De Santa Reparata is geen kerk in Florence: ze was een kerk in Florence, en wel de kathedraal van de stad voordat aan het einde van de dertiende eeuw werd begonnen met de bouw van de Santa Maria del Fiore, beter bekend als de Duomo. Men kan de restanten van de Santa Reparata nog bewonderen door af te dalen in de crypte van de huidige kathedraal. Toegang tot de crypte is inbegrepen bij het kaartje voor het complex van de Duomo (Baptisterium, koepel van Brunelleschi, klokkentoren van Giotto, museum), maar men kan desgewenst ook ter plaatse een afzonderlijk kaartje kopen (toegang tot de Duomo zelf is gratis).
Sint Reparata is een enigszins obscure vrouwelijke heilige en een van de schutspatronen van Florence. Tegenwoordig lijken Johannes de Doper en Sint Zenobius (traditioneel de eerste bisschop van de stad) belangrijker te zijn, maar in de vroege Middeleeuwen lijkt juist Reparata een hogere status te hebben gehad, hetgeen moge blijken uit het feit dat de vorige kathedraal van de stad aan haar was gewijd. Niettemin kan men betwijfelen of ze wel echt heeft bestaan. Volgens de overlevering was ze een jonge maagd uit Caesarea die leefde tijdens de regering van keizer Decius (249-251). Reparata werd vervolgd, gearresteerd en in een oven gegooid, maar op miraculeuze wijze overleefde ze de beproeving. De Romeinen lieten haar daarop onthoofden, aangezien ze bleef weigeren aan de traditionele goden te offeren. Volgens de Florentijnen redde ze in 406 de stad toen die werd belegerd door de Gotische koning Radegast.
Het lijkt erop dat er verschillende versies van de Santa Reparata zijn geweest, waarvan de oudste wellicht al in de vierde eeuw werd gebouwd. Kennelijk werd de kerk bij meerdere gelegenheden herbouwd. De website van de Duomo stelt dat “beneath our present cathedral it is no exaggeration to state that we have the remains of fully four ancient churches: the original basilica and three rebuilds”. Een andere website geeft een vrij goede indruk van hoe de Santa Reparata eruit zou kunnen hebben gezien in de Late Oudheid. De kerk stond veel dichter bij het Baptisterium dan bij de huidige kathedraal het geval is. Ze bevond zich in het noordelijke gedeelte van de toen vele malen kleinere stad Florence en was direct achter de stadsmuren gebouwd. Het lijkt erop dat de Santa Reparata toen onderdeel was van een heel religieus complex, waartoe ook het paleis van de bisschop, het Baptisterium en twee andere kerken behoorden.
De eerste kathedraal van Florence was overigens de San Lorenzo, die iets verder naar het noordwesten staat. Het is niet helemaal duidelijk wanneer de Santa Reparata de nieuwe kathedraal werd, maar mogelijk gebeurde dit in de negende eeuw, toen de overblijfselen van Sint Zenobius (gestorven tussen 417 en 429) van de eerstgenoemde kerk naar de laatstgenoemde zouden zijn overgebracht. Hoewel de bouw van de Duomo in 1296 begon, werd de Santa Reparata nog tot ver in de jaren 1370 gebruikt. Tegen die tijd moeten de muren van de nieuwe kathedraal al klaar zijn geweest en de veel kleinere oude kathedraal helemaal hebben omsloten. Toen pas werd de Santa Reparata daadwerkelijk afgebroken. Een fresco van een Pietà in een van de apsissen vormt stevig bewijs dat de oude kathedraal nog lange tijd werd gebruikt. Het fresco werd namelijk geschilderd in het midden van de veertiende eeuw. De schilder was een navolger van Giotto (ca. 1266-1337). Het is vrij treurig om te zien dat de installatie van een nieuwe vloer ertoe heeft geleid dat Christus nogal bruut onthoofd is (zie de afbeelding hierboven).
Tussen 1965 en 1974 werden opgravingen uitgevoerd in de ruimte onder de Duomo, waarna deze werd opengesteld voor het publiek. De onbetwiste hoogtepunten hier beneden zijn de fragmenten van de originele mozaïekvloer uit de Late Oudheid. Op het mooiste gedeelte zien we een buitengewoon kleurrijke pauw met daaronder de naam OBSEQVENTIVS (zie de afbeelding hieronder). Hij was vermoedelijk de man die voor het leggen van de vloer betaalde. Veel beroemde Florentijnen werden in de crypte bijgezet, althans volgens de overlevering. Tot het illustere gezelschap behoren de eerder genoemde Giotto en de architecten Arnolfo di Cambio en Filippo Brunelleschi. Echter, alleen van de laatstgenoemde is ook echt het graf teruggevonden. Bezoekers kunnen tevens een blik werpen op de dekplaten van de graven van minder bekende Florentijnen. We zien onder meer een rijkversierde dekplaat van het graf van Giovanni Di Alamanno de’ Medici, een telg uit het geslacht de’ Medici die in 1352 stierf (afbeelding boven). Deze Giovanni was duidelijk een belangrijk man, maar hij was geen directe voorouder van de de’ Medici’s die van de vijftiende tot en met de achttiende eeuw de dienst uitmaakten in Florence (zijn overgrootvader Filippo was dat wel).
Bijgewerkt 6 mei 2023.
Pingback:Siena: De Crypte – – Corvinus –
Pingback:Florence: De Duomo – – Corvinus –
Pingback:Florence: Museo dell’Opera del Duomo – – Corvinus –
Pingback:Florence: Het Baptisterium van San Giovanni – – Corvinus –
Pingback:Florence: Santa Reparata – – Corvinus –
Pingback:Florence: San Lorenzo – – Corvinus –
Pingback:Florence: Cappella Rucellai – – Corvinus –