trivulzio-kapel die ervoor is gebouwd. Bezoekers komen de kerk door deze kapel binnen. Ze is vierkant aan de buitenkant, maar achthoekig van binnen. De kapel werd ontworpen en uitgevoerd door Bramantino (ca. 1465-1530), een leerling van Bramante, en voltooid door Cristoforo Lombardo. De bouw van de kapel lijkt nogal wat tijd te hebben gekost. Bramantino begon zijn project in 1512 en de kapel werd vermoedelijk pas in de jaren 1540 door Lombardo voltooid. Ze was bedoeld als mausoleum voor leden van de invloedrijke Milanese familie Trivulzio en de opdracht voor de bouw kwam van de edelman Gian Giacomo Trivulzio (ca. 1440-1518), wiens graftombe men hier ook aantreft. Alle graftombes zijn in nissen geplaatst, op een hoogte van zo’n 4-5 meter.
Interieur
Noch de Trivulzio-kapel, noch de andere kapellen in de kerk, noch de kerk zelf zijn echt mooi te noemen. Het interieur van de kerk en dat van de kapellen is nogal eenvoudig en functioneel. Adembenemende decoraties zijn geheel afwezig.
De kerk heeft wel een paar oude en ietwat beschadigde fresco’s op de muren die uit de veertiende en vijftiende eeuw dateren. Een daarvan toont een Madonna met Kind en de Milanese kluizenaar San Matroniano, een tijdgenoot van Sint Ambrosius. Een inscriptie boven het fresco memoreert dat het fresco in 1654 van een aan San Matroniano gewijde kapel naar het schip van de kerk werd verplaatst. Ook bevinden zich in de San Nazaro enkele minuscule fragmenten van een aan Ambrosius zelf toegeschreven inscriptie over de stichting van de kerk. Daarnaast heeft de San Nazaro een indrukwekkend pijporgel.
Bijzonder interessant is de Cappella di Santa Caterina d’Alessandria, de kapel gewijd aan Sint Catharina van Alexandrië. Catharina, meestal afgebeeld met een rad, was een christelijke vrouw die vijftig heidense filosofen en redenaars zou hebben verslagen tijdens een theologisch debat dat was georganiseerd door de keizer Maxentius (306-312). Deze overwinning zou ertoe hebben geleid dat veel van haar opponenten zich tot het Christendom bekeerden. Maxentius liet haar vervolgens martelen en veroordeelde haar tot de dood door radbraken. Zodra ze echter het rad aanraakte, brak het in stukken uiteen. De keizer liet haar daarop onthoofden.
Helaas voor vrome christenen is het verhaal om vele redenen complete onzin. Maxentius was niet betrokken bij christenvervolgingen. Hij was een usurpator die over een deel van het Westelijke Rijk heerste vanuit Rome, niet vanuit Alexandrië. Waarschijnlijk heeft hij nooit ook maar een voet in die stad gezet, een stad die zich in elk geval ver buiten zijn invloedssfeer bevond. De gedachte dat een godvruchtige tiener vijftig geleerde opponenten kan verslaan in een debat klinkt ook te mooi om waar te zijn. Dit soort verhalen zijn in het rijk van de religie misschien logisch, maar ze kunnen in de verste verte niet als historisch worden beschouwd.
De kapel werd ontworpen door Antonio da Lonate (1456-1541) en met fresco’s beschilderd door Bernardino Lanino (ca. 1511-1578). De fresco’s behandelen het martelaarschap van Sint Catharina. Op het middelste fresco is een erg bleek uitziende Catharina halfnaakt en biddend afgebeeld. Op de grond vóór haar zien we stukken van het rad dat aan diggelen vloog toen ze het aanraakte. De scènes links en rechts tonen andere episodes uit het leven van Catharina en hebben betrekking op haar pogingen de vervolging van christenen te stoppen, haar executie en haar dood.
Voor deze bijdrage heb ik gebruik gemaakt van de Dorling Kindersley reisgids voor Milaan en de Meren (2010). Het Italiaanse Wikipedia heeft een goed artikel over de kerk, met meer afbeeldingen.
Noot
Pingback:Milaan: San Simpliciano – – Corvinus –
Pingback:Milaan: Museo Poldi Pezzoli – – Corvinus –
Pingback:Milaan: De Duomo – – Corvinus –
Pingback:Brescia: Santi Nazaro e Celso – – Corvinus –