Florence: Museo Stefano Bardini

Museo Stefano Bardini, zaal met beeldhouwwerk.

Florence kent een aantal leuke, kleinere musea die uit particuliere verzamelingen zijn ontstaan. Eerder heb ik het Museo Horne besproken, waar we de collectie van de Engelsman Herbert Percy Horne (1864-1916) kunnen bewonderen. Verder heb ik aandacht besteed aan de collectie van Salvatore Romano (1875-1955), die te vinden is in de voormalige refter naast de kerk van Santo Spirito. Deze bijdrage gaat over het museum met de collectie van Stefano Bardini (1836-1922). Bardini was een man van vele talenten. Hij was Italiaans patriot, schilder, restaurateur, kunsthandelaar, kunstverzamelaar en fotograaf. De collectie die we in het museum aantreffen, is enorm. Ik beperk me in deze bijdrage dan ook tot enkele hoogtepunten.

Stefano Bardini

Stefano Bardini ging in 1854 studeren aan de Academie voor Schone Kunsten. Hij kreeg er schilderlessen, maar lijkt niet een erg succesvolle carrière als kunstschilder te hebben gehad. Er zijn maar weinig werken van zijn hand bewaard gebleven, en het museum vertelt het larmoyante verhaal over hoe zijn meesterwerk – een geschilderd doek voor het theater van Florence – bij een brand in 1864 verloren ging. Bardini ontdekte al snel dat er meer geld te verdienen was met restaureren en het kopen en verkopen van kunstvoorwerpen. Hij was zeer goed in het verwerven van nieuwe stukken en had contacten met beroemde musea in Europa en de Verenigde Staten. Daarbij hielp het wel dat de kunsthandel nog nauwelijks gereguleerd was. Regels voor de uitvoer van Italiaans cultureel erfgoed waren toen nog toekomstmuziek. Begin twintigste eeuw veranderde dat en kreeg Bardini ook meer concurrentie van andere kunsthandelaars. In 1922 stierf hij op 86-jarige leeftijd. Hij liet zijn collectie na aan de stad Florence, en in 1925 opende het Museo Stefano Bardini zijn deuren.

Zaal van de kisten (cassoni).

Sala del Terrazzo.

Het museum is gehuisvest in een gebouw dat Bardini in 1881 kocht van de familie de’ Mozzi. Oorspronkelijk bevonden zich op deze plek de kerk en het klooster van San Gregorio alla Pace. Kerk en klooster waren in 1273 gesticht ter bezegeling van de tijdelijke vrede tussen de pro-pauselijke Welfen en de pro-keizerlijke Ghibellijnen in Florence (vandaar de toevoeging ‘alla Pace’). De kerk werd al in 1775 geseculariseerd en in het naburige klooster zat lange tijd een atelier waar hoeden werden gemaakt. Bardini maakte van het complex een mooi palazzo dat diende als zijn showroom. De inrichting van het palazzo was gebaseerd op een zorgvuldig plan, iets wat na zijn dood helaas niet onderkend werd. Als gevolg hiervan werden veel voorwerpen verplaatst. Dankzij foto’s – en dus dankzij het feit dat Stefano Bardini een pionier in de fotografie was – is vandaag de dag de originele inrichting van het palazzo hersteld. Laten we dus maar eens kijken wat er in het Museo Stefano Bardini te zien is.

De wapenkamer, in de voormalige kerk van San Gregorio alla Pace.

De collectie

Het eerste voorwerp dat mijn aandacht trok, was de muurtombe van een bisschop. De man is geïdentificeerd als Jacopo da Castelbuono, die in 1286 slechts enkele weken bisschop van Florence was. De overledene behoorde tot de Orde van de Dominicanen, wat de reden zal zijn geweest dat hij werd begraven in de Dominicaanse kerk van Santa Maria Novella, zijnde de oorspronkelijke locatie van de muurtombe. Het museum wijst op sterke gelijkenissen tussen deze tombe en de bewaard gebleven delen van de graftombe van Paus Honorius IV (1285-1287), thans in de kerk van Santa Maria in Aracoeli in Rome. De tombe van Jacopo da Castelbuono wordt daarom wel toegeschreven aan medewerkers van Arnolfo di Cambio (ca. 1240-1300/10), de bekende Florentijnse beeldhouwer en architect die de graftombe van de paus vervaardigde.

Muurtombe van bisschop Jacopo da Castelbuono – school van Arnolfo di Cambio.

Caritas – Tino di Camaino.

Een zeer bekend werk in het museum is de personificatie van de Naastenliefde (Caritas) door de beeldhouwer Tino di Camaino (ca. 1285-1337). Naastenliefde is een vrouw met twee hongerige kinderen aan de borst. Ze heeft een onmogelijk lang gezicht, maar dat komt waarschijnlijk omdat mensen het beeld van beneden af moesten zien. Mogelijk stond het in een nis, want de achterzijde ervan is niet voltooid. Stefano Bardini vond of kocht het beeld in een tijd dat men nog niet zo maalde om provenance. Bijgevolg zijn er verschillende verhalen in omloop over hoe hij aan het beeld kwam. Qua datering weten we dat het werd gemaakt ergens tussen 1311 en 1323.

Een bijzonder voorwerp is een gebeeldhouwd raam uit het midden van de zestiende eeuw. Het is afkomstig uit een palazzo in Sassari, een stad op Sardinië, en stelt een triomftocht voor. Sardinië was in een reeks oorlogen in de veertiende en vijftiende eeuw veroverd door de koningen van Aragon (in het huidige Spanje) en maakte deel uit van de zogenaamde ‘Kroon van Aragon’. De triomftocht die is afgebeeld was die van een zekere Angelo Marongiu, die in 1478 een overwinning had behaald op een rebellenleger. De reliëfs van het gebeeldhouwde raam werden uitgevoerd in de Catalaans-Gotische stijl die we ook van Sicilië kennen. De stad die boven de triomftocht is afgebeeld is Sassari, omringd door muren en torens. Sardinië kwam in 1720 in handen van het Huis van Savoye, dat het eiland ruilde voor Sicilië. De hertogen van Savoye werden hiermee tevens koningen van Sardinië. Die koningen mengden zich vervolgens in de Italiaanse onafhankelijkheidsoorlogen waarin ook Stefano Bardini meevocht. In 1861 werd de koning van Sardinië, Victor Emanuel II, de eerste koning van het verenigde Italië. Mogelijk dat de Sardijnse connectie de interesse van Stefano Bardini voor het gebeeldhouwde raam verklaart.

Triomftocht van Angelo Marongiu.

Een ander topstuk van het museum is de Porcellino (‘zwijntje’), een bronzen beeld van een everzwijn van Pietro Tacca (1577-1640). Het beeld is gebaseerd op een Romeins beeld van marmer (zelf waarschijnlijk ook weer een kopie), dat zich thans in de Uffizi bevindt. Het marmeren beeld werd in 1556 gevonden in Rome en door Paus Pius IV (1559-1565) geschonken aan Cosimo I, hertog van Florence en later groothertog van Toscane. Pietro Tacca kreeg zijn opdracht voor de bronzen kopie vermoedelijk van Cosimo II, de kleinzoon van Cosimo I. Hij had het model voor het beeld al voor 1620 gereed, maar kreeg vervolgens zoveel andere opdrachten dat hij het bronzen everzwijn pas omstreeks 1633 kon gieten. Cosimo II heeft zich voor zover bekend niet over de late oplevering beklaagd (hij was al in 1621 overleden). Het beeld werd in 1640 geplaatst bij de Loggia del Mercato Nuovo in het centrum van Florence, waar het al snel van de winkeliers en omwonenden de bijnaam Porcellino kreeg. Bezoekers zullen direct de glimmende snuit van het dier zien. Dat is het gevolg van de traditie dat het wrijven over deze snuit geluk zou brengen.

Porcellino – Pietro Tacca.

In de donkere Sala dei Dipinti hangen de belangrijkste schilderijen uit de collectie. Het mooiste werk in deze zaal vond ik een enorm crucifix van Bernardo Daddi (ca. 1290-1348), afkomstig uit de kathedraal van Florence. Het crucifix is 4,76 meter hoog en 4,20 meter breed, waarmee het volgens het museum het grootste crucifix in heel Florence is. Daddi moet het rond 1340 hebben geschilderd, waarna het minder dan honderd jaar later om onbekende redenen uit de kathedraal verdween. We weten niet hoe Stefano Bardini het werk verwierf noch hoeveel hij er voor betaalde. Wel is duidelijk dat hij de uiteinden van het crucifix met de afbeeldingen van de Maagd Maria en Johannes liet vervangen door soortgelijke afbeeldingen van een andere veertiende-eeuwse schilder. Zo ontstond een mix die pastiche wordt genoemd. Het was voor Bardini een gebruikelijke manier van restaureren, en in zijn museum vinden we er vele voorbeelden van.

Crucifix – Bernardo Daddi.

Crucifix (detail).

De schedel aan de voet van het kruis is wel van Daddi, net als de pelikaan erboven die haar jongen voedt met haar eigen bloed. Ik heb niet met zekerheid kunnen vaststellen wie de mannen aan weerszijden van het lichaam van Christus zijn. De schrijvende mannen rechts zijn waarschijnlijk de vier evangelisten. De vier mannen links hebben onleesbare tekens op hun boekrollen, die ongetwijfeld Hebreeuws moeten voorstellen. Het lijkt daarom logisch om aan te nemen dat zij profeten uit het Oude Testament zijn, bijvoorbeeld Jesaja, Jeremia, Ezechiël en Daniel. Ik vond het crucifix persoonlijk het indrukwekkendste werk van schilderkunst in het museum. Ook de moeite waard zijn een schilderij van de aartsengel Michael van de broers Antonio del Pollaiuolo (1431-1498) en Piero del Pollaiuolo (1443-1496), en een Madonna met Kind en konijn (!) van de Vlaams-Franse schilder Hans Clemer (gestorven ca. 1512).

Meer informatie: Bardini Museum – Florence (museumsinflorence.com)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.