Wat een heerlijk museum! We hadden helemaal geen bezoek aan het Museo Poldi Pezzoli ingepland, maar kwamen er bij toeval terecht. Oorspronkelijk wilden we een bezoek brengen aan de beroemde Abdij van Chiaravalle aan de rand van Milaan. De abdij was echter nogal ver weg, en omdat het onze laatste dag in Milaan was en we op tijd op de luchthaven moesten zijn, besloten we te kiezen voor een bezienswaardigheid dichter bij ons hotel. Aangezien we de Pinacoteca Ambrosiana en de Pinacoteca di Brera al hadden bezocht, kozen we voor het Museo Poldi Pezzoli, een particulier museum niet ver van het Teatro alla Scala.
De oprichter
Gian Giacomo Poldi Pezzoli was een Milanese edelman die in 1822 werd geboren. Zijn vader was Giuseppe Poldi Pezzoli en zijn moeder Rosa Trivulzio, een telg uit de invloedrijke familie Trivulzio (zie Milaan: San Nazaro in Brolo). Zijn grootvader van moederskant was een grote kunstverzamelaar en toen hij eenmaal volwassen was, werd Gian Giacomo Poldi Pezzoli zelf ook een fanatieke verzamelaar. In zijn testament liet hij de volgende wens opnemen:
“I desire that my house and all the works of art which will be found there at the time of my death should constitute an Artistic Foundation for public use and benefit in perpetuity in accordance with the current rules of the Brera gallery”.
Poldi Pezzoli stierf in 1879 op slechts 57-jarige leeftijd. Hij had geen erfgenamen. Het testament werd naar de letter uitgevoerd en zijn particuliere woning werd omgevormd tot een openbaar museum. Het Museo Poldi Pezzoli opende reeds in 1881 zijn deuren voor het publiek ter gelegenheid van de Nationale Tentoonstelling in Milaan in dat jaar. Het museum trok direct veel bezoekers die nieuwsgierig waren naar de prachtige verzameling van onder meer wapens, schilderijen, sieraden, klokken en glazen voorwerpen die de edelman had aangelegd. Het gebouw werd in 1943 zwaar beschadigd als gevolg van bombardementen door de Geallieerden, maar het kon daarna gerestaureerd worden. Hoewel het grootste gedeelte van het interieur werd verwoest, heeft de woning veel van haar charme behouden en het is zeker bijzonder om rond te lopen in het particuliere onderkomen van een Milanese edelman uit de negentiende eeuw.
De verzamelingen
Het museum is met zo’n twintig zalen niet erg groot. De interessantste zaal op de begane grond is – voor mij althans – de wapenkamer. Hier kan men Poldi Pezzoli’s indrukwekkende verzameling wapens en harnassen bewonderen, variërend van een Chalcidische helm uit Apulië uit de vierde eeuw BCE tot een dubbelloops geweer uit de negentiende eeuw CE. Vooral de verzameling middeleeuws oorlogstuig is uitstekend. Deze bestaat uit verschillende harnassen, helmen, schilden en slag- en steekwapens. Poldi Pezzoli is er op de een of andere manier ook in geslaagd enkele meer exotische voorwerpen te verwerven. Een voorbeeld is een barāki, dat wil zeggen een hoofdbeschermer voor een paard uit Perzië.
De voornaamste reden om het museum te bezoeken is evenwel de verzameling schilderijen. Op de eerste verdieping vinden we in de Lombardische Zalen verschillende werken van schilders uit Lombardije, zoals een Maagd met Kind van Vicenzo Foppa (ca. 1427-1515), een Mystiek Huwelijk van Sint Catharina van Alexandrië van Bernardino Luini (ca. 1480-1532) en drie werken van Bernardo Zenale (ca. 1464-1526).
Dit zijn echter niet de topstukken van het museum. Onder zijn 30 meesterwerken bevinden zich twee werken van de beroemde Florentijnse schilder Sandro Botticelli (ca. 1445-1510). Het eerste is een Madonna met Kind die bekendstaat als de Madonna van het Boek (“Madonna del Libro” in het Italiaans). Botticelli schilderde dit werk toen hij midden dertig was, en het kan worden gedateerd op 1480 of 1481. Het boek op het schilderij is geïdentificeerd als de “Horae Beatae Mariae”, het Getijdenboek van de Zalige Maria, een gebedenboek voor leken.
De tweede Botticelli in de collectie is compleet anders. Hier zien we een Bewening van de Dode Christus. Deze werd omstreeks het jaar 1495 geschilderd. De Medici’s waren toen net uit Florence verdreven en veel Florentijnen stonden onder invloed van een charismatische Dominicaanse prediker genaamd Girolamo Savonarola. Savonarola hield donderpreken tegen de extravagantie en morele verdorvenheid van zijn tijd en hij klaagde luid over het gebrek aan religieuze devotie onder de Florentijnse bevolking. Velen waren het met hem eens, en Botticelli was een van hen. Van nu af aan schilderde hij vrijwel alleen nog maar religieuze werken.
De Bewening is een van deze werken. Het is een zeer dramatisch schilderstuk. Centraal staat een dode Christus met Maria Magdalena aan zijn voeten en een andere vrouw – een van degenen die volgens de Synoptische Evangeliën bij de kruisiging aanwezig waren – die zijn hoofd vasthoudt. De discipel Johannes troost Maria, de moeder van Christus, die lijkt te zijn flauwgevallen. De man die hoog boven de “stapel” van mensen uitsteekt, is Jozef van Arimathea. Hij houdt de nagels en de doornenkroon vast.
Een volgend hoogtepunt van het museum is het Portret van een jonge vrouw, dat ook onderdeel is geworden van het logo van het museum (zie de afbeelding hierboven). Het wordt toegeschreven aan Piero del Pollaiuolo (1443-1496) en werd rond het jaar 1470 geschilderd. Het museum bezit zo’n 300 schilderijen en het zou zowel onmogelijk als behoorlijk saai zijn om ze allemaal te bespreken. Ik zal deze bijdrage daarom besluiten met het kort noemen van nog eens vier van mijn persoonlijke favorieten:
– Sint Nicolaas van Tolentijn van de raadselachtige Piero della Francesca (ca. 1415-1492) uit Sansepolcro. Het paneel was oorspronkelijk onderdeel van een veelluik met ook Sint Augustinus, Johannes de Evangelist en de Aartsengel Michaël. De andere panelen bevinden zich thans in musea in Lissabon, New York en Londen. Sint Nicolaas van Tolentijn was een Augustijner broeder die in de tweede helft van de dertiende eeuw leefde. Della Francesca schilderde zijn veelluik slechts een paar jaar nadat Nicolaas in 1446 door Paus Eugenius IV heilig was verklaard.
– Imago Pietatis van de Venetiaanse schilder Giovanni Bellini (ca. 1430-1516), met een erg bleke Christus. Het werd geschilderd tussen 1460 en 1470.
– Sint Antonius-Abt van Luca Giordano (1634-1705), een Barokschilder uit Napels. Antonius was een Egyptische heilige en kluizenaar die wordt beschouwd als de vader van het kloosterleven. Hij zou in 356 op 105-jarige leeftijd zijn gestorven. Een goede afbeelding van het schilderij vindt men hier.
– een zelfportret van de Romantische schilder Francesco Hayez (1791-1882) waarop hij wordt omringd door vrienden (schilders, schrijvers en dichters). Klik hier voor een goede afbeelding van het schilderij.
Verder lezen: website van het museum. Voor het werk van Botticelli raad ik de korte biografie over de schilder van Barbara Deimling aan.
Pingback:Milaan: Biblioteca en Pinacoteca Ambrosiana – – Corvinus –
Pingback:Florence: Botticelli in de Uffizi – – Corvinus –
Pingback:Milaan: De Duomo – – Corvinus –
Pingback:Ferrara: Castello Estense – – Corvinus –
Pingback:Florence: Santa Maria Maggiore – – Corvinus –