De trotste kathedraal van Autun is gewijd aan Sint Lazarus. Bij de naam ‘Lazarus’ denken we natuurlijk meteen aan de man die door Jezus Christus weer tot leven werd gewekt. De kathedraal van Saint-Lazare is inderdaad aan deze Lazarus gewijd, maar dat is feitelijk op een misverstand gebaseerd. Het bisdom dacht lange tijd een deel van diens overblijfselen te bezitten, maar deze bleken uiteindelijk aan een andere Lazarus toe te behoren. Die andere Lazarus is Lazarus van Aix (gestorven 441), de eerste bekende bisschop van de stad Aix-en-Provence. Ik heb niet kunnen achterhalen wanneer het misverstand precies werd ontdekt, maar in elk geval was de indrukwekkende Romaanse pelgrimskerk voor de Bijbelse Lazarus toen al gebouwd. Die kerk nam eind twaalfde eeuw zelfs de positie van kathedraal van de stad over.
Geschiedenis
De eerste bekende bisschop van Autun (Augustodunum in het Latijn) was een zekere Reticius. Van hem weten we dat hij in 313 op verzoek van keizer Constantijn de Grote deelnam aan de synode van Rome, en vervolgens in 314 aan het concilie van Arelate. Eind vijfde eeuw kreeg Autun haar eerste kathedraal, gewijd aan Sint Nazarius (Saint-Nazaire), een tamelijk obscure heilige uit Milaan die doorgaans vergezeld wordt door de niet minder obscure Celsus. Vervolgens verstreek bijna een half millennium, en in het jaar 972 arriveerden de overblijfselen van Lazarus vanuit Marseille in Autun. Deze kregen een ereplekje in de kathedraal.
Omdat iedereen ervan uitging dat het om de Lazarus uit de Bijbel ging, trokken de relikwieën zeer veel pelgrims aan. Omstreeks 1120 concludeerde bisschop Étienne de Bâgé dat de kathedraal te klein was om deze stromen aan te kunnen en dat de bouw van een aparte pelgrimskerk gewenst was. De werkzaamheden aan deze Romaanse kerk gingen nog hetzelfde jaar van start en in 1146 konden de relikwieën van Lazarus naar het nieuwe gebouw worden overgebracht. De beeldhouwer Gislebertus (Gijzelbert) had zijn beroemde timpaan van het Laatste Oordeel boven de hoofdingang toen al voltooid (zie hierna). Het portiek van de Saint-Lazare werd vervolgens in 1178 toegevoegd.
Vanaf 1146 fungeerden er feitelijk twee kathedralen naast elkaar in Autun. In 1195 werd echter van de nieuwe Saint-Lazare de enige kathedraal van de stad gemaakt. Van de veel oudere Saint-Nazaire is vandaag de dag nauwelijks nog iets over. Net ten oosten van de huidige kathedraal staat alleen nog een kapel van de oude kathedraal overeind, op Google te vinden als Ancienne chapelle latérale de l’ancienne cathédrale Saint-Nazaire. De rest van de Saint-Nazaire is in 1783 afgebroken. Want waar de oude kathedraal in de vergetelheid sukkelde, bloeide de nieuwe kathedraal van Saint-Lazare als nooit tevoren. Bisschop Jean Rolin was in 1469 verantwoordelijk voor de bouw van de grote centrale vieringtoren met de imposante spits. Deze Jean Rolin was niet de eerste de beste. Hij was in 1408 geboren als de oudste zoon van Nicolas Rolin (1376-1462), de trouwe kanselier van hertog Filips de Goede. Jean Rolin werd in 1436 tot bisschop van Autun benoemd en bekleedde dit ambt tot aan zijn dood in 1483. Paus Nicolaas V promoveerde hem in 1448 tot kardinaal.
De zijkapellen van de kathedraal werden in de vijftiende en zestiende eeuw toegevoegd, gevolgd door ingrijpende veranderingen in de tweede helft van de achttiende eeuw. De smaak was inmiddels behoorlijk veranderd. Barok was in, de Middeleeuwen waren uit. Het gevolg was dat het Romaanse zijportaal in 1766 werd afgebroken en een beroemd reliëf met de Verleiding van Eva – ook toegeschreven aan Gislebertus – als bouwmateriaal voor een muur werd gebruikt. De kanunniken die de kathedraal beheerden, waren ook niet te spreken over het timpaan van het Laatste Oordeel, dat ze maar een primitief kunstwerk vonden. Ze lieten het hoofd van Christus verwijderen (uit respect voor diens heilige gelaat?) en bedekten de rest van de voorstelling met een laag pleisterwerk. Dat heeft het timpaan mogelijk wel gered van de vernielzuchtige handen van de antiklerikale Franse revolutionairen die een kwart eeuw later de macht zouden grijpen. Aan de andere kant vernielden de kanunniken zelf ook het nodige. Naast het zijportaal ging ook het gehele koor op de schop, waarbij het doksaal en de zogenoemde ‘graftombe van Sint Lazarus’ werden afgebroken.
Exterieur
De omgeving van de kathedraal is erg interessant, en niet alleen omdat hier een paar zeer goede restaurants te vinden zijn! Het Musée Rolin, een kunstmuseum op de plek waar kanselier Nicolas Rolin zijn huis had, is helaas de komende jaren gesloten vanwege een grootschalige renovatie. Bezoekers zijn waarschijnlijk pas in 2028 weer welkom en moeten het tot die tijd doen met afbeeldingen van de Verleiding van Eva en van bewaard gebleven beelden van de graftombe van Sint Lazarus die op internet te vinden zijn. We hadden het museum graag bezocht, maar vonden enige troost in een uitstekend diner bij Le Petit Rolin, een van de genoemde zeer goede restaurants, direct ten noorden van de kathedraal.
Het artistieke hoogtepunt van het exterieur van de Sant-Lazare is het reeds genoemde Romaanse timpaan van Gislebertus. Het werd in 1837 herontdekt onder de laag pleisterwerk en vervolgens gerestaureerd. Het hoofd van Christus was nog meer dan een eeuw zoek, maar dat bleek zich uiteindelijk in het Musée Rolin te bevinden. Kennelijk was niemand op het idee gekomen om eens te proberen of het Christushoofd dat daar bewaard werd op het timpaan zou passen. Uiteindelijk gebeurde dat pas in 1948 en het was direct duidelijk dat van een perfect match sprake was.
De toeschrijving van het timpaan aan Gislebertus vloeit voort uit de tekst die onder de voeten van Christus is gebeiteld: Gislebertus hoc fecit, “Gislebertus heeft dit gemaakt”. Over Gislebertus is verder niets bekend, behalve dan dat ook de Verleiding van Eva, een verloren gegaan reliëf met Adam en de kapitelen in de kathedraal aan deze beeldhouwer worden toegeschreven (zie hieronder). Er is zelfs wel geponeerd dat Gislebertus niet de naam van de beeldhouwer was, maar van degene die het timpaan liet maken, de opdrachtgever dus. Ik vraag me echter af of dan niet eerder de tekst hoc fecit fieri zou zijn gebruikt. Daarvan heb ik genoeg voorbeelden in Italië gezien (hier, hier en hier). Als Gislebertus het timpaan rond 1130 maakte, dan is dat inderdaad vroeg voor een handtekening van de kunstenaar, maar niet onmogelijk vroeg (uit Italië ken ik een voorbeeld uit 1187).
Het timpaan beeldt als gezegd het Laatste Oordeel uit. Christus is gezeten in een mandorla en keert terug op aarde. Aan zijn rechterhand, links voor de kijker, worden de rechtvaardigen tot het Paradijs toegelaten. Hier treffen we ook Petrus aan, met een grote sleutel in zijn hand. Boven hem is de Maagd Maria afgebeeld. Aan de linkerhand van Christus zouden we wellicht de Hel verwachten, maar hier beitelde Gislebertus het wegen van de zielen (psychostasia). De engel bij de weegschaal is vermoedelijk de aartsengel Michael. De ziel die gewogen wordt, blijkt gelukkig zwaar genoeg. Deze wordt dus niet veroordeeld tot de Hel.
Op de architraaf onder het timpaan zien we nog meer zielen. Ze rijzen op uit hun doodskisten en zullen beoordeeld worden. Links zijn weer de rechtvaardigen afgebeeld en rechts de verdoemden. Eén figuur rechts wordt door twee duivelshanden gegrepen, een vrouw wordt gebeten door slangen (symbool voor wellust) en we zien ook figuren met een geldbeurs (vrekkigheid) en een wijnvat (dronkenschap). In het midden staat een engel die de verdoemden van de rechtvaardigen scheidt. De figuren met de staf aan de linkerzijde zijn bisschoppen, de figuren die een tas over hun schouder dragen pelgrims. De twee bogen boven het timpaan zijn eveneens voorzien van fraai beeldhouwwerk. De eerste boog heeft alleen plantmotieven, de tweede heeft een reeks van 31 medaillons met daarin sterrenbeelden en activiteiten die bij een bepaalde maand horen. De architraaf wordt in het midden gesteund door een zuil die is gedecoreerd met drie beelden. Deze stellen Lazarus van Aix en zijn twee zusters voor. Ze dateren van de negentiende eeuw.
Op de rand van de mandorla is een Latijnse tekst aangebracht. Deze luidt:
OMNIA DISPONO SOLVS MERITOSQUE CORONO / QVOS SCELVS EXERCET ME IUDICE POENA COERCET
(“Alleen ik beschik over alles, ik bekroon degenen met verdiensten / de straf door mij als rechter opgelegd houdt hen die door hun misdaad gekweld worden in bedwang”)
Het is natuurlijk geen toeval dat de positieve tekst aan de kant van de rechtvaardigen staat en de negatieve tekst aan de kant van de verdoemden. Hetzelfde is het geval bij de tekst tussen het timpaan en de architraaf:
QVISQVE RESVRGET ITA QVEM NON TRAHIT IMPIA VITA ET LVCEBIT EI SINE FINE LVCERNA DIEI
(“Eenieder zal zo opstaan die geen goddeloos leven heeft geleid en voor hem zal de lamp van de dag zonder einde schijnen”)
TERREAT HIC TERROR QVOS TERREVS ALLIGAT ERROR NAM FORE SIC VERVM NOTAT HIC HORROR SPECIERV(M)
(“Laat deze angst beangstigen hen aan wie een aarde fout kleeft; want deze verschrikking in beelden toont hoe hun lot echt zal zijn”)
Interieur
Het interieur van de kathedraal kent twee hoogtepunten: de kapitelen en de beelden van Pierre Jeannin (ca. 1540-1623) en zijn echtgenote Anne Guénot. De kapitelen worden, net als het timpaan, aan Gislebertus en zijn atelier toegeschreven. Ik heb ze niet geteld, maar het zijn er volgens mij meer dan zestig. De helft daarvan bevindt zich thans in de kapittelzaal, die helaas gesloten was toen ik de kathedraal bezocht. Deze kapitelen zijn vooral afkomstig van plekken onder de vieringtoren, waar ze vervangen zijn door replica’s. Het lijkt er niet op dat de kapitelen een doorlopend verhaal vertellen. We zien individuele verhalen uit het Oude en het Nieuwe Testament, maar ook bijvoorbeeld het apocriefe verhaal van Simon Magus met Petrus en Paulus en een symbolische weergave van de muziekkunst. Net als met het timpaan buiten hebben we hier echt wel te maken met een hoogtepunt in de Franse Romaanse beeldhouwkunst.
De beelden van Pierre Jeannin en Anne Guénot sierden ooit hun gezamenlijke grafmonument. Pierre was advocaat, voorzitter van een kamer van het parlement van Bourgondië en tussen 1607 en 1609 ambassadeur van Frankrijk in de Republiek der Verenigde Nederlanden. Hij is vooral beroemd geworden door de wijze waarop hij de levens van vele Franse protestanten redde. In augustus 1572, na de beruchte Bartholomeusnacht, kreeg de gouverneur van Bourgondië schriftelijke orders van koning Karel IX om alle protestanten in zijn provincie uit te moorden. Toen de advocaat Jeannin naar zijn mening over deze orders werd gevraagd, zou hij geantwoord hebben dat ook de bevelen die een koning in woede uitvaardigt opgevolgd moeten worden, zij het heel langzaam. Op voorstel van Jeannin werd de koning vervolgens om een bevestiging van zijn bevelen gevraagd, waardoor vele protestanten zich uit de voeten konden maken.
Na zijn dood in 1623 kreeg Jeannin een fraai grafmonument in de kathedraal van Autun, dat helaas vernield werd na de Franse revolutie. De beeltenis van Jeannin siert tegenwoordig ook het stadhuis van Autun. De man heeft dat zonder meer verdiend.